‘Stop met standaardisatie in Wmo en Jeugdwet’
Daarvoor waarschuwt projectleider maatschappelijke ontwikkeling Marjolein Buis van de gemeente Alpen aan den Rijn in een essay in Binnenlands Bestuur. Alphen aan den Rijn roeit samen met de gemeente Kaag & Braassem met aanbieders ‘Tom in de buurt’ en ‘Go! voor jeugd’ bewust tegen de standaardisatie stroom in.
Standaardisatie in bekostiging, gegevensuitwisseling en verantwoording in de Wmo en Jeugdwet kan wel eens het begin van het einde betekenen van de zo gewenste transformatie in het sociaal domein. En dat nog voordat die goed en wel van de grond is gekomen.
Daarvoor waarschuwt projectleider maatschappelijke ontwikkeling Marjolein Buis van de gemeente Alpen aan den Rijn in een essay in Binnenlands Bestuur. Alphen aan den Rijn roeit samen met de gemeente Kaag & Braassem met aanbieders ‘Tom in de buurt’ en ‘Go! voor jeugd’ bewust tegen de standaardisatie stroom in. En volgens Buis met succes: drastisch minder administratieve lasten, meer ruimte voor professional en inwoner om te doen wat nodig is en een stevige uitgavenbeheersing. ‘Zoals ook de bedoeling is van de drie decentralisaties. Maar als de dreiging van standaardisatie bij gemeenten leidt tot vasthouden aan de status quo voor aanbieders in plaats van het lef om voor inwoners het verschil te maken, dan schiet het wetsvoorstel zijn eigen doel voorbij’, stelt ze.
Dood in de pot
Zowel de eerste evaluatie van de Jeugdwet als het wetsvoorstel tot wijziging van de Jeugdwet en de Wmo (…) richten zich op het terugdringen van de hoge administratieve lasten voor zorgaanbieders. De rijksoverheid creëert daarom de mogelijkheid om regels te stellen over de wijze van bekostiging, gegevensuitwisseling en verantwoording. Met versnellen van de uniformering en standaardisatie van administratieve processen als doel.
De vraag of standaardisatie een probaat middel is, komt volgens Buis helaas niet ter tafel. Volgens haar zijn er betere alternatieven, die niet de dood in de pot voor de transformatie betekenen. ‘Alleen moeten we dan stoppen met proberen om het probleem op te lossen met de denkwijze die het heeft veroorzaakt. Vergelijkbaar met het mechanisme van de risicoregelreflex, zorgt de standaardisatiereflex namelijk voor minder ruimte in flexibele en innovatieve maatwerkoplossingen, in plaats van méér. Met standaardisatie beschermen we de status quo voor aanbieders. Maar transformeren vanuit een status quo is bij voorbaat gedoemd te mislukken.’
Machtsvraagstuk
Buis: ‘Er zijn kritische kanttekeningen geplaatst bij standaardisatie in het wetsvoorstel. Het voornaamste argument is dat centralistisch ingrijpen in dit vroege stadium zich slecht verhoudt tot de nieuwe gemeentelijke autonomie. Maar daarmee dreigt het discours zich te vernauwen tot een machtsvraagstuk tussen overheidslagen waar de gemiddelde burger geen boodschap aan heeft. Als klinkende maatschappelijke resultaten te lang uitblijven, zal na verloop van tijd de roep om recentralisatie ongetwijfeld beter resoneren dan protesten van 380 gemeenten die zich beroepen op gemeentelijke autonomie.’
De oplossing ligt volgens haar in veel meer en beter maatwerk. ‘Het gaat om meer ruimte voor de professional, die samen met de inwoner flexibel kan inspelen op behoeften. Een nieuw afwegingskader, waarin de individuele maatschappelijke kosten-batenafweging leidend is, niet de checklist. Waarin het gaat om meedoen, jezelf kunnen redden en het versterken van talenten, in plaats van het compenseren van beperkingen. En waarin de inwoner zelf aan het stuur zit van zijn oplossing, zijn unieke vraag leidend is en niet het (standaard) aanbod van voorzieningen.’
De bekostiging is te koppelen aan (maatschappelijke) resultaten, in plaats van aan voorzieningen. ‘Resultaten zoals ontwikkelingsdoelen die we op (wijk-)populatieniveau monitoren: worden inwoners zelfredzamer, participeren ze meer? Hoe ontwikkelt het terugvalpercentage in de zorg zich?’
Financieel risico
Door nieuwe bekostigingsvormen zoals populatiebekostiging, is vrijheid van handelen voor zorgaanbieders te koppelen aan het profijtbeginsel (wie het goed doet, krijgt meer investeringsruimte). Maar ook aan het dragen van een deel van het financieel risico. ‘Hiermee draaien we de prikkel om: van lonende zorgproductie naar lonende investeringen in preventie, en van dure specialistische zorg naar meer collectieve voorzieningen. Voor inwoners zijn waarborgen te vinden in een ruim pgb-beleid als volwaardig alternatief voor het zorg-in-natura-aanbod en de mogelijkheid om altijd om een beschikking te krijgen om in bezwaar en beroep te gaan. Onafhankelijke cliënt-ervaringsonderzoeken geven een beeld van hoe inwoners de ondersteuning ervaren. Om maar wat te noemen’, aldus Buis.
Ruimte en flexibiliteit moet volgens haar de norm zijn en maatschappelijk resultaat de richtsnoer. ‘En het is nu de tijd voor nieuwe raden en colleges om dat op de agenda te zetten.’
Lees het volledige artikel in Binnenlands Bestuur nr. 8 van deze week (inlog)
Marianca