Advertentie
sociaal / Nieuws

Taakgericht bekostigen jeugdhulp nog geen blijvend succes

Desalniettemin heeft deze werkwijze veel potentie, stelt de Jeugdautoriteit.

20 februari 2025
Overheden sluiten op allerlei gebieden overeenkomsten. Bron: Shutterstock
Overheden sluiten op allerlei gebieden overeenkomstenBron: Shutterstock

Het taakgericht financieren van jeugdhulp, waarbij een groep aanbieders (een consortium) samen van de gemeente een budget krijgt voor een opdracht, wint aan populariteit. Maar tot nu toe zijn er nog weinig voorbeelden van blijvend succes. De opstart verloopt vaak moeizaam en resultaten kunnen pas na een langere periode goed worden geëvalueerd.

Projectleider

JS Consultancy
Projectleider

Gebiedsplanoloog

JS Consultancy
Gebiedsplanoloog

Groeien

Momenteel zijn er circa 25 jeugdhulpconsortia actief, met een gemiddelde opdrachtwaarde van 26,1 miljoen euro per consortium. In totaal doen 96 jeugdhulpaanbieders mee. Ongeveer 12 procent van de totale jeugdhulpomzet loopt via deze consortia, en dat aandeel zal waarschijnlijk groeien, verwacht de Jeugdautoriteit (JA).

Voordelen

Regio’s en gemeenten kiezen voor taakgericht financieren om kosten te beheersen, versnippering in de zorg te voorkomen, administratieve lasten te verminderen en de jeugdhulp te vernieuwen. Voor aanbieders geldt dat zij in de eerste plaats consortia starten omdat dit vanuit gemeenten wordt verlangd. Maar ze zien ook inhoudelijke voordelen. Samenwerken op de lange termijn helpt bij de vernieuwing van jeugdhulp en biedt praktische voordelen in de uitvoering.

Moeilijk

Tot zover de theorie. Nieuw onderzoek van de JA vond namelijk weinig voorbeelden waar nu al een blijvend succes kan worden vastgesteld. Denk aan een grote kostenbesparing of een sterke verandering in de jeugdhulp. ‘De opstart is vaak moeilijk en resultaten kunnen pas over een langere periode beoordeeld worden’, is te lezen in het vandaag verschenen rapport.

Geregel

Er zijn positieve geluiden, maar ook nog genoeg aandachtspunten, zegt JA-directeur Annemiek van der Laan: ‘Je hebt vaak niet van de een op de andere dag zo’n consortium opgetuigd. Het is een complexe organisatie die vaak bestaat uit drie of vier heel grote aanbieders, met een aantal (kleine) onderaannemers. Dat gaat gepaard met een boel geregel.’

Bijspringen

Daarnaast constateert Van der Laan dat veel gemeenten de neiging hebben om het budget voor de opdracht laag te houden: ‘Voor gemeenten die net beginnen met deze bekostigingsvariant is het natuurlijk onverstandig om meteen de kraan open te zetten. Ze hebben nog weinig ervaringen met deze variant en zitten daarom strak op de kosten. Maar omdat de budgetten vaak te laag zijn, moeten gemeenten doorgaans later alsnog financieel bijspringen. Lokale overheden vinden het lastig om te bepalen hoe ze een budget moeten opbouwen.’

Minder versnipperd

Desalniettemin heeft taakgericht werken met consortia veel potentie, stelt de JA. Het stimuleert innovatie en lokale samenwerking. Met een duidelijke visie, een langetermijnplan en de juiste voorwaarden, kan deze aanpak zorgen voor ‘integrale en beheersbaardere jeugdhulp’. Van der Laan: ‘Onder één vlag heb je alle verschillende disciplines, waardoor zorg minder versnipperd is over losse aanbieders. Daarbij kunnen jongeren bínnen hetzelfde consortium sneller geholpen worden. Het op- en afschalen van zorg gaat makkelijker en doordat je één gezamenlijke huishouding hebt, nemen de administratieve lasten af. Het vergt in het begin veel investeren in een goede opbouw, maar op de lange termijn is een consortium een stuk houdbaarder.’

Hervormingsagenda

Wat volgens de JA echter niet helpt, is dat er binnen de Hervormingsagenda Jeugd soms sprake lijkt te zijn van twee gedachten. Enerzijds blijft de decentralisatie behouden en wordt taakgerichte bekostiging als interessante optie genoemd. Anderzijds is er een focus op standaardisering en regionalisering, met vooral aandacht voor inspannings- en resultaatgerichte bekostiging. Dit heeft geleid tot recente en geplande wet- en regelgeving die niet goed passen bij taakgerichte bekostiging.

Kostenposten

Bijvoorbeeld de AMvB reële prijzen Jeugdwet, die regelt dat gemeenten en aanbieders verplicht zijn om hun prijzen op te bouwen met gebruik van in de AMvB bepaalde kostprijselementen. ‘Deze maatregel is vooral nuttig voor gemeenten die inspannings- en resultaatgericht financieren’, legt JA-onderzoeker Sander Brok uit. ‘Zo moeten gemeenten bij het opstellen van de tarieven rekening houden met de overheadkosten van jeugdhulpaanbieders. Maar de kracht van taakgericht bekostigen zit ‘m juist in dat aanbieders van een consortium zelf kijken wat nodig is. Gemeenten hoeven op hun beurt niet het lijstje met kostenposten van aanbieders af te gaan.’

‘Complexe exercitie’

Hetzelfde geldt voor regionalisering. Het kabinet wil gemeenten verplichten om specialistische jeugdzorg regionaal in te kopen. ‘Veel consortia werken nu lokaal. Als zij regionaal moeten opereren, wordt dat een uiterste complexe exercitie’, voorspelt JA-directeur Van der Laan. Deze onderdelen van de Hervormingsagenda Jeugd maken (mogelijk onbedoeld) een ‘goed uitvoerbare taakgerichte variant nagenoeg onmogelijk’, aldus de JA in het rapport.

Overigens betekent dit niet dat alle gemeenten moeten overstappen op taakgerichte bekostiging, benadrukt Van der Laan: ‘Het enige wat we zeggen is dat het dusdanige voordelen biedt dat gemeenten het als een serieuze optie zouden moeten overwegen.’

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie