Advertentie
sociaal / Achtergrond

Sorry… tekorten bijstand nopen nieuwe colleges tot bezuinigingen

Geen geld voor de kennissector, minder verduurzaming, verschraling van de begeleiding voor kansarme werklozen. Tekorten op de bijstand plaatsen steeds meer gemeenten voor dilemma’s. Hoe gaan Dordrecht, Nijmegen en Enschede daarmee om?

09 maart 2018

Door de tekorten op de bijstand wordt het onderhand een ingewikkeld passen en meten bij het opstellen van de gemeentelijke begroting in Dordrecht. Wethouder Peter Heijkoop (werk en inkomen, CDA): ‘Dat gaat één of twee jaar goed, maar daarna begint het te kraken. De tekorten moeten we goed maken vanuit de algemene middelen, wat op termijn betekent dat we tot een integrale afweging worden gedwongen; bezuinigen op wegonderhoud, minder zorg en lagere investeringen in de openbare ruimte. In het college zijn afgelopen jaren meerdere malen lijstjes besproken met zaken waar we ons met oog op het budget beter niet aan konden wagen. Op ambtelijk niveau worden ook adviezen voorbereid voor het nieuwe college op basis van het jaarrekeningresultaat.’

Gemeenten krijgen al vier jaar te weinig geld van het rijk om te voldoen aan bijstandsverplichtingen. Vorig jaar kregen ze 200 miljoen euro te weinig voor het verschaffen van de uitkeringen. De bekendmaking van het te lage macrobudget (het gebundelde budget voor bijstandsbetalingen door alle gemeenten) was in september aanleiding voor Divosa- voorzitter Erik Dannenberg om de noodklok te luiden. ‘De oplopende tekorten zullen gemeenten op termijn gaan dwingen om op andere voorzieningen te bezuinigen.’

Ook heeft het meest recente verdeelmodel tot onrust geleid; vooral de grote steden komen onder nog hogere druk te staan. In mei vorig jaar constateerde onderzoeksbureau APE in haar onderzoek naar de BUIG-budgetten in de G4 dat het verdeelmodel onvoldoende rekening houdt met de grote sociale problematiek in die steden. Het einde van de tekorten lijkt ook nog niet in zicht: 60 procent van de gemeenten zal via de vangnetuitkering voor tekortgemeenten 138 miljoen euro uit het macrobudget van 2019 opsouperen. Een financiële vicieuze cirkel dreigt.

Dordrecht is een van de gemeenten die al een paar jaar kampt met wat Heijkoop ‘absurde tekorten’ noemt. Samen met de andere Drechtsteden moet Dordrecht de vijfde sociale dienst van het land bestieren. De laatste drie jaar komt de bijstandsvoorziening er echter steeds meer onder druk te staan Dordrecht voert in haar bezwaarschrift tegen de laatste beschikking voor het BUIG-budget aan dat de tekorten inmiddels zo hoog zijn opgelopen dat de vijf andere Drechtsteden ze ook niet meer kunnen opvangen. Waar de tekorten over 2016 nog 5,1 miljoen bedroegen, was dat vorig jaar al 7 miljoen euro. Voor dit jaar is dat bedrag geraamd op 9,1 miljoen. ‘Wij zijn onevenredig hard getroffen door het nieuwe verdeelsysteem’, aldus Heijkoop. ‘Wat mij het meest frustreert, is dat er wordt gezegd dat er een prikkelwerking van moet uitgaan. Maar terwijl wij tot de landelijke top behoren met 3,7 procent uitstroom op de bijstand, komen wij er alleen maar slechter uit.’

Nieuwe discussie
Dordrecht en de omliggende Drechtsteden hebben om die reden dan ook prioriteiten moeten stellen in het bijstandsbeleid. Heijkoop: ‘Daarbij hebben we ervoor gekozen om ons qua dienstverlening nadrukkelijk te richten op de bijstandsgerechtigden die dicht bij de arbeidsmarkt staan. Daardoor hebben we een hoge uitstroom gerealiseerd. Die keuze is ten koste gegaan van de groep met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt. Daar hebben we minder energie in gestoken, wat besparingen opleverde op de begeleiding, ondersteuning en de loonkostensubsidie. Dat betekent dat de uitstroom komende jaren wellicht kleiner wordt, omdat ons bijstandsbestand steeds minder bemiddelbaar is.’

Dordrecht en andere tekortgemeenten zijn aangewezen op het rijk om eindelijk weer eens met genoeg geld over de brug te komen. Daarvoor wordt vanuit de Vereniging van Nederlandse Gemeenten gelobbyd. Heijkoop: ‘In feite zijn er op het gebied van de bijstand twee lobby’s gaande; een voor een toereikend macrobudget en een voor een andere verdeelsystematiek. Daarvan is de eerste kansrijker. Het feit dat de gemeenten samen te weinig geld krijgen, verbindt allen.

Daarnaast staat het simpelweg in de wet dat het rijk de gemeenten voldoende middelen ter beschikking moet stellen. Hoewel ook de G4 meedoen met de lobby voor een beter verdeelmodel, is een groot deel van de gemeenten gebaat bij het huidige model, en helaas staat een aantal van die voordeelgemeenten hier opportunistisch in. Een ander lastig punt, ook voor het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, is dat het verdeelmodel al regelmatig is aangepast en dat nieuwe aanpassingen weer tot nieuwe discussie leiden.’

On-Nijmeegse maatregelen
Ook in Nijmegen is het verdeelmodel een bron van irritatie. Programmamanager werk, inkomen en armoedebestrijding Jan Marten de Hoop: ‘Sinds halverwege vorig jaar hebben we voor het eerst sinds de crisis een dalend bijstandsbestand. Die verandering zou aan Nijmegen ten goede moeten komen, maar ons BUIG-budget daalt in 2018 weer met bijna 5 miljoen euro. Navraag bij Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de bouwers van het verdelingsmodel leerde ons dat het ook voor hen een raadsel is wat die budgetdaling veroorzaakt. Het nadeel van het feit dat de verdeelsystematiek onbegrijpelijk is, is dat de prikkelwerking hierdoor ook verloren gaat.’ Nijmegen staat hoog in het weinig benijdbare lijstje van gemeenten met bijstandstekorten.

Bij het opstellen van de laatste jaarrekening stond er voor de bijstand 110 miljoen euro aan de uitgavenkant en slechts 95 miljoen euro bij de inkomsten. ‘Met een budget van 90,8 miljoen euro voor dit jaar loopt dat tekort naar verwachting op naar 17 miljoen’, aldus De Hoop. Ook in Nijmegen, van oudsher een links bolwerk, betekende dit dat het bijstandsbeleid op de schop moest. De Hoop: ‘We zijn veel intensiever gaan inzetten op omen bijscholing voor tekortberoepen en re-integratie. Ook zijn we zijn strenger gaan controleren op de rechtmatigheid van de uitkeringsverstrekking. Dat houdt in; meer controles áchter de poort. We zijn bijvoorbeeld gaan controleren op tweede kentekens, de bankrekeningen van kinderen van bijstandsgerechtigden en andere zaken die op fraude kunnen duiden. Zo hebben we een aardig aantal uitkeringen kunnen beëindigen.’

‘Door de tekorten op de bijstand moest Nijmegen al enkele jaren ‘bijplussen’ uit de algemene middelen. ‘Bij wijze van spreken is er dus minder geld voor zorg en lantaarnpalen’, legt De Hoop uit. In de voorjaarsnota werd afgelopen jaar dan ook meegedeeld dat er geen extra budgetruimte is voor nieuwe projecten en ambities. ‘Het is eigenlijk een kwestie van zoveel mogelijk verschralen. Momenteel zijn we onconventionele scenario’s aan het voorbereiden om ter overweging voor te leggen aan het volgende college. Bijvoorbeeld het stopzetten van subsidies voor culturele instellingen, het opschroeven van de inkomenscriteria voor minimazorgpolissen, scherper aanbesteden en bezuinigingen op de bijzondere bijstand.

On-Nijmeegse maatregelen waarvan we eigenlijk niet verwachten dat die de benodigde 17 miljoen euro opleveren. Het is uiteraard aan het volgende college om daar besluiten over te nemen. We zullen alles op alles zetten om de zorg in de stad goed en toegankelijk te houden, maar de tekorten zullen een weerslag hebben. We willen voorkomen dat andere grote ambities zoals de energietransitie onder druk komen te staan als gevolg van tekorten op het sociaal domein.’

Uit het dal
Enschede, lange tijd geplaagd door fikse tekorten, was vaak in het nieuws vanwege haar strenge aanpak en handhaving op de bijstand, maar lijkt eindelijk uit het budgettaire dal te klimmen. Wethouder Patrick Welman (werk en inkomen, CDA): ‘We kregen rond 89 miljoen euro om aan de verplichtingen te voldoen terwijl we jaarlijks zo’n 99 miljoen kwijt waren aan uitkeringen. Om voor de vangnetregeling in aanmerking te komen, hebben we een verbeterplan opgesteld om zo snel mogelijk weer op de nul uit te komen. Daarvoor namen we forse maatregelen; bijvoorbeeld een wachtperiode van een maand voor aanvragers boven de 27 jaar. Dat was effectief, maar we werden daarin vervolgens teruggefloten door de Nationale ombudsman.’

Welman verwacht dit jaar voor het eerst weer een balans tussen uitgaven en inkomsten voor de bijstand. ‘Dat is historisch voor Enschede. De laatste keer is alweer tien à vijftien jaar geleden. Dat succes is ook te danken aan de intensievere samenwerking met Duitsland op het gebied van werkgelegenheid, een nauwere samenwerking met het UWV en de acquisitie van extra banen in de eigen regio.’ Terugkijkend op de tekort-periode herinnert Welman zich pijnlijke keuzes die het college heeft moeten maken; ‘Dankzij de Universiteit Twente en de Saxion Hogeschool zijn we een hightech-regio. We hebben dit een lange tijd nauwelijks kunnen verzilveren in vergelijking met bijvoorbeeld Eindhoven. Een innovatiefonds voor startende bedrijven moesten we beëindigen en we konden niet investeren in de uitbreiding van ons Kennispark. Er kan binnenkort eindelijk weer meer geld naar de economische ontwikkeling van de regio en dus naar duurzame banengroei.’

Dat Enschede financieel opkrabbelt, is mede het gevolg van de laatste aanpassing van het verdeelmodel, die in het voordeel van de voormalige textielstad werkte. ‘Daardoor krijgen we inmiddels zo’n 94 miljoen euro voor de bijstand binnen.’ Desgevraagd, erkent Welman wel dat de wegen van het verdeelmodel ondoorgrondelijk zijn. De roep om het aan te passen gaat hem toch te ver. ‘Toen wij hier met schrijnende tekorten zaten, kraaide daar geen haan naar, en nu andere gemeenten die pijn voelen, moeten er opeens aanpassingen komen.’ Welman pleit er dan ook vooral voor dat het macrobudget naar boven wordt bijgesteld zodat het toereikend is. ‘Hoofdzaak is dat gemeenten krijgen wat ze volgens de wet horen te krijgen. Om te beginnen hebben we het dan over een ophoging van zo’n 200 miljoen euro, en eigenlijk 300 tot 400 miljoen euro, gezien de tekorten van de voorgaande jaren. Daar zijn ook de nadeelgemeenten het best mee gediend. Dat het rijk dat weigert, vind ik ronduit slecht en daarvan zijn mijn partijgenoten in Den Haag op de hoogte.’


Verdeelmodel buig-budgetten
Het verdeelmodel bepaalt hoeveel geld gemeenten krijgen uit het totale budget dat door het rijk beschikbaar wordt gesteld voor de bijstand (het macrobudget). Na wikken en wegen tussen verschillende systematieken werd in 2014 gekozen voor een multilevel-model; dat houdt in dat aan de hand van data het risico op bijstandsafhankelijkheid per gezinssituatie, en per wijk, gemeente en regio wordt berekend. Van dat model moet ook een prikkelwerking uitgaan. Het multilevel-model is sinds de invoering al meerdere malen aangepast. Punt van zorg was bij de laatste aanpassing dat centrumgemeenten er vooralsnog slechter voor staan dan uit het model blijkt. De Raad voor het Openbaar Bestuur onderzoekt momenteel verdere eventuele aanpassingen. 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie