Lokale belastinginners willen schulden sneller oplossen

Schuldhulpverleners en lokale belastinginners willen beter samenwerken om problematische schulden zo snel mogelijk op te lossen. Daarvoor tekenen de vereniging voor schuldhulpverleners NVVK en de Landelijke Vereniging Lokale Belastingen (LVLB) donderdag een convenant.

Afspraken

Mensen die aankloppen bij de schuldhulpverlening hebben vaak te maken met een achterstand op een van de lokale belastingen, zoals afvalstoffenheffing, ozb- of waterschapsbelasting. Lokale belastinginners en schuldhulpverleners willen daarom afspraken maken om voor dat soort vorderingen zo snel mogelijk tot een schuldregeling te komen. Met een convenant dat de NVVK en de LVLB donderdag ondertekenen, doen de twee partijen daarvoor een aanzet. Maar uiteindelijk is het aan gemeenten en waterschappen zelf om hun handtekening te zetten en het convenant van kracht te laten worden.

Bij voorbaat akkoord

‘Samenwerking van schuldhulpverleners met schuldeisers lost schulden sneller op’, aldus senior beleidsadviseur Irene Koole van de NVVK. De afgelopen maanden werkte zij samen met de LVLB aan de totstandkoming van het convenant. Koole: ‘Wanneer hulpvragers aankloppen bij een schuldhulpverlener, kan die op basis van het convenant de invorderingsactiviteiten op laten schorten om te werken aan een schuldregeling. LVLB-leden gaan vervolgens bij voorbaat akkoord als er een voorstel binnenkomt om een schuld te regelen. Van die afspraak wordt alleen afgeweken als er bijzondere omstandigheden zijn.’

Grote schuldeiser

Sinds 2015 had de NVVK al een convenant met elf lokale belastingorganisaties. De hoop is dat dat aantal met het nieuwe convenant flink wordt uitgebreid. De 119 leden van de LVLB innen de belastingen voor 234 gemeenten en 14 waterschappen. Jaarlijks wordt er zo’n 11 miljard euro aan lokale belastingen voor gemeenten geïnd en 3 miljard euro aan waterschapsbelasting. Gemeenten en waterschappen zijn samen de tweede meest voorkomende publieke schuldeiser – op één staat de Belastingdienst. Mensen met problematische schulden staan gemiddeld voor zo'n 4000 euro in het rood bij de gemeente en voor bijna 800 euro bij het waterschap

Coronahulp

'We zien dat schulden weer oplopen', zegt Jan Geert Bakker, voorzitter van de LVLB en directeur van Belastingen Amsterdam. 'Bijvoorbeeld omdat de coronahulp is beëindigd en de landelijke Belastingdienst de invordering weer gaat hervatten. Daarom is het zo belangrijk om nu in goede samenwerking tussen schuldhulpverleners en schuldeisers er alles aan te doen om problematische schulden te vermijden en op te lossen.'

Extra werk

'De praktijk leert ons dat de belastingorganisaties zelf ook gebaat zijn bij actieve en tijdige schuldhulpverlening', voegt Bakker toe. 'Als mensen eenmaal diep en langdurig in de schulden zitten, dan levert dat voor de belastingorganisaties een hoop gedoe op. Schulden lopen steeds hoger op, ook door de bijkomende incassokosten, en de kans dat de schulden nog betaald gaan worden neemt dan steeds verder af. Daar heeft niemand iets aan. Voor de medewerkers van de belastingorganisaties betekent het vooral extra werk. In sommige gevallen kan het zelfs voorkomen dat een gemeentelijke belastingdienst een schuld incasseert en de gemeentelijke sociale dienst daarop een extra uitkering toekent. Dat soort situaties moeten we al helemaal vermijden.'

Aansporing

De afspraken in het convenant zijn pas rechtsgeldig als de lokale belastinginstantie het zelf heeft ondertekend. De handtekening van de LVLB is bedoeld als een aansporing voor de leden van de vereniging om het voorbeeld te volgen. Gemeenten kunnen overigens ook voor niet-belastinggerelateerde vorderingen een convenant met de NVVK afsluiten. Zes andere grote overheidsschuldeisers – de Belastingdienst, CJIB, CAK, UWV, DUO en de SVB – hebben al eerder een soortgelijk convenant getekend.