Advertentie
sociaal / Achtergrond

Trots Klarendal vreest weer af te glijden

De sociale problematiek stapelt zich steeds verder op in de ‘kwetsbare wijken’. Waar vroeger het rijk en de woningcorporaties bijdroegen aan de leefbaarheid van die buurten, staan gemeenten er nu alleen voor. Bericht uit het Arnhemse Klarendal.

23 oktober 2020
Klarendal.jpg

De terugkeer van de kwetsbare wijk

De comfortabele, uit Amerika geïmporteerde stoelen van de luxe barbershop aan de Klarendalseweg in Arnhem zijn stuk voor stuk gevuld door mannen met volle en strak getrimde baarden. De barbiers dragen witte labjassen, er is Warsteiner op de tap, en op de muur staat ‘Cheap haircuts are not good!’. Verderop in de straat vind je het monumentale oude postkantoor met de naam Station Klarendal, waarin restaurant Goed Proeven is gevestigd. Net om de hoek ligt het hippe café Caspar en ‘boutique hotel’ Modez, met kamers die zijn ingericht door modeontwerpers.

Je moet erg goed kijken, wil je in de Arnhemse wijk Klarendal nog de sporen terugzien van de probleemwijk die het ooit was. Waar je in de vorige eeuw nog over de junks struikelde, worden nu baarden gestijld. Waar in 1989 een knokploeg van buurtbewoners de huizen van dealers en de auto’s van drugstoeristen vernielde, werken nu veelbelovende modeontwerpers aan hun nieuwe collectie. Waar vroeger geen Arnhemmer wilde wonen, woont nu de burgemeester. Hoewel de problemen niet helemaal zijn verdwenen, is Klarendal een wijk waar Arnhemmers trots op zijn.

Dat de Klarendallers prettig wonen, blijkt al sinds een jaar of tien uit peilingen onder de bewoners. Die geven hun buurt nu net zulke goede cijfers als in de andere delen van Arnhem, vertelt Berry Kessels trots. Kessels past prima in het straatbeeld met zijn goed verzorgde baard en een witte zakdoek in het borstzakje van zijn blazer die matcht met zijn nette witte schoenen. Hij was betrokken bij de grote transformatie van Klarendal, die rond 2008 in gang werd gezet. Destijds werkte hij voor woningcorporatie Volkshuisvesting Arnhem. Sinds kort is Kessels zelfstandig wijkontwikkelaar.

Toch zijn er signalen dat de leefbaarheid van Klarendal weer terugzakt. Eind vorig jaar klopten bezorgde bewoners bij de gemeenteraad aan om te klagen over de stijgende drugsoverlast. Om nóg een opstand zoals die in 1989 te voorkomen, moest de gemeente ingrijpen, was de boodschap. Dat soort signalen zijn door heel Nederland zichtbaar. De leefbaarheid in wijken met veel sociale huur keldert in dreigend tempo, waarschuwde wooncorporatiekoepel Aedes eerder dit jaar.

Een terugkeer van ‘achterstandswijken’ is dichterbij dan ooit, concludeerde de vereniging. De concentratie van sociale problematiek wordt in corporatiewijken steeds groter en serieuzer. ‘Er wonen veel mensen met weinig opleiding, mensen die de taal gebrekkig spreken, mensen met psychische problemen, mensen zonder werk, noem maar op’, vat Kessels samen. Of, zoals hij het onlangs in een opiniestuk verwoordde: de volksbuurt gaat steeds meer op een ‘open inrichting’ lijken.

Neerwaartse trend
Matthijs Uyterlinde doet voor kennisinstelling Platform31 onderzoek naar de leefbaarheid van wijken. Hij ziet de neerwaartse trend al sinds 2012. Bovendien beperken de problemen zich niet tot de grote steden, benadrukt hij: ‘Ook in middelgrote steden zoals bijvoorbeeld Emmen, Lelystad of Dordrecht zijn buurten die dreigen af te glijden. Iedere lokale woningmarkt kent een zwakke plek.’ Een paar jaar geleden introduceerde Platform31 daarom de term ‘kwetsbare wijken’. ‘Achterstandswijk of probleemwijk werkt stigmatiserend, legt Uyterlinde uit. ‘Kwetsbaar heeft iets van hoop. Het leefklimaat is kwetsbaar, maar als je er goed voor zorgt, kan het weer gaan bloeien. We willen perspectief schetsen, maar wel onderkennen dat in deze wijken iets aan de hand is.’

Hoe komt het dat de corporatiewijken steeds minder leefbaar worden in een steeds rijker wordend land? Volgens Uyterlinde zijn er vier belangrijke factoren te noemen. Ten eerste kwam de kredietcrisis in wijken met goedkope woningen harder aan dan elders. Daarnaast heeft het rijk zich de afgelopen tien jaar weinig bemoeid met leefbare wijken, legt Uyterlinde uit. Dat uitte zich bijvoorbeeld in het vervroegd afbouwen van het Vogelaarbeleid. Uyterlinde: ‘Landelijk is er een andere wind gaan waaien vanaf het kabinet- Rutte I. Stadsvernieuwing en leefbare wijken zijn toch van oudsher sociaaldemocratische thema’s, die minder goed passen bij een neoliberaal kabinet. Thema’s als de participatiesamenleving en eigen kracht passen daar beter bij.’ Ook in het meest recente regeerakkoord komt het woord ‘leefbaarheid’ niet voor, vertelt Uyterlinde. ‘In de jaren van afwezig rijksbeleid – een beleidsvacuüm – is de problematiek in een aantal wijken verergerd.’

Sinds kort komt de aandacht van het kabinet voor de leefbaarheid van wijken weer een beetje terug, merkt Uyterlinde. Mede omdat het rijk inziet dat kwetsbare wijken broeinesten zijn voor ondermijnende criminaliteit. Begin dit jaar nam het ministerie van Binnenlandse Zaken het initiatief voor het Interbestuurlijk Programma Leefbaarheid en Veiligheid, waarmee zestien stedelijke vernieuwingsgebieden moeten worden aangepakt.

Kerntaken
Een andere belangrijke ontwikkeling was de Woningwet van 2015, waarmee de taken van woningcorporaties werden ingeperkt. De corporaties moesten zich toeleggen op hun kerntaken en trokken zich terug uit het leefbaarheidsdomein. Ook Berry Kessels noemt de Woningwet als een belangrijke reden voor de achteruitgang van corporatiewijken. De opknapbeurt van Klarendal is, in retrospectief, een schoolvoorbeeld van een succesvolle interventie die door die wet onmogelijk is gemaakt. Kessels: ‘Wat ik met Volkshuisvesting heb gedaan, mag nu niet meer.’

Destijds was de corporatie de enige partij die de wijk kon aanpakken, vertelt Kessels. ‘De gemeente kon niet investeren want die had de mogelijkheden niet. De markt wilde niet investeren want die geloofde er niet in. En de corporatie is een grote belanghebbende in de wijk omdat 60 tot 70 procent van de woningen eigendom is van Volkshuisvesting Arnhem. En op het moment dat die wijk verder achteruit gaat  – en daar was toen echt grote angst voor – krijg je de waarde er niet meer uit. Dus dat is ook een welbegrepen eigenbelang.’

‘We hebben woningen opgekocht en daar winkels van gemaakt. Wij dachten: als we hier een levendige hoofdas maken, dan willen mensen er weer wonen.’ Ook kwam er ruimte voor ateliers voor beginnende modeontwerpers. Zo ontstond het idee om van Klarendal het Modekwartier te maken. Het pronkstuk van de operatie was Station Klarendal, het gebouw dat de vernieuwde winkelstraat in Klarendal nu haar statige aanblik geeft. Het was een oud postkantoor dat moest wijken voor de verbouwing van Arnhem Centraal. In plaats van het te slopen, werd het in 125 stukken gezaagd en aan het begin van de Klarendalseweg weer in elkaar gezet.

Ten slotte spelen ontwikkelingen in het sociaal domein ook een belangrijke rol in de toename van sociale problematiek in kwetsbare wijken. Mensen met psychische problemen die voorheen in instellingen woonden, moeten steeds meer een plek krijgen in gewone wijken. Het idee daarachter is dat de zorg mee zou verhuizen, maar dat lukt in de praktijk vaak niet, merkt Kessels: ‘Je ziet dat de begeleiding toch te gering is, en dat de overlast die die mensen veroorzaken vooral wordt gedragen door de buren die toch al genoeg aan hun hoofd hebben. Je enige vriend is dan nog de politie, die komt nog. Want die komt altijd.’

Ook is de manier waarop gemeenten zorg en welzijn op wijkniveau organiseren met de decentralisaties van 2015 veranderd. Uyterlinde: ‘Bij de sociale wijkteams, die vrijwel alle gemeenten hebben opgezet, gaat veel aandacht uit naar ondersteuning achter de voordeur. Op social work in de wijk is fors bezuinigd. In veel kwetsbare wijken zien we hierdoor terugtrekgedrag onder bewoners, minder vertrouwen in elkaar en in de toekomst, en toenemende onveiligheidsgevoelens.’

Lange adem
Kortom: het rijk heeft zich teruggetrokken uit wijkenbeleid, de corporaties mogen zich er niet meer mee bezighouden, en gemeenten hebben het budget er niet voor. Hoe doorbreken we die impasse? ‘Het zou mooi zijn als het rijk weer langszij komt bij gemeenten’, zegt Uyterlinde. Toch zijn er volgens hem ook stappen die gemeenten zelf kunnen zetten. Uyterlinde pleit bijvoorbeeld voor gebiedsgericht beleid waarbij de gemeente voorbij de grenzen van beleidssectoren kijkt. Werken aan de energietransitie, het aanpakken van ondermijnende criminaliteit én investeren in de sociale infrastructuur van buurten zou samen moeten gaan. Dat vraagt wel om ontkokering van taken en budgetten.

Verder benadrukt Uyterlinde dat werken aan wijken een proces van lange adem is. Een ‘projectencarrousel’ levert geen stabiele verbetering op. De blik moet daarom, zoals bijvoorbeeld bij het Nationaal Programma Rotterdam Zuid, verder gaan dan de collegeperiode. Ook wijkontwikkelaar Kessels pleit voor ontkokering. De eerste helft van dit jaar heeft hij in opdracht van de gemeente Arnhem als ‘aanjager’ gezocht naar oplossingen voor de overlast die in Klarendal opnieuw opdook. Hij bracht bewoners en maatschappelijke professionals door middel van wandelingen in de wijk met elkaar in contact. Kessels: ‘De bewoners voelden zich weer gehoord. En de professionals begrepen onderling beter wat ze allemaal deden. Het barst namelijk van de professionals in de wijk, maar ze zitten allemaal hun eigen vakje in te kleuren. En mensen passen niet altijd in een vakje.’

Ook Kessels ziet de energietransitie als mogelijk aangrijppunt voor wijkenaanpak. ‘We hebben een enorme opgave in het verduurzamen van woningen, en tegelijkertijd een groep mensen die zonder werk thuis zitten. Kun je die groep niet bij de opgave betrekken? Kun je geen buurtbedrijfjes oprichten die bijvoorbeeld de kozijnen gaan schilderen, of het groenonderhoud doen? Ik denk dat je zo een soort wijkeconomie op gang kunt brengen waar echt geld in omgaat. Volgens mij moet de gemeente daarin de lead nemen. Zodat mensen uit de uitkeringssfeer komen en dingen doen die ze zelf zinvol vinden.’

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie