Vaagheid troef bij sociale wijkteams
Gemeenten zijn volop bezig met sociale wijkteams of willen dat gaan doen. Over onder meer doelstelling, gewenst effect en bemensing staat echter nauwelijks iets concreets op papier. Dat blijkt uit onderzoek van Movisie.
Gemeenten zijn volop aan de slag met sociale wijkteams of willen dat gaan doen. Over onder meer bemensing, doelstelling en gewenst effect staat nauwelijks iets concreets op papier.
Hype
Dat blijkt uit onderzoek van Movisie, dat na de zomer talloze gemeentelijke beleidsstukken en evaluatierapporten uitploos. Primaire reden om het onderzoek te starten, was de indruk dat sociale wijkteams een hype zijn.
Experiment
‘Heel veel gemeenten zijn er in de vorm van een pilot of experiment mee bezig’, stelt onderzoeker Silke van Arum die samen met Vasco Lub de plannen onder de loep nam. Bij nadere bestudering van beleidsstukken blijken de plannen − nog − weinig concreet te zijn, uitzonderingen daargelaten. Gemeenten als Leeuwarden, Enschede en Eindhoven worden in den lande regelmatig aangehaald als best practice.
Geen lokale inkleuring
Rode draad in alle bestudeerde nota’s en notities is dat ze ‘heel algemeen en vaag zijn geformuleerd. Ook zie je vaak dezelfde teksten terugkomen. De lokale inkleuring ontbreekt’, aldus Van Arum. Opmerkelijk omdat bij de decentralisaties van het sociaal beleid juist wordt gewezen op het belang van maatwerk.
Doelstellingen ontbreken
Een van de opvallende conclusies is dat gemeenten nauwelijks beargumenteren waarom ze een sociaal wijkteam in het leven willen roepen. ‘Sociale wijkteams worden gezien als dé oplossing voor problemen. Vrijwel nergens staat wat de doelstellingen zijn, welke problemen er in de wijken spelen en op welke wijze de sociale wijkteams die problemen moeten oplossen. Er staat gewoon dát er een sociaal wijkteam komt. Punt.’
Stimuleren burgerkracht
De argumenten van gemeenten die hun doelstellingen wèl zwart op wit zetten, verbaasden de onderzoekers. ‘Onze verwachting was dat gemeenten deze teams vooral willen inzetten als middel om een betere afstemming tussen verschillende hulpverleners te bewerkstelligen, en dat minder professionele drukte tot meer slagvaardigheid moet leiden.’ Met stip op nummer één staat echter in de beleidsnota’s dat de teams burgerkracht moeten stimuleren. Ook worden sociale wijkteams in veel gemeenten geplaatst tussen zelfzorg en gespecialiseerde zorg. ‘We zien dat de teams soms als buffer tussen burgers en tweedelijnszorg worden ingezet, en soms als toegangspoort naar die tweedelijnszorg moeten fungeren.’
Mandaat en aansturing
De gewenste bemensing van de teams wordt evenmin duidelijk. Ook over het mandaat van de sociale wijkteams en de wijze van aansturing wordt door de bank genomen met geen woord gerept. Het hoe en waarom van het ‘keukentafelgesprek’ wordt evenmin helder ingekaderd en geëxpliceerd. Het vraagstuk van ontkokering wordt stelselmatig vermeden, terwijl dat wel een belangrijke, zo niet de belangrijkste pijler is van de ‘één gezin-één plan-één regisseur’-gedachte’, benadrukt Van Arum. Naar verwachting wordt de rapportage, inclusief aanbevelingen, begin volgende maand gepubliceerd.
Lees het hele artikel deze week in Binnenlands Bestuur nr. 1 (17/1)
Reacties: 8
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Dit zijn schijnbare tegenstellingen, het gaat om de samenwerking tussen de systeemwereld van de organisatie met haar neiging tot controleerbaarheid en de leefwereld van de bewoners/burgers/ondernemers die een andere logica volgt. Uiteindelijk gaat het om heldere keuzes maken vanuit de organisatie met alle partijen rondom een vraagstuk. Dat betekent enerzijds dat de overheid niet meer de logische partij is om dingen op te pakken, dat de overheid ruimte laat aan andere partijen voor invulling en ruimte laat aan de eigen organisatie voor maartwerk, maar ook dat de overheid met de andere partijen dilemma's zichtbaar maakt elk niveau in de organisatie. En dat betekent dat die vaagheid enerzijds nodig is op hoofdlijnen ( betere jeugdzorg) en anderzijds in de uitvoering niet wenselijk is. Dat betekent dat we niet moeten doorslaan in het organiseren van sociale wijkteams omdat we denken dat dit werkt, maar beter starten met een aantal functies die wij zeker verwachten en op basis van de praktijk daarbij de beste organisatievorm moeten gaan zoeken met elkaar. En dat we dit niet overal doen, maar waar het een vraagstuk is. Veel aanpakken werken gewoon, lekker zo laten. Kortom, het is en vaagheid en hele heldere kaders en uitwerkingen niet of.
Denken overigens dat enerzijds past bij de dynamiek van het werken met en voor mensen in het publieke domein, maar anderzijds meer gemeengoed is in de private sector. Met dat laatste doel ik op het gezamenlijk formuleren van een allesomvattende visie, het formuleren van de kerndoelen, strategie ën, kritieke succesfactoren, prestatie-indicatoren (KPI's), het kiezen voor een besturingsmodel en vooral ook zorgdragen voor een goede implementatie en borging die zorgt voor continue aanpassing en kwaliteitsverbetering. De beleidsstukken lezend is dit inderdaad wat er ontbreekt en bij een operatie met een omvang als de decentralisaties baart dit zorgen.
In relatie tot de hype die sociale wijkteams heet kan ik alleen maar zeggen dat dit best zou kunnen werken en op diverse plekken misschien ook al zo is. Dit geldt alleen niet voor iedere situatie in iedere gemeente. Het aanbod dient altijd gebaseerd zijn op de vraag. Kortom, breng deze in beeld en kies daarna voor een aanpak/methode. Er wordt genoeg informatie verzameld die gebruikt kan worden om de exacte vraag te bepalen en trends te ontdekken.
Mijn advies? Kijk eens naar adviseurs en ga op zoek naar medewerkers buiten de kring waar normaliter gezocht wordt. Om een paradigma shift te realiseren dient er hulp en ondersteuning ingeroepen te worden van mensen die anders naar de werkelijkheid kijken. En of die beide 'smaken' kennen.