Met data grip op je RES-opgave
Datagedreven aanpak helpt bij het vergemakkelijken van het proces en de uitvoering.
De energietransitie is een van de grootste uitdagingen van onze tijd, en de Regionale Energiestrategie (RES) speelt een cruciale rol in het realiseren van deze transitie. Maar realisatie is een langdurig traject dat gepaard gaat met grote uitdagingen. Een datagedreven aanpak kan helpen om het proces en de uitvoering te vergemakkelijken. In dit artikel zal ik een aantal handvatten geven hoe je dit kunt doen.
De opgave
Gemeentes zijn binnen de RES-regio’s hard aan de slag om hun doelen voor duurzame energie op land voor 2030 te realiseren. De verwachting is dat het oorspronkelijke bod van 35 Twh ook zeker gehaald gaat worden. Maar ook voor de periode daarna is er veel meer groene elektriciteit nodig. Dat blijkt uit de nieuwe voortgangsrapportage van het landelijk bureau RES. Met alleen de wind- en zonne-energie waar nu aan gewerkt wordt, gaat het niet lukken om het uiteindelijke doel, Nederland klimaatneutraal, te halen.[1]
De minister van Klimaat en Energie is daarom gekomen met een Nationaal Plan Energiesysteem, dat perspectief biedt voor de periode na 2030.[2]
In het plan worden vijf pijlers benoemd:
- Maximaal aanbod
- Energiebesparing
- Verdelen bij schaarste
- Internationale samenwerking
- Samen sturen
Daarnaast benadrukt demissionair minister Jetten in zijn aanbiedingsbrief het hergebruik van ‘fossiele ruimte’ oftewel de ruimte die nu nog wordt gebruikt voor het oude energiesysteem, voor de energiehoofdstructuur; het anticiperen op elektrificatie; en de ruimtelijke regie op opslag en conversie.[3]
Het plan moet perspectief bieden voor de periode na 2030, zodat RES-regio’s, gemeentes en provincies nu al kunnen voorsorteren op de toekomst. Dat betekent bijvoorbeeld nu al kijken waar extra duurzame energie op land kan worden gerealiseerd, nu al ruimte reserveren voor opslag en blijven inzetten op energiebesparing.
Datagedreven aanpak
De energietransitie is geen geringe opgave. Naast de enorme omvang ervan, spelen er ook verschillende factoren: maatschappelijke factoren zoals draagvlak en financiële participatie van inwoners; technische factoren zoals netcongestie; en milieukundige factoren zoals Natura-2000 gebieden en beschermde flora en fauna.
Een datagedreven aanpak kan helpen om deze factoren in beeld te brengen en kan helpen om te sturen op meetbare doelstellingen. Datagedreven houdt in dat je data inzet om inzicht te krijgen en je doelstellingen en voortgang kunt onderbouwen met feitelijke informatie. Dit kan ervoor zorgen dat je op het juiste moment de juiste beslissingen kan nemen.
Beschikbare data
Voor een datagedreven aanpak zijn data nodig. Gelukkig zijn er heel veel data beschikbaar. Als we het hebben over de energietransitie, en specifiek over het realiseren van duurzame energiesystemen, dan is een aantal databronnen van belang:
Verbruik- en opwekgegevens
Dit gaat om de gegevens over de verbruikte hoeveelheid energie, zowel stroom, gas, maar ook warmte, en de hoeveelheid energie die is opgewekt door lokale duurzame installaties. Om energieneutraal te zijn, moeten deze twee zaken uiteindelijk met elkaar in balans zijn. Het verbruik moet uiteindelijk af gaan nemen. En de duurzame opwek moet zo langzamerhand gaan toenemen. Netbeheerders kunnen veel van deze gegevens al aanleveren, en veel is ook openbaar beschikbaar, maar nog niet alles.
Netcongestie
Hiervoor zijn de gegevens van de installaties in het energiesysteem van belang: de onderstations, middenstations, leidingen etc., en de capaciteit (of gebrek aan capaciteit) die ze hebben. Maar ook de geografische ligging is van belang. Immers, als ze aan de andere kant van het land liggen, zijn ze minder van belang dan de lokale stations. Het gaat dus om de transportcapaciteit die relevant is voor het gebied waar je je installatie wilt plaatsen. Netbeheerders hebben deze gegevens in huis.
Gebiedsgegevens
Dit betreft een verscheidenheid aan informatie, van zaken die op een kaart te lokaliseren zijn. Denk bijvoorbeeld aan de ligging van woonwijken, de aanwezigheid van beschermde plant- en diersoorten, aanvliegroutes van vliegtuigen, natura2000- en andere natuurgebieden. Sommige van deze data zijn openbaar beschikbaar, via bijvoorbeeld het BAG-register of RWS.
Projectdata
De beoogde projecten genereren zelf natuurlijk ook een hoop data. Wat gaat er komen? Hoeveel gaat dat opwekken? Wanneer moet het af zijn? Wie zijn er betrokken? Wat is de voortgang? Ook deze data kunnen een hoop opleveren in het datagedreven werken, en moeten dus zeker niet over het hoofd worden gezien.
Ik zal nu een aantal voorbeelden bespreken van een datagedreven aanpak in de energietransitie.
Nieuwe locaties duurzame opwek
Het is duidelijk dat we er nog niet zijn als de doelen uit de RES’en worden behaald. Het energieplan geeft aan dat ook daarna maximaal aanbod van duurzame energie van belang is. Stel dat je dus nieuwe locaties voor duurzame opwek wil aanwijzen. Dan krijg je te maken met verschillende factoren. Denk bijvoorbeeld aan netcongestie, aangrenzende huizen, Natura2000-gebieden en milieuwetgeving. Dat kan het moeilijk maken om goede locaties te vinden. Door verschillende databronnen met elkaar te combineren, in bijvoorbeeld een kaartenviewer, zie je in een oogopslag welke locaties meer of minder geschikt zijn.
Er zijn veel openbare kaartviewers beschikbaar. Die van PDOK is daar een voorbeeld van. Met een dergelijke viewer kun je zelf belangrijke data met elkaar combineren:[4]
Er is ook geosoftware beschikbaar, zoals ArcGIS, waarmee je bestaande kaarten kunt bewerken, en bijvoorbeeld een eigen stijl kan kiezen, of zelf kaartlagen kunt maken met je eigen data. Hieronder een klein voorbeeldje waarin je verzorgingsgebieden, elektriciteitsstations en netten, samen met windturbines in de omgeving van Leiden ziet.
Je zou bijvoorbeeld een invoertool kunnen maken die van deze data gebruikmaakt en vervolgens meteen ook aangeeft welke stappen je moet doorlopen als je voor deze locatie kiest. Denk aan te doorlopen juridische procedures specifiek voor dat gebied. Dan weet je snel of het zin heeft om die locatie aan te merken als potentiële opweklocatie voor duurzame energie.
Vraag en aanbod energie
Een van de pijlers van het energieplan is om vraag en aanbod meer op elkaar af te stemmen. In het plan wordt de energiehub ook veel genoemd. Dat is een plek waar energie die over is naartoe gaat en vanuit daar weer afgenomen kan worden door partijen die het nodig hebben. Een dergelijke hub kan op verschillende niveaus bestaan: lokaal, regionaal, maar ook internationaal. Om een dergelijke hub succesvol te maken, moet je natuurlijk wel weten wat de vraag naar energie is, en wat het aanbod. Daar zijn data over beschikbaar. Door die slim in te zetten, kun je vraag en aanbod beter op elkaar afstemmen. Door opwekgegevens over meerdere jaren te bekijken, bijvoorbeeld van specifieke bedrijven, weet je wat ze over hebben in welke tijd van het jaar. Aan de hand daarvan weet je dan ook hoeveel er eventueel vanuit die bedrijven geleverd kan worden naar bijvoorbeeld een buurtopslag voor een woonwijk. Als regio of gemeente zou je een dergelijke energiehub kunnen faciliteren door bijvoorbeeld vraag en aanbod in kaart te brengen en zo een beeld te schetsen van locaties waar het wel en waar het geen zin heeft om te realiseren.
Energiebesparing
In de meeste RES’en is energiebesparing een belangrijk onderdeel. Ook in het nieuwe energieplan is dat het geval. Immers, wat je niet verbruikt hoef je ook niet op te wekken. Het is echter niet altijd makkelijk om erachter komen wat er daadwerkelijk aan energie bespaard wordt, door bijvoorbeeld de veranderde energiemix (zoals van gas naar elektriciteit) en door de populatiegroei.
Verbruiksgegevens van netbeheerders vormen echter een schat aan informatie. Door deze te ontsluiten in een slim dashboard kun je een goed beeld krijgen van het daadwerkelijke energieverbruik in verschillende buurten, de ontwikkeling hiervan door de jaren heen, en de veranderde verhouding in het verbruik van gas en elektriciteit. Met deze informatie kun je gerichter maatregelen tot energiebesparing inzetten.
Je kunt nog een stapje verder gaan en ook pandgegevens inzetten. Informatie over bouwjaar en eigendom maakt dat je nog gerichter gebieden kunt benaderen. Immers, een woning uit de jaren 50 heeft iets heel anders nodig dan een nieuwbouwwoning.
Projectregistratie
De bovenstaande voorbeelden zijn veelal inhoudelijk van aard. Vaak horen we echter dat een van de grootste uitdagingen is om erachter te komen wat de status van verschillende projecten is. Een paar keer per jaar wordt er een Excel-bestand rondgestuurd waarin verschillende betrokkenen gegevens moeten aanvullen. De gegevens zijn heel nuttig en maken een datagedreven aanpak mogelijk. Maar het proces van ophalen kan handiger, door bijvoorbeeld een Microsoft PowerApp. Daarmee kun je gegevens meteen in het juiste format ophalen en heb je geen problemen met versiebeheer van rondgestuurde bestanden. Ook kunnen de gegevens rechtstreeks ontsloten worden in een dashboard, zodat je altijd up-to-date bent en meteen ook slim kunt rapporteren.
Conclusie
Het uitvoeren van de RES brengt veel uitdagingen met zich mee. Een datagedreven aanpak kan helpen om het overzicht te bewaren en op het juiste moment de juiste beslissingen te nemen. Gelukkig zijn er veel data beschikbaar en zijn er vele manieren om data voor je te laten werken, zoals dashboards, apps en kaarten.
[1] Energieregio's: ook na 2030 nog veel duurzame energie op land nodig (nos.nl)
[2] Nationaal plan energiesysteem (overheid.nl)
[3] Aanbiedingsbrief Ontwerp Programma Energiehoofdstructuur (overheid.nl)
[4] PDOK Viewer
Meer weten?
Ben je op zoek naar meer informatie en kun je daar wel wat hulp bij gebruiken? Van Dam Datapartners denkt graag met je mee. Wij helpen maatschappelijke en overheidsorganisaties in het datagedreven werken, zowel in het sociaal domein als het fysiek domein. Neem contact op met Maggie Koetzier om jouw vraagstukken te bespreken.
Tip: Download ook onze whitepaper over RES.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.