Advertentie
sociaal / Column

Stop met die verantwoordingsterreur

Afgelopen week sprak ik met diverse professionals binnen de zorg en het speciaal onderwijs. Zij vertelden me hoezeer zij zich gevangen voelen in hun werk, omdat ze een groot deel van hun tijd bezig zijn met verantwoorden. Ze zijn continue bezig om alles vast te leggen. Met als gevolg dat ze minder met kinderen en hun ouders bezig zijn. 

06 november 2015

Na zulke gesprekken vraag ik me af of het onze cliënten, kinderen en hun ouders, wel ten goede komt dat we voortdurend bezig zijn met al die protocollen. Wordt het niet tijd dat we stoppen met die verantwoordingsterreur? 

Iedereen binnen de jeugdzorg roept: we moeten het anders doen. Maar tussen roepen en het daadwerkelijk doen, zit een disbalans. Ik vraag me af of we wel van de oude vorm en werkwijze af willen. Er komen, ook sinds de decentralisatie, nog steeds regelingen bij. Op bureaucratisch en financieel niveau merken we dat die verantwoording kostbare tijd inneemt.
 

Zo hebben we in één gemeente drie pleegkinderen. Alleen de controle van de accountant voor de zorgkosten van deze drie pleegkinderen kost al meer dan 5000 euro, nog los van de kosten die we maken om dit administratief goed te verwerken. Die controle kost tijd. Tijd die we niet gebruiken om die kinderen en hun ouders goed op weg te helpen. Dat maakt dat we nu als organisatie moeten overwegen of deze situatie nog wel financieel haalbaar is. De kosten/baten analyse gaat in dit geval dus vóór de zorg voor de kinderen.

Een ander voorbeeld is veiligheid. Zodra er een incident binnen jeugdzorg plaatsvindt, is het gevolg dat er nog meer controle wordt geëist. Controle door de Inspectie, de Raad van Toezicht, gemeenten, de Cliëntenraad, de accountant, door HKZ. We voeren controle uit op controles. Iets dat uiteraard ook in de kosten loopt. Iedereen schiet ook na een heftige gebeurtenis in dezelfde reflex. Creëren we zo geen schijnveiligheid?

Mensen uit cliëntenplatformen die ik spreek, beamen dit. Als ik met ze praat over indicatoren die voor klanttevredenheidsonderzoek zijn gebruikt, zeggen ze letterlijk: wat zegt dat nou? Niets! Het gaat er in zo’n onderzoek puur om of doelen zijn behaald. Terwijl voor ons belangrijk is: wat hebben we daadwerkelijk gehad aan een behandeling? Een extra controle of onderzoek zegt niet veel, als het niet gaat om het simpele feit of de aard van de bemoeienis in iemands leven geholpen heeft.

Dat was voor de Opvoedpoli de reden om medewerkers zelf te laten bellen met gezinnen die een traject volgden of hadden gevolgd. Daar kwamen echt tips uit en wat wel en niet werkte. Ouders spraken vooral hun waardering uit over het persoonlijk contact dat ze ervaren met medewerkers. Deze ouders zien dat een overschot aan regels niet bevorderend werkt. Een controle op wat is vastgelegd, is namelijk geen garantie voor een betekenisvolle relatie tussen medewerker en cliënt. Laat ik voorop stellen dat ik niet ben tegen een aantal vaste afspraken. Laten we de stappen die we gemaakt hebben binnen de jeugdzorg, koesteren. Maar laten we ons niet laten leiden door die regels.
  

Ik vraag me af wat er voor nodig is om een doorbraak te creëren. Om in plaats van te regeren vanuit angst, te bouwen vanuit vertrouwen. Mijn oplossing zou zijn:  laten we teruggaan naar waar het uiteindelijk om gaat. Laten we een verantwoordingssysteem opzetten, die de betekenis en het nut van de zorg aantoont.  Dan kunnen we af van de ‘afvinkverantwoordelijkheid’. Laten we samen met de cliënt en zijn omgeving op zoek gaan naar methoden en oplossingen die werken voor hen. Zo stimuleren we medewerkers,  kinderen en hun ouders om met het hele gezin en de directe omgeving de aanval te openen op het probleem. Als het gaat om een Cliëntenraad betekent dat concreet: faciliteer deze mensen. Zorg voor een secretaris. Biedt ze een tegemoetkoming aan. En laat ze te pas en te onpas meepraten over de kwaliteit van zorg en onderwijs.

Dat is volgens mij wat de decentralisatie inhoudt. Dat we zoeken naar passende vormen, in plaats van een star en stug aanbod. Geen lijstjes afvinken, maar een open contact om samen met de cliënt te komen tot een passend ondersteuningsaanbod. Dat varieert van de relatie binnen het gezin verbeteren of de opvoedvaardigheden van ouders vergroten, tot het wegwerken van schulden of het regelen van huisvesting.

En laten we dan ook accepteren dat het af en toe iets beter zou kunnen. Laten we de huidige defensieve opstelling ombuigen naar een lerende opstelling. Bevrijd de jeugdzorg uit het web en stop met het risicomijdend gedrag. Ik pleit daarom voor een nationaal debat. En ik doe een oproep aan alle professionals die met jeugdzorg te maken hebben: kom met concrete voorstellen. Zoek de oplossing bij jezelf. Pak die regie en creëer ruimte om die verandering in gang te zetten. Dwing het af. En denk na over hoe het anders en beter kan.


Hans du Prie
Meer columns van Hans du Prie vindt u hier

Reacties: 5

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Nieuwenhuizen / ondernemer
De laatste drie alinea's spreken me erg aan; het is duidelijk dat je met een afwachtende en defensieve houding de controleurs over de organisatie afroept danwel in een hoekje te worden gedrukt hetgeen een algehele kramp veroorzaakt. Heel vervelend maar nou eenmaal de realiteit, zeker in de publieke en semi publieke sector. Omdat de publieke sector nooit met de commerciele correctie te maken heeft (gehad) wanneer een product niet deugdelijk wordt afgeleverd. Dat is ook de les die we ons in de zorg en onderwijssector moeten aantrekken. De externe prikkel van buitenaf die ons tot reflectie en verandering moet aanzetten wanneer het maatschappelijk beleid daarom vraagt. Dat geldt ook voor het inleven/meedenken in de klant/client/burger, los van de specifieke beperking. Hoe aanbodgericht zijn we als organisaties nog steeds ingericht? Novire hanteert een heel eigen instrumentarium dat alle onderdelen vragenderwijs opbouwt vanuit a. de positie van de burger/klant/client en b. het product conformeert aan hetgeen er aan eisen geldt in de samenleving. Kun je je nooit vergalopperen aan onnodige bureaucratie maar blijf je dicht bij de klant!

Momenteel werken er al 400 niveau 3 en 4 studenten met onze digitale leeromgeving, en ze snappen het prima en deinzen ook niet terug voor de ICT, heel bemoedigend!
Stef Möhlmann / n.v.t.
Het willen regelen en controleren zonder echte kijk op de inhoud leidt in de regel tot eindeloze voorschriften. Dat maakt het werk van bijvoorbeeld Hans du Prie bijna vergelijkbaar met dat van die andere Hans (Kazan) ...

Was er niet zo'n adagium dat stelde dat "Een focus op kosten gaat ten koste van de kwaliteit, maar een focus op kwaliteit verlaagt de kosten"?

Sterkte Hans!
Fokko Witteveen / Raad van Bestuur
De oproep van mijn collega kan ik volledig onderschrijven. Het kan niet gek genoeg gaan. De stoppen lijken doorgeslagen na de transitie van de jeugdzorg naar gemeenten. Er zijn in spreekwoordelijke zin meer benen onder het bureau gekomen en minder handen aan het bed. De snelst groeiende afdelingen zijn: de beleidsafdeling, de administratieafdeling (factuurstroom), de juridische afdeling, etc. De snelst krimpende afdelingen zijn: alle afdelingen in het primaire proces. De transitie van de jeugdzorg biedt volop kansen om er met elkaar een betere jeugdzorg van te maken in verbinding met andere (sociale) domeinen en het onderwijs. Geen twijfel over mogelijk. Om dit ook daadwerkelijk tot een succes te maken is er ruimte voor professionals nodig. Hierin voorziet de nieuwe Jeugdwet. Laten wij, professionals en gemeenten hier dan ook de handen voor uit de mouwen steken. Voorkomen moet worden dat de klaagmuur van Jeruzalem zich verplaatst naar het jeugd(zorg)veld in Nederland. Het is nog niet te laat hiervoor. We staan aan het begin van een transformatieproces.
Koos spanbroek / Bestuurder
Kwaliteit van zorg zit niet in toename van bureaucratische controle . Er moet echt op korte termijn een balans komen tussen professionele inhoudelijke diagnose van benodigde zorg en de (financiële) kaders. Dat is een proces dat GEZAMENLIJK, door gemeente en zorgaanbieder moet worden gelopen!
Bert
Daarbij komt nog dat binnen de gemeenten het idee heerst dat zij kunnen sturen en invloed hebben op de beslissing van de jeugdzorgwerker. Het kost veel tijd als iedereen, van ambtenaar tot wethouder, er zijn/haar zegje over wil doen. Dit duurt soms weken langer voor een beslissing genomen kan worden.



Men vergeet één essentieel ding: de jeugdzorgwerker is verantwoordelijk en geregistreerd, deze heeft de verantwoordelijkheid, de kennis, kunde en ervaring. Hij/zij komt voor de tuchtrechter als er iets niet goed gaat, niemand van de gemeenten kan hiervoor verantwoordelijk worden gesteld. Laat de jeugdzorgwerker zijn/haar werk doen, dit scheelt heel veel tijd en dus snelheid voor de hulp begint.
Advertentie