Advertentie
sociaal / Redactioneel

Van alles naar niets

De politiek heeft een monster gecreëerd, en het heet het elektronisch kinddossier (EKD). Wat jaren terug begon als een automatiseringsoperatie in de jeugdgezondheidszorg, groeide uit tot een superdossier dat dé oplossing moet bieden voor problemen met jongeren en jeugdhulpverlening.

31 januari 2008

Een superdossier met heel veel gegevens: van groeicurve tot geloofsovertuiging en hobby’s van het gezin. Een scala aan organisaties zou moeten gaan werken met het EKD: om te beginnen de schoolarts, maar later ook de jeugdzorg, de school, de huisarts en misschien ook wel politie en justitie.

 

Dat het verzamelen en uitwisselen van heel veel gegevens tussen heel veel instanties echt preventief werkt, is een aanname, geen feit. De kans dat een EKD het risico op kindermoorden verkleint en jeugdhulpverleners tot samenwerking verleidt, lijkt klein. Verschillende onderzoekers wezen er in dit verband al op: het ontbreekt aan een goede analyse en probleemdefinitie. Waartoe moet dat mega-EKD nou eigenlijk op aarde komen? In het parlementaire debat doen dat soort vragen er al lang niet meer toe. Geen kind mag meer ‘buiten beeld’ raken, in die nikszeggende beeldspraak heeft iedereen elkaar gevonden.

 

De realiteit heeft de droom intussen echter verstoord. Het EKD komt al jaren steeds maar niet van de grond. In de praktijk blijkt de realisatie van een dergelijk dossier bijzonder ingewikkeld. Het kost veel tijd en geld, is technisch gecompliceerd, er zijn juridische valkuilen en tegenstrijdige belangen. Nadat een aanbestedingsprocedure afgelopen zomer mislukte, is de jeugdgezondheidszorg weer terug bij af.

 

Het is de zure vrucht van politieke grootspraak. Automatisering in en van de jeugdgezondheidszorg is op zich helemaal geen slecht streven. Nu werkt naar schatting slechts ongeveer een kwart van de consultatiebureaus en schoolartsen met computers. Met andere woorden: op veel plekken werken ze nog altijd met papieren dossiers. Daar valt een slag te maken, maar er is een belangrijk verschil tussen het streven naar een allesomvattend megadossier en een computer voor elke schoolarts.

 

Minister Rouvoet (ChristenUnie, Jeugd en Gezin) lijkt inmiddels wakker te zijn geschud. Hij wil dat alle jeugdgezondheidszorgregio’s hun eigen dossiers gaan ontwikkelen waar school- en consulatiebureau-artsen bij kunnen.

 

Maar de minister vindt een koppige Tweede Kamer tegenover zich, die in meerderheid vasthoudt aan het maakbaarheidsideaal van de risicoloze samenleving met behulp van de computer. De systemen móeten met elkaar worden verbonden en meer instanties moeten de dossiers kunnen gebruiken. Rouvoet laat die mogelijkheden nu onderzoeken, over een paar maanden horen we meer. Intussen gebeurt er weinig. Over twee jaar vindt u nog steeds vooral papier bij de consultatiebureaus en de schoolartsen. Wedden?

 

Sandra Olsthoorn

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie