Transformatie jeugd heeft nog zeker vijf jaar nodig
De transformatie van de jeugdzorg gaat nog minstens vijf jaar duren. Er moet rekening worden gehouden met 56 miljoen euro aan transitiekosten per jaar. Dat stelt AEF na onderzoek.
De transformatie van de jeugdzorg gaat zeker nog vijf jaar duren. Er moet rekening worden gehouden met 56 miljoen euro aan transitiekosten per jaar.
Grote verandering
Dat stelt AEF in zijn eind vorige week verschenen onderzoek ‘Stelsel in groei. Onderzoek naar financiële tekorten in de jeugdzorg kosten’. Tijdens de onderzoeksfase hebben veel gemeenten aangegeven de komende vijf jaar een grote verandering in hun jeugdbeleid door te zullen voeren. ‘Op basis van het stadium waar gemeenten zich nu in bevinden, schatten we in dat de transitie gemiddeld ongeveer tien jaar in beslag zal nemen, gerekend vanaf de decentralisatie in 2015’, aldus AEF.
Nieuw jeugdbeleid
Gemeenten moeten − om de beoogde transformatie te verwezenlijken − nieuw effectief jeugdbeleid, nieuwe werkwijzen, nieuwe samenwerkingen en een nieuwe infrastructuur ontwikkelen, verduidelijkt AEF. ‘Om dit te bereiken, is nodig dat gemeenten meerdere cycli in een lerend proces doorlopen, waarbij steeds de effecten van beleid worden geëvalueerd en (grote of kleine) aanpassingen worden gedaan.’
Preventie
AEF heeft onderzocht of preventie en vroegsignalering het beroep op specialistische jeugdhulp kunnen voorkomen. Dat blijkt maar bij een zeer beperkt aantal jongeren het resultaat te zijn. ‘Van iedere acht kinderen/gezinnen waar de interventie wordt aangeboden, zal er bij één een verbetering optreden ten gevolge van de interventie’, concludeert AEF. En dat betekent ook nog niet dat een jeugdhulptraject kan worden voorkomen.
Hoge kosten
De kosten van veel interventies zijn daarnaast hoog in verhouding tot de voorkomen jeugdhulp-trajecten. Die liggen gemiddeld op 2.000 euro per kind, berekende AEF. ‘Dat betekent dat er acht keer 2.000 euro geïnvesteerd moet worden, om mogelijk een jeugdhulptraject te voorkomen. Dat betekent dat de inzet van deze preventie binnen de Jeugdwet zelfs in het meest gunstige geval alleen kosten bespaart als dat voorkomen jeugdhulptraject minimaal 16.000 euro kost. De meeste jeugdhulptrajecten zijn goedkoper dan dat.’ Een van de aannames van de Jeugdwet is dat vroegsignalering en preventie zal zorgen voor een verschuiving van specialistische naar lichte (en goedkopere) jeugdhulp. AEF concludeert dat de inzet van preventie en vroegsignalering niet kan leiden tot een structurele besparing binnen de Jeugdwet.
Kwaliteit van leven
AEF wil daarmee niet zeggen dat dat preventie en vroegsignalering niet waardevol zijn. ‘Ze kunnen in veel gevallen leiden tot een verhoging van de kwaliteit van leven, zonder dat ze bijdragen aan een lager kostenniveau binnen de Jeugdwet. Ook is het goed mogelijk dat preventie en vroegsignalering leiden tot vermindering van kosten in andere wettelijke kaders.’
Stijgende kosten per jongere
Het rapport van AEF bevestigde vorige week wat gemeenten al jaren zeggen: ze krijgen te weinig geld van het rijk om de Jeugdwet uit te voeren. De kosten zijn gestegen van 3,6 miljard euro in 2015 tot 5,4 tot 5,6 miljard euro in 2019. Het rijksbudget bedroeg 3,8 miljard euro. Het gemeentelijk tekort over 2019 bedroeg tussen de 1,6 en 1,8 miljard euro. Het aantal cliënten steeg de afgelopen jaren weliswaar met zestien procent, maar dat is niet de belangrijkste reden de oplopende kosten. Achterblijvende uitstroom en de stijgende kosten per jongere zijn dat wel. Die kosten per jongeren in jeugdzorg zijn gestegen van 8.118 euro in 2015 naar 10.354 euro in 2019; een stijging van zestien procent.
Reacties: 3
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.