Thuiszorg ouderen blijft groeien

Analisten van ABN AMRO concluderen op basis van cijfers van het CBS dat de kosten aan intensieve thuiszorg voor ouderen sterk zijn toegenomen. Naar verwachting zet deze trend naar meer intensieve zorg in een thuisomgeving de komende jaren stevig door, met een sterke stijging vanaf 2026. Bij een gelijkblijvend aantal plaatsen binnen zorginstellingen zal in 2030 bijna 40 procent van de intensieve zorg thuis verleend worden.

Uitgaven

De Nederlandse zorguitgaven lijken in eerste opzicht relatief weinig gegroeid in 2022. Volgens de analisten is dit echter een misvatting. Omdat er niet langer kosten voor de coronapandemie gemaakt werden wordt de stijging geflatteerd. De 4,3 miljard euro die in 2022 minder nodig was voor de bestrijding van Covid ging in zijn geheel op, en op bijna alle fronten werd meer besteed. Zo blijkt uit de juli-cijfers van het CBS. Naar intensieve zorg aan ouderen ging ruim 2 miljard meer, ondanks het uitblijven van groei in verzorgingstehuizen.

Babyboomers

De trend naar meer intensieve zorg zet zich volgens ABN AMRO stevig door. Vooral na 2026 neemt de zorgvraag sterk toe. Dit is te verwachten omdat de babyboomgeneratie dan de 80 passeert, en statistisch gezien is dan de meeste zorg nodig. Het aantal 80-plussers is in 2026 naar verwachting met elf procent toegenomen ten opzichte van de huidige situatie. In 2030 ligt dit aantal maar liefst 38 procent hoger dan op dit moment.

Meer thuis

Als het aantal senioren dat intensieve zorg nodig heeft gelijk blijft dan hebben in 2030 216.000 senioren zorg nodig in een passend omgeving. Tegelijkertijd is de capaciteit van verzorgingshuizen al jaren niet gegroeid. Dat betekent dat er steeds meer zorg bij mensen thuis plaatsvindt. Omdat het om intensieve zorg gaat, moet deze bij voorkeur plaatsvinden voor de verplegers goed toegankelijke woningen, waar ook in de nacht toezicht is. De oorspronkelijke eigen woning is voor dergelijke intensieve zorg thuis meestal niet geschikt, aldus de bank.

Woningbehoefte

Uit de cijfers blijkt ook dat er in 2030 bijna 62.000 meer voor intensieve zorg geschikte woonhuizen nodig zijn dan nu. Dat heeft flinke implicaties voor de zorgsector, maar ook voor het gemeentelijk zorgnetwerk en de woningmarkt. De benodigde transformatie van de huizenmarkt blijft vooralsnog uit. De cijfers onderstrepen volgens de bank de noodzaak van de plannen van het demissionaire kabinet voor de bouw van 290.000 extra woningen, waarvan er minimaal 40.000 geschikt zijn voor intensieve zorg. Of dit voor 2030 gaat lukken is echter maar zeer de vraag.

‘Nieuwbouw verloopt mede door de stikstofproblematiek traag, terwijl het bovendien denkbaar is dat beleggers en projectontwikkelaars binnen de beperkte ruimte die er wel is liever goedbetaalde eengezinswoningen realiseren dan geclusterde woonvormen voor senioren. Wat in ieder geval zeker is, is dat de kosten voor intensieve ouderenzorg voorlopig in een rechte lijn omhooggaan’, aldus de analisten.