Tarieven Wmo over de kop
Tussen gemeenten die al wel gesleuteld hebben aan de ‘Awbz-systematiek’ zijn de tariefverschillen voor bijvoorbeeld individuele begeleiding veel groter dan tussen gemeenten die ‘Awbz-tje’ blijven spelen. Dat blijkt uit nader onderzoek naar de Wmo-tariefverschillen tussen 162 gemeenten dat op verzoek van Binnenlands Bestuur door de Universiteit Twente is uitgevoerd.
Tussen gemeenten die ‘Awbz-tje’ blijven spelen, zijn de tariefverschillen voor bijvoorbeeld individuele begeleiding minder groot dan tussen gemeenten die al wel gesleuteld hebben aan de ‘Awbz-systematiek’. Bij deze gemeenten − die nieuwe producten hebben gedefinieerd − lopen de verschillen op tot meer dan 100 procent.
Zo betalen Veenendaal en Renswoude met 24,50 euro per uur de laagste tarieven voor lichte individuele begeleiding. Zeewolde, Harderwijk en Elburg trekken daar − evenals vier andere gemeenten − met 50,65 euro per uur ruim twee keer zo veel voor uit. (zie tabel 1 en 2). Al deze gemeenten hebben flink gesaneerd in de enorme hoeveelheid producten die per januari van dit jaar van de Algemene wet bijzondere ziektekosten (Awbz) zijn overgegaan naar de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015).
Gemeenten die de voormalige Awbz-producten één-op-één in de Wmo hebben overgenomen, voeren over het algemeen een generieke korting door. Die kortingen verschillen ook, maar de verschillen tussen gemeenten in deze categorie zijn minder groot: maximaal 15 procent. Dat blijkt uit nader onderzoek naar de Wmo-tariefverschillen tussen 162 gemeenten dat op verzoek van Binnenlands Bestuur door de Universiteit Twente is uitgevoerd. Uit eerder onderzoek kwam naar voren dat gemeenten fiks bezuinigen op de tarieven voor individuele begeleiding, oplopend tot gemiddeld 22 procent.
Zuinig
Gemeenten die de voormalige Awbz-producten voor individuele begeleiding hebben samengevoegd tot individuele begeleiding ‘licht’, ‘midden’ en ‘zwaar’, knijpen niet op alle drie de categorieën even zwaar. Renswoude telt met Veenendaal het minste neer voor individuele begeleiding ‘licht’, maar beiden trekken met 67 euro per uur voor begeleiding ‘zwaar’ weer veel meer uit dan andere ‘zuinige’ gemeenten zoals bijvoorbeeld Barneveld – met een tarief van 50 euro per uur.
Niet evenredig
Ook andersom komt voor: gemeenten die de hoogste tarieven voor lichte individuele begeleiding neertellen, zijn dan weer minder ‘gul’ bij individuele begeleiding ‘zwaar’. Zo is Ermelo (met zes andere gemeenten, zie tabel 2) met 50,65 euro per uur de ‘gulste’ gemeenten wat betreft individuele begeleiding ‘licht’, maar het tarief voor begeleiding ‘zwaar’ is met 60,35 euro per uur zo’n 8 euro lager dan gemiddeld. Bij individuele begeleiding ‘zwaar’ is Almere met 82,14 euro per uur de ‘gulste’ van de onderzochte gemeenten. ‘Gemeenten blijken de korting niet evenredig over de verschillende tarieven te verdelen’, stelt onderzoeker Niels Uenk, die samen met hoogleraar inkoopmanagement Jan Telgen het onderzoek uitvoerde.
Groter effect
De individuele motieven daarvan zijn onbekend, maar kunnen samenhangen met de populatie aan cliënten, stellen Uenk en Telgen. ‘Het korten van een euro op een groot aantal cliënten levert meer op dan een korting van een euro op een kleine groep. En als het aantal uren zorg in de categorie ‘licht’ groter is dan het aantal uren zorg in de groep ‘zwaar’ heeft een korting op ‘lichte ondersteuning’ een veel groter effect dan het korten op zware ondersteuning’, licht Uenk toe. ‘Positief geformuleerd, is een bezuiniging in een groep waar veel volume zit wellicht ook beter te realiseren voor zorgaanbieders, dan in de gespecialiseerde begeleiding met kleine volumes.’
Kaasschaaf
De tariefverschillen tussen gemeenten die nog steeds de oude prestatiecodes vanuit de Awbz gebruiken, zijn veel kleiner, zo blijkt uit het onderzoek. ‘Deze gemeenten werken in veel gevallen met een standaard (minimum) kortingspercentage voor alle ingekochte producten ten opzichte van de tarieven in 2014’, aldus Uenk. Zo hebben Amersfoort (en vijf samenwerkende gemeenten) en de tien samenwerkende gemeenten in de regio Rivierenland zorgaanbieders gevraagd op de aanbesteding in te schrijven met tarieven voor individuele begeleiding die ten minste 10 procent lager zijn dan vorig jaar. De zes gemeenten in de Peelregio betalen 12,5 procent minder aan de gecontracteerde aanbieders ten opzichte van 2014. In Opsterland, Oost- en Weststellingwerf zijn de tarieven met 25 procent gekort. Dat geldt ook voor de samenwerkende gemeenten in Midden-Limburg.
Dagbesteding
Ook de tarieven voor dagbesteding lopen ver uit elkaar. De tarieven voor de lichtste vorm variëren van 26 euro per dagdeel (Heerenveen) tot 37,76 euro per dagdeel in de Regio Noord-Veluwe: bijna de helft meer dan Heerenveen. Bij de duurste vorm van begeleiding lopen de tarieven uiteen van 45 euro per dagdeel (BAR-gemeenten en Barneveld) tot 64,50 euro per dagdeel in Almere; een verschil van ruim 43 procent.
Zorg in Natura is niet mogelijk omdat de organisatie buiten de gemeente ligt en de gemeente (nog) geen contract met deze organisatie heeft, maar ook geen goed alternatief binnen de gemeente heeft.
Het idiote is nu dat de gemeente wel meer uren heeft toegekend dan aangevraagd. E.e.a. betekent dat het voor de gemeente zo'n 4000,- euro duurder wordt dan de zorg voorgaande jaren kostte, het voor ons/hem gemiddeld 630 euro (!!!!) per maand duurder wordt en dat alles terwijl wij en hij tevreden waren hoe het ging! Hij heeft (nog) geen inkomen, zit nog op school. Hij is dus is totaal afhankelijk van of wij de zorg voor hem betalen. Let wel en dan is de eigen bijdrage vanuit het CAK nog niet eens bekend.....
We staan met ons rug tegen de muur. En dan heeft onze zoon ons nog om dingen voor hem te regelen en te betalen, veel jongeren hebben dat niet.
Volgens mij gaat dit aan alle doelen van de transitie voorbij: eigen regie, zorg op maat, minder bureaucratisch, toewerken naar zelfstandigheid, kostenvermindering, etcetera.....
Wat kunnen we doen beste bestuurders van Nederland?