Aantal jongeren met jeugdbescherming op laagste niveau sinds 2015
Tegelijkertijd neemt het aantal jongeren in de jeugdreclassering juist weer toe.

Het aantal jongeren dat jeugdbescherming krijgt is in 2024 gedaald tot het laagste niveau sinds gemeenten in 2015 verantwoordelijk werden voor de jeugdzorg. Dat blijkt uit voorlopige cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). In totaal kregen vorig jaar 34.000 jongeren een jeugdbeschermingsmaatregel opgelegd.
Veiligheid
Bij bijna 25.000 jongeren tot 18 jaar ging het om een ondertoezichtstelling, waarbij ouders het gezag behouden maar onder toezicht staan van een jeugdbeschermer. In ruim 9.000 gevallen werd voogdij opgelegd, waarbij het gezag volledig wordt overgedragen aan een voogd. Dergelijke maatregelen worden door de rechter opgelegd als de ontwikkeling of veiligheid van een kind in gevaar is.
Politie of leerplichtambtenaar
Tegelijkertijd is het aantal jongeren in de jeugdreclassering weer aan het stijgen. In 2024 waren dat er 8.200. In 2015 ging het om 11.000 jongeren, waarna het aantal afnam tot 7.500 in 2022. Jeugdreclassering richt zich op jongeren die in aanraking zijn gekomen met de politie of een leerplichtambtenaar. Doel is herhaling van strafbaar gedrag te voorkomen via toezicht en begeleiding.
Criminele jongeren
Volgens CBS-woordvoerder Luuk Hovius houdt de stijging direct verband met de toenemende jeugdcriminaliteit: ‘We zien iets meer criminele jongeren, met name jonge jongens. Denk aan de zogenoemde ‘ophalers’. Dat zijn vaak jonge mensen die door criminelen verscheepte drugs uit zeecontainers halen.’
Maatregelen
Opvallend is dat de duur van sommige jeugdbeschermingsmaatregelen toeneemt. Zo duurde in 2024 een voogdijmaatregel gemiddeld 82 maanden – bijna zeven jaar – tegenover 61 maanden in 2015 (ruim vijf jaar). Ondertoezichtstellingen duurden gemiddeld 30 maanden in 2024, na een eerdere daling tot 26 maanden in 2020. De duur van jeugdreclassering nam juist af: van gemiddeld 13 maanden in 2015 naar 9 maanden in 2024.
Personeelstekorten
Het CBS weet niet precies waarom het aantal jongeren met jeugdbescherming al jaren afneemt. Hovius vermoedt dat het te maken heeft met personeelstekorten: ‘Doordat het aantal jeugdbeschermers beperkt is, kunnen er ook minder kinderen en jongeren worden doorverwezen naar jeugdbescherming.’
‘Zwaardere gevallen’
Dat verklaart mogelijk ook waarom de duur van sommige jeugdbeschermingsmaatregelen toeneemt. ‘Eén verklaring is dat door het personeelstekort er geen ruimte is voor nieuwe maatregelen, waardoor de duur van de huidige maatregelen toeneemt’, licht Hovius toe. ‘Maar het kan ook zo zijn dat omdat er een tekort aan jeugdbeschermers is, daarom vooral de ‘zwaardere gevallen’ worden doorverwezen naar jeugdbescherming. En voor die gevallen zijn vaak maatregelen met een langere looptijd nodig. Er zit een verband tussen die twee mogelijke oorzaken, maar we weten niet precies hoe die twee zich tot elkaar verhouden.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.