Sociaal rechercheur behandelde homoman ‘ongepast’
De gemeente Bunschoten heeft de bijstandsuitkering van inwoner Jaap Koelewijn ten onrechte ingetrokken. Dat oordeelt de Centrale Raad voor Beroep (CRvB). De sociaal rechercheur die Koelewijn verhoorde, heeft ‘niet professioneel’ en ‘ongepast’ gehandeld door druk op hem uit te oefenen vanwege diens homoseksualiteit, vonnist de CRvB daarnaast. Wel mocht de verklaring die Koelewijn in dat verhoor aflegde, door het college worden gebruikt.
De gemeente Bunschoten heeft de bijstandsuitkering van inwoner Jaap Koelewijn ten onrechte ingetrokken. Dat oordeelt de Centrale Raad voor Beroep (CRvB). De sociaal rechercheur die Koelewijn verhoorde, heeft ‘niet professioneel’ en ‘ongepast’ gehandeld door druk op hem uit te oefenen vanwege diens homoseksualiteit, vonnist de CRvB daarnaast. Wel mocht de verklaring die Koelewijn in dat verhoor aflegde, door het college als grondslag voor het intrekkingsbesluit worden gebruikt.
‘Issue dat je homo bent’
De zaak van Koelewijn kwam in juni vorig jaar in de publiciteit nadat hij een opname van zijn verhoor door een sociaal rechercheur met de Volkskrant deelde. De Volkskrant citeerde uit de opname in een artikel over dubieuze handhavingspraktijken door sociale diensten. In de opname zou te horen zijn dat de sociaal rechercheur Koelewijn onder zware druk zet door hem te intimideren, zijn woorden te verdraaien en hem woorden in de mond te leggen. De sociaal rechercheur zou onder meer hebben gezegd dat het ‘goed zou zijn’ als Koelewijn ‘uit Bunschoten verdwijnt.’ Waaraan de sociaal rechercheur toevoegde: ‘want het is nog steeds een issue als je homo bent, snap je?’
Anonieme melding
Het fraudeonderzoek naar Koelewijn werd ingesteld naar aanleiding van een anonieme melding. De melder zei dat Koelewijn inkomsten uit arbeid had en stiekem bij zijn vriend in Huizen verbleef. De sociale recherche van de gemeente Amersfoort zette het onderzoek daarop voort. Bij observatie van de woning van de vriend werd Koelewijns auto daar tien van de elf keer in de buurt gezien, wat voldoende aanleiding was voor de gemeente Bunschoten om Koelewijns uitkering in te trekken en zijn eerdere uitkeringen terug te vorderen.
Geen bewijs andere woonplaats
Volgens de CRvB heeft het college echter niet hard kunnen maken dat Koelewijn, die in beroep was gegaan tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank, in werkelijkheid bij zijn vriend in Huizen woonde. Het argument dat Koelewijn zelf zijn bijstandsuitkering heeft opgezegd, bleef bij de CRvB evenmin overeind.
Verloop verhoor doorslaggevend
Het verloop van het gewraakte verhoor blijkt uiteindelijk doorslaggevend in de beoordeling van de vragen of Bunschoten feitelijk heeft bewezen dat Koelewijn hoofdzakelijk in Bunschoten verblijft en zelf zijn uitkering heeft opgezegd. De CRvB, die ook over de opname van het verhoor beschikt, oordeelt op die eerste vraag dat het verhoor ‘geen volledig en daardoor mogelijk geen beeld over zijn [Koelewijns, red.] woonplaats’ geeft. Koelewijn benadrukt tijdens het verhoor meermaals dat hij, hoewel hij vaak bij zijn vriend overnachtte, ook op zijn adres in Bunschoten overnachtte, er zijn kleding waste en bewaarde, en zijn post ontving. Daarbij onderbrak de sociaal rechercheur Koelewijn veelvuldig met zijn eigen conclusies en liet hij Koelewijn niet uitpraten.
Verkeerde voorstelling van zaken
Ook is in de geluidsopname te horen dat de sociaal rechercheur en de fraudeconsulent Koelewijn toezeggen dat zij hun best zullen doen te voorkomen dat de uitkering met terugwerkende kracht wordt ingetrokken als Koelewijn zijn uitkering opzegt. Toen was het onderzoek naar Koelewijns woonplaats nog niet afgerond. Omdat de sociaal rechercheur en de fraudeconsulent in die mededeling vooruitliepen op de conclusies van dat onderzoek door hun eigen bevindingen als eindconclusies te presenteren, hebben zij een verkeerde voorstelling van zaken gegeven. Omdat Koelewijn zijn uitkering vanwege die verkeerde voorstelling van zaken opzegde, kan en mag het college hem niet aan die opzegging houden, oordeelt de CRvB.
Verklaring in vrijheid afgelegd
Koelewijn beargumenteerde ook dat het college het gewraakte en opgenomen verhoor ten onrechte als grondslag voor het intrekkingsbesluit gebruikte. Daarbij wees Koelewijn op de dubieuze verhoormethoden die door de sociaal rechercheur werden toegepast. Hoewel de CRvB de handelswijze van de sociaal rechercheur ‘niet-professioneel’ en ‘ongepast’ noemt, stond het de gemeente volgens de rechter wél vrij om de afgelegde verklaring van Koelewijn als grondslag te gebruiken. Koelewijn zou zijn verklaring ‘in vrijheid hebben afgelegd’ door antwoord te geven op open vragen van de sociaal rechercheur. Daarnaast speelt volgens de CRvB mee dat de ongepaste methoden in het verhoor pas werden toegepast nádat Koelewijn antwoord op die open vragen had gegeven.
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.