Spilzucht
Deze week weer een gevalletje Hollandse spilzucht. Vorige week publiceerde Binnenlands Bestuur dat de inburgering van vluchtelingen niet deugt. Het is versnipperd, onoverzichtelijk en duur.
De nogal heftige kritiek kwam niet van de PVV, maar van Vluchtelingenorganisaties Nederland (VON) in een brief aan verantwoordelijk minister Donner. ‘Het effect van de inburgeringscursussen is marginaal’, zo schrijft de VON. ‘We adviseren om met dit dure stelsel te stoppen. Het is een volkomen uit de klauwen gegroeid systeem zonder resultaat.’
Wil dat zeggen dat Nederland al die jaren honderdduizenden vluchtelingen, maar ook migranten, voor Jan met de korte achternaam op cursus heeft gestuurd om in te burgeren? Grotendeels wel, zo valt te lezen in het rapport Vluchtelingengroepen in Nederland van het SCP (zie ook pagina 8 en 22). De inburgering helpt een beetje bij het leren van Nederlands, maar sluit doorgaans niet aan bij het niveau van nieuwe of toekomstige Nederlanders. Het leidt nauwelijks tot meer arbeidsparticipatie. De inburgeringsindustrie houdt géén rekening met het opleidingsniveau van de inburgeraar.
Het doet er niet toe of asielzoekers en migranten klaargestoomd moeten worden voor de arbeidsmarkt waardoor ze echt kunnen integreren. Zo komt een Iraanse medisch specialist in dezelfde inburgeringscursus terecht als het Marokkaanse bruidje uit het Rifgebergte met alleen basisschool. Zo’n Iraanse specialist kan in Nederland niet aan de slag in haar vak en wordt daar ook niet bij geholpen. Met veel geluk kan zij hier doktersassistente worden.
Het zijn de gemeenten die voor hun inburgeraars cursussen moeten inkopen. Na een aanbesteding krijgt de goedkoopste opleider een contract voor honderden potentiële inburgeraars. En dan kan de kermis gaan draaien. Er moet omzet worden gemaakt. Minus de kosten levert dat winst op. Oh ja, de opdrachtgever, de gemeente, wil ook nog succes boeken met zoveel afgeronde inburgeringscursussen.
En de inburgeraar? Tsja, die zien we vaak bij PowNews van de nieuwe publieke omroep PowNed als verslaggevers op jacht gaan naar quotes van allochtonen. Altijd lachen, dat hakkelende Nederlands van die migrant of asielzoeker. En zo blijft de startkwalificatie op de arbeidsmarkt van Somaliërs in Nederland steken op 29 procent, van Marokkanen op 44 procent, terwijl die van autochtonen op 81 procent ligt.
De ogen van de Egyptische eigenaar van mijn Amsterdamse broodjeszaak, Ismaïl, spuwen vuur als ik vraag naar zijn inburgeringscursus. ‘Ik ga nooit naar die onzin’, zegt hij kortaf. ‘Het is een werkgelegenheidsproject voor ambtenaren en docenten, niet voor mij.’ Dat lijkt me een adequate samenvatting van de inburgeringscursus.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.