Schoolverzuim te lang niet gemeld
Jaarlijks verzuimen ruim 2500 jongeren langer dan 4 weken van school. Op een willekeurige dag zijn er tussen achthonderd en duizend zogenaamde thuiszitters.
Dat blijkt uit een onderzoek dat de vereniging van leerplichtambtenaren, Ingrado, uitvoerde in opdracht van het ministerie van Onderwijs. Thuiszitters worden gemiddeld laat gemeld: meestal pas na 28 dagen. Volgens de Leerplichtwet moet verzuim binnen 3 dagen worden gemeld. Dat duurt dus te lang, erkent Carry Rozemond, voorzitter van Ingrado.
Scholen wachten volgens haar te vaak te lang met inroepen van hulp. ‘Ze doen dat meestal vanuit een oprechte betrokkenheid; ze proberen het kind bijvoorbeeld eerst in een andere klas of op een andere school te plaatsen en met de ouders te praten. Maar bij langdurige thuiszitters is de problematiek te complex. Scholen moeten eerder externe hulp zoeken.’
Ingrado pleit ervoor dat landelijk het voorbeeld van Rotterdam wordt gevolgd. Jongeren die in het vorige schooljaar thuiszitter werden, waren gemiddeld na zo’n 4 maanden weer terug op een school. Maar er is een klein clubje dat extreem lang niet naar school gaat: Ingrado telde bij de gemeenten die meededen aan het onderzoek (iets meer dan de helft), 29 jongens en 23 meisjes die meer dan 2 jaar thuiszaten.
Rozemond: ‘Dat zijn echt bizarre situaties. Voorstelbaar is dat dat kinderen zijn die eigenlijk helemaal niet meer naar school kunnen. Maar het gebeurt ook dat ouders helemaal niet meewerken. Dan willen ze hun kind per se op een bepaalde school, en als dat niet lukt, dan werken ze helemaal niet mee. Dat kan je blijkbaar heel lang volhouden.’
Volgens Ingrado is meer samenwerking en overleg nodig tussen onder meer de scholen en de gemeente. Voor leerlingen die op hun eigen school niet te handhaven zijn, zijn er de zogenaamde rebound-voorzieningen: speciale klasjes voor tijdelijk ‘afkoeling’. Rozemond: ‘Maar als je als gemeente vandaag hoort dat je tien van dat soort leerlingen hebt, dan heb je niet morgen zo’n voorziening klaar. Voor kleinere gemeenten is het helemaal niet te doen. Laten we daarom de problematiek regionaal bespreekbaar maken.’
Rotterdamse actietafel
Met een speciaal overleg, de ‘Actietafel’, probeert Rotterdam het aantal thuiszitters terug te dringen. Tweewekelijks komen hun dossiers ter sprake in het overleg, geleid door de gemeente, waar onder meer een school voor kinderen met psychische- en gedragsproblemen (de REC’s), schoolbesturen en Bureau Jeugdzorg aanschuiven. Woordvoerder Marian Mulder van de Dienst Jeugd, Onderwijs en Samenleving: ‘Binnen 4 weken moet een kind weer terug op school zijn.’
In het eerste halfjaar werden 54 casussen behandeld, 35 leerlingen werden op een school geplaatst. De rest staat nog op de wachtlijst voor een speciale school of heeft bijvoorbeeld psychiatrische hulp nodig. De meeste kinderen waren al bekend bij instellingen. Vaak staat al vast dat een kind naar een REC moet, maar werken ouders niet mee, moet er nog een indicatie komen, of is er een wachtlijst.
Mulder: ‘Door de verantwoordelijkheid niet bij één organisatie neer te leggen, zie je dat het beter gaat.’ Rotterdam telt nog 45 langdurige thuiszitters waarvan er nog 23 worden behandeld. Twaalf staan er op een wachtlijst voor een school.
We maken onze eigen maatschappij. Veel wijsheid toegewenst!