Utrecht bouwt droompaleis
Het Utrechtse Muziekpaleis wordt een uniek gebouw met vijf zalen voor pop, klassieke muziek en jazz. Maar er zijn vraagtekens te plaatsen bij de financiële onderbouwing van de plannen. 'Glorieuze dure troep voor elite uit de regio.'
Een 'anti-monumentaal gebouw' noemt architect Herman Hertzberger zijn in 1979 geopende Muziekcentrum Vredenburg. Het Muziekcentrum heeft nooit de harten kunnen veroveren van de Utrechtse bevolking. Het matige onderhoud, de deprimerende naburigheid van Hoog Catharijne en het hoge verloop onder huurders van winkel- en horecaruimte in het pand waren daar mede debet aan.
Maar Hertzberger krijgt een nieuwe kans. Het oude Muziekcentrum maakt plaats voor een nieuw Muziekpaleis, waar Hertzberger wederom eindverantwoordelijk architect voor is. Voor 100 miljoen euro verrijst een gebouw met vijf zalen voor popmuziek, klassieke muziek en jazz. Elke muziekstijl krijgt zijn eigen 'biotoop' in een bijna vijftig meter hoog gebouw. Een complexe operatie, want Utrecht kiest ervoor de grote zaal van het Muziekcentrum te handhaven en daarboven vier nieuwe zalen te hangen. 'Een verticale muziekstad', aldus Hertzberger.
Met het Muziekpaleis wil de gemeente Utrecht de wensen van drie muziekinstellingen in één klap realiseren. Poppodium Tivoli groeit aan de Utrechtse Oudegracht uit zijn jasje, jazzstichting SJU raakt haar huidige zaal kwijt, en Muziekcentrum Vredenburg heeft een ruimere kleine zaal nodig, én betere faciliteiten. De inmiddels 75-jarige Hertzberger staat enigszins tweeslachtig tegenover het Muziekpaleis. 'Het is zonde dat een gebouw dat nog niet is afgeschreven wordt gesloopt. Jammer dat de kleine zaal verdwijnt. Pure kapitaalvernietiging. Maar wie ben ik om de gemeente Utrecht te vertellen wat ze moet doen. Ik krijg de kans om een prachtig gebouw neer te zetten dat uniek is in de wereld, mét behoud van de grote zaal. Als ik het niet doe, doet iemand anders het.'
Het Muziekpaleis is een prestigeobject dat de ambities van Utrecht als cultureel hart van de regio moet bestendigen. En prestigeobjecten kosten geld. Financieel zitten er flink wat haken en ogen aan het plan. De bouwkosten stijgen en de exploitatie is nu al op papier niet rond te krijgen. 'Het Muziekpaleis is te groot voor Utrecht', vindt raadslid Tim Schipper van oppositiepartij SP. Hij heeft de angst dat straks het Muziekpaleis vooral wordt gebruikt voor commerciële doeleinden.
'We maken ons zorgen over de diversiteit van het cultuuraanbod. Het kan erop uitdraaien dat binnen het Muziekpaleis zo geprogrammeerd wordt, dat overal geld mee moet worden verdiend. Straks komt Van den Ende in het Muziekpaleis. Want als het gebouw er eenmaal staat, moet het benut worden.' Coalitiepartij GroenLinks deelt die vrees. Raadslid Jan Ravesteijn: 'We denken dat het financieel moet kunnen, maar het is wel onze zorg dat groei straks alleen mogelijk is met commerciële activiteiten.'
In 2004, in een ontspannen bouwmarkt, werden de investeringskosten van het Muziekpaleis op een kleine 100 miljoen euro begroot. Ondanks de sterk opgelopen bouwkosten van de laatste jaren - bij aanbestedingen vinden overschrijdingen van vijftig procent plaats - en de vertraging in sloop en bouw, denkt de gemeente nog altijd voor 100 miljoen euro klaar te zijn. Om het sommetje sluitend te maken zijn kunstgrepen nodig.
Zo houdt Utrecht een aantal posten die direct met het Muziekpaleis samenhangen buiten de begroting. De vervangende nieuwbouw en verhuizing van het Muziekcentrum in Leidsche Rijn à vier miljoen euro bijvoorbeeld. En de afvloeiingsregelingen voor het personeel. Het vaste personeel van de drie bestaande muziekinstellingen wordt ontslagen en moet opnieuw solliciteren. Van de huidige honderd fte's blijven er zestig over. Het oplossen van het personeelsoverschot betekent alleen al voor de gemeente Utrecht, verantwoordelijk voor het Muziekcentrum, extra kosten van minimaal 2,7 miljoen euro.
Vertraagd
De kosten voor een half jaar vertraging in sloop en bouw werden begin vorig jaar op ruim negen miljoen euro geschat. Sindsdien is de sloop alweer een jaar verder vertraagd. Met name door tegenwerking van beroepsdwarsligger Kees van Oosten, die diverse procedures heeft aangespannen tegen de gemeente. Van Oosten vindt het Muziekpaleis 'glorieuze dure troep voor elite uit de regio'. 'Er is wel geld voor een duur gebouw, maar op orkesten wordt bezuinigd. Het geld voor cultuur wordt in beton gegoten.'
Utrecht vertrouwt erop de kosten van de vertraging binnen de investeringsbegroting te kunnen oplossen. Mede daarom kiest de gemeente voor een 'bouwteamaanbesteding', waarbij het Muziekpaleis samen met omliggende infrastructuur wordt aanbesteed. Achterliggende idee is dat het risico van oplopende bouwkosten van het Muziekpaleis (deels) worden opgevangen door het werk te combineren met infrastructureel werk in het stationsgebied. Utrecht is in gesprek met één bouwer. Die komt eind dit jaar met een offerte. Pas dan blijkt of het Muziekpaleis voor 100 miljoen euro kan worden gebouwd. 'Ik zet alles op alles om het voor die 100 miljoen te doen', zegt wethouder Financiën Harm Janssen (CDA). 'Als we eind dit jaar met veel hogere kosten te maken krijgen, moeten we met nieuwe voorstellen naar de raad. We zijn nu al zo ver gevorderd, we gaan niet meer terug.'
Utrecht kan al lang niet meer terug. De sloop van het Muziekcentrum begint in juni, hoewel er nog geen bouwvergunning is voor het Muziekpaleis, de artikel 19-procedure voor wijziging van het bestemmingsplan nog moet plaatsvinden en de milieueffectrapportage net ter inzage ligt. Bovendien heeft Utrecht zich contractueel verplicht het Muziekcentrum te slopen. Dat heeft te maken met een deal met vastgoedpartij Corio, eigenaar van Hoog Catharijne en de commerciële ruimtes in het huidige Muziekcentrum. Corio verkoopt die commerciële ruimtes en koopt daarvoor in de plaats grond om een nieuw winkel- en woongebouw direct naast het Muziekpaleis te bouwen. Die grond, waarop nu de kleine zaal staat, moet op 1 september worden opgeleverd, anders kan Corio een schadevergoeding eisen van de gemeente.
Eigendom
Het nieuwe Muziekpaleis wordt eigendom van de gemeente Utrecht. De toekomstige gebruikers Muziekcentrum, Tivoli en SJU richten één nieuwe organisatie op die het gebouw voor eigen risico exploiteert. De samenwerking tussen de drie muziekinstellingen loopt allerminst vlekkeloos. Afgelopen jaar was er geregeld ruzie. De belangen lopen sterk uiteen. Het Muziekcentrum is een gemeentelijke dienst die voor de helft van zijn inkomsten afhankelijk is van de gemeente en die te maken heeft met een vergrijzende doelgroep. Popzaal Tivoli draait succesvol met weinig subsidie en kan met een grotere zaal nog beter renderen. Kleinduimpje SJU dreigt tussen de twee vermangeld te raken. Zonder dat SJU het wist bedachten Muziekcentrum en Tivoli vorig jaar een nieuwe bestuursconstructie voor het Muziekpaleis met drie zetels elk voor Muziekcentrum en Tivoli en één voor SJU. 'Daar werden we wel een beetje door overvallen', beaamt Rudi van der Valk, zakelijk directeur van het SJU.
De gemeente Utrecht eist 'cultureel ondernemerschap' van de nieuwe exploitant. Dat moet ook wel, want van de 100 miljoen euro investeringskosten is slechts 30 miljoen afkomstig van de gemeente. De resterende 70 miljoen moet uit de exploitatie van het gebouw komen. Een zeer ambitieuze doelstelling, want meer subsidie (nu 7,5 miljoen euro per jaar) krijgen de drie instellingen niet, terwijl de huisvestingslasten stijgen (3,5 miljoen in plaats van 1,5 miljoen). Negen miljoen euro moet komen uit sponsoropbrengsten. Volgens de gemeente zijn daarvoor harde toezeggingen. 'Maar daarmee kunnen we pas naar buiten komen als de beslissing over de bouw is goedgekeurd', aldus wethouder Janssen.
De drie muziekinstellingen hebben nu al de grootste moeite om de exploitatie van het Muziekpaleis op papier rond te krijgen. De exploitatiebegroting die ze vorig jaar maakten werd in een second opinion door LAgroup Leisure & Arts Consulting afgebrand. De drie instellingen hadden simpelweg hun ambities tegen elkaar geschoven, hogere recettes, meer activiteiten en hogere bezoekersaantallen bij elkaar opgeteld, en dat als begroting gepresenteerd. De totale recette zou met 150 procent toenemen ten opzichte van het huidige getal. 'Te risicovol' en 'onhaalbaar' oordeelde het in cultuurland hoogaangeschreven LAgroup.
Nieuwe begroting
Nu ligt er een nieuwe exploitatiebegroting. Die is niet gemaakt door de drie partijen die het Muziekpaleis gaan exploiteren, maar door de gemeente. Overdreven optimisme heeft plaatsgemaakt voor overdreven pessimisme. In de huidige 'basisbegroting' gaat het bezoekersaantal zelfs iets omlaag. En dat terwijl het Muziekpaleis het culturele leven in Utrecht juist van nieuwe impulsen moet voorzien. 'Deze exploitatie is geen weergave van ons ambitieniveau', zegt cultuurwethouder Cees van Eijk. 'We willen alleen laten zien dat het Muziekpaleis exploitabel is te maken.'
Volgens de basisbegroting gaan de drie partijen minder activiteiten organiseren dan nu, met evenveel subsidie, maar verdubbelde huisvestingslasten. Er is dus minder geld beschikbaar voor programmering. De basisbegroting is allerminst een realistische weergave van de ambities van gemeente en muziekinstellingen, maar lijkt vooral bedoeld om de gemeenteraad tevreden te stellen. LAgroup constateert dat de basisbegroting financieel haalbaar is, maar houdt slagen om de arm. Zo wordt bijvoorbeeld geen rekening gehouden met 4,5 miljoen euro aanloopverliezen.
De muziekpartijen lijken de begroting niet erg serieus te nemen. Rudi van der Valk van het SJU blijkt direct na het uitkomen ervan niet op de hoogte van het feit dat zijn ambitieuze groeiplannen (+50 procent bezoekers) ineens zijn teruggebracht tot een forse krimp (-40 procent). Directeur Ed de Haan van het Muziekcentrum ziet de begroting als het 'absolute minimum'. 'Dit is natuurlijk niet de begroting waarmee het Muziekpaleis straks van start moet gaan.'
Meer activiteiten
Gemeente en exploitant gaan er nog steeds van uit dat in het Muziekpaleis veel meer activiteiten gaan plaatsvinden, bij voorkeur op het niveau van de eerste begroting, die juist werd afgekeurd vanwege de slechte financiële onderbouwing. Volgens cultuurwethouder Van Eijk gaan concerten en activiteiten die bovenop de basisbegroting komen de gemeente geen extra geld kosten, zelfs niet als het om klassieke muziek gaat (nu 50 procent subsidie) of experimentele jazz. 'Als het Muziekpaleis meer concerten wil, moet het daarvoor zelf de dekking vinden. Wij gaan niet meer subsidie geven.'
Veel cultuurgebouwen in Nederland kampen met exploitatietekorten, die zich vertalen in gebrekkig onderhoud, tekorten op de programmering en overmatige aandacht voor commerciële verhuur. De Amsterdamse situatie is het schrikbeeld. Het Amsterdamse Muziekgebouw aan het IJ - bouwkosten 60 miljoen - heeft de grootste moeite de exploitatie rond te krijgen, terwijl er niet eens huur hoeft te worden betaald aan de gemeente, die de afgelopen jaren ook nog eens herhaaldelijk financieel moest bijspringen. Anders dan in Utrecht neemt Amsterdam alle kapitaallasten van het pand voor haar rekening. Toch wordt in Amsterdam geklaagd dat het Muziekgebouw andere cultuurzalen leegzuigt en concurreert met commerciële verhuurders.
Cultuurwethouder Carolien Gehrels dreigde vorig jaar het Muziekgebouw te verkopen als het niet meer cultuurvoorstellingen ging organiseren. 'Investeringen in cultuurgebouwen moeten worden gerechtvaardigd met realistische cijfers van gebouwgebonden kosten en exploitatielasten', adviseert de Amsterdamse Kunstraad. Het is een advies dat ook elders ter harte zou moeten worden genomen, vindt secretaris Bert Janmaat. 'Het is in de cultuur altijd makkelijker om geld te vinden om te bouwen dan voor structurele dekking van de kosten. Een nieuw gebouw wordt gezien als een investering in cultuur, maar het is een investering in stenen. Om een gebouw binnen de begroting te houden wordt het Programma van Eisen ten onrechte uitgekleed en de verwachtingen van commerciële exploitatie en horeca-inkomsten ten onrechte opgeschroefd.'
Utrecht is niet bang voor 'Amsterdamse' toestanden. 'Ik ken de Amsterdamse situatie niet precies, maar we gaan hier niet over een nacht ijs', zegt wethouder Janssen. 'We zijn al vier, vijf jaar op een zorgvuldige manier bezig zijn met de voorbereidingen. We gaan geen prachtig gebouw neerzetten dat niet loopt.' En collega Van Eijk: 'We werken met instellingen die tientallen jaren ervaring hebben. Daar hebben we alle vertrouwen in.'
Luchtfietserij
Bij bespelers van Tivoli en Muziekcentrum leeft scepsis over de Muziekpaleisplannen. Er is enthousiasme over ontwerp en concept, maar twijfel over de exploitatie. Jan van den Bossche, directeur van het Festival Oude Muziek, dat elk jaar in het Muziekcentrum wordt georganiseerd, ziet 'luchtfietserij' in de plannen. 'Het Muziekpaleis kan een zaal van wereldformaat worden, maar is riskant in de exploitatie. Ik zie bijvoorbeeld niet hoe de drie muziekstromen jazz, pop en klassiek in een gebouw van elkaar kunnen profiteren. Dat zijn toch verschillende doelgroepen.'
Van den Bossche vindt het 'frustrerend' dat hij en andere vaste gebruikers van het Muziekcentrum niet zijn betrokken bij de plannen. 'Ons is nooit gevraagd naar onze wensen of mening.' Maar echt zorgen maakt Van den Bossche zich met name over de komende jaren. 'Dat wordt een ramp. We hebben geen grote zaal meer in het centrum van Utrecht en ik moet nog zien of onze bezoekers helemaal naar de vervangende zaal in Leidsche Rijn gaan.' Ook Anton Kok, directeur van het Muziekcentrum van de Omroep, is momenteel niet erg gelukkig met de tijdelijke locatie.
Concerten van de omroeporkesten leveren het Muziekcentrum jaarlijks 3,5 miljoen euro aan programmeringsbudget op. 'De zaal in Leidsche Rijn is nog van onvoldoende kwaliteit. We zijn in overleg met de gemeente hoe het beter kan. We hopen dat we eruit komen. Voor extra concerten willen we naar andere locaties uitwijken en als het in Utrecht echt niet beter wordt, moeten we op lange termijn misschien naar een alternatief zoeken totdat het Muziekpaleis er is.'
De tijdelijke behuizing en verhuizing naar het Muziekpaleis kosten het Muziekcentrum veel geld. De bezoekersaantallen in de vervangende zalen in Leidsche Rijn en de Leeuwenberghkerk zijn bijna de helft lager dan in het oude Muziekcentrum. Cultuurwethouder Van Eijk erkent dat Vredenburg last heeft van teruglopende bezoekersaantallen, maar volgens hem is geen sprake van financiële problemen. 'De lagere bezoekersaantallen zijn ingecalculeerd. Het is te vroeg om daar conclusies uit te trekken.'
Architect Herman Hertzberger doet nogal laconiek over de financiële bedreigingen voor het Muziekpaleis. 'Elke stad die met zo'n ambitieus plan komt, krijgt de wind van voren. Kijk naar het Chassétheater in Breda, het Muziekgebouw aan het IJ. Moet Utrecht iets bouwen dat de rest de wereld niet heeft? Dat moet de gemeente beoordelen. Ik vind het een fascinerend project, maar ik kan niet beoordelen of het straks volloopt.' De Utrechtse gemeenteraad moet 1 april definitief akkoord gaan met de investeringsplannen voor het Muziekpaleis. Eind 2012 moet alles klaar zijn.
In samenwerking met Leendert van der Valk (NRC Handelsblad).
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.