Volle kracht vooruit!
Verschillende partijen hebben geprobeerd een spaak in het wiel te steken, maar gelukkig houdt het nieuwe kabinet de rug recht wat betreft de transitie van de jeugdzorg, stelt Erik Gerritsen.
Het nieuwe kabinet gaat door met de transitie jeugdzorg en dat is goed nieuws. De afgelopen tijd probeerden verschillende partijen zoals GGZ Nederland weer spaken in wielen te steken, maar Rutte en Samsom hebben hun rug gelukkig recht gehouden.
De verhoging van de bezuinigingstaakstelling van 300 naar 450 miljoen legt wel een zware hypotheek op de transitie. Van het succesvoorbeeld uit Denemarken weten we dat een goed uitgevoerde decentralisatie de eerste jaren wat extra’s kost en pas na vijf jaar gaat renderen, maar dan ook fors. In de geest van het optimisme dat van het regeerakkoord af spat zullen we dat maar een uitdaging noemen.
In ieder geval is er geen enkele reden om stil te zitten, er is geen tijd te verliezen. 1 januari 2015 is dichterbij dan we denken, maar geeft ook nog de nodige tijd om nu al te werken aan het realiseren van besparingen. Het is ook niet nodig om te wachten tot dat het broddelwerk van de nieuwe conceptwet is hersteld. Binnen de kaders van de huidige wet kan nu al vrijwel het hele gedachtegoed achter de transitie in experimenten worden uitgeprobeerd.
Gelukkig gebeurt dat ook al op vele plekken in het land. In de Stadsregio Amsterdam hebben we bijvoorbeeld de indicatiestelling materieel vrijwel afgeschaft, een deel van de jeugdzorgtaken overgeheveld naar gemeenten, veel overbodige bureaucratie afgeschaft waaronder het contactjournaal en alle verschillende kindgerichte rapportages samengevoegd in één handzaam gezinsdossier. Het principe van één gezin, één plan, één hulpverlener is al praktijk door de inzet van gezinsmanagers. We simuleren de gebundelde doeluitkering door samen op te trekken met de zorgverzekeraar (JGGZ) en het zorgkantoor (AWBZ), werken met de Volwassen GGZ samen op basis van een convenant informatie uitwisseling, verkorten doorlooptijden door meer parallel te werken met de Raad voor de Kinderbescherming en de leerplichtketen te stroomlijnen en spelen in op de wens van gemeenten door onze gezinsmanagers en jeugdmaatschappelijk werkers wijkgericht in te zetten. We pakken de wachtlijsten aan door onorthodox samen te werken met de kinderopvang, de thuiszorg, schoolmaatschappelijk werk en woningbouwcorporaties.
Belangrijke reden om snel te beginnen en veel te experimenteren is, dat dit de snelste weg is voor gemeenten om deskundig opdrachtgever te worden. Ondeskundig opdrachtgeverschap is het grootste risico van de transitie. Maar dit is geen reden om pas op de plaats te maken of voor centralisatie te kiezen. Beide bieden schijnzekerheid als het gaat om het waarborgen van de rechten van het kind. Deze rechten worden meer in de uitvoeringspraktijk dan in wetten gerealiseerd of met voeten getreden. De huidige uitvoeringspraktijk wordt gekenmerkt door goede mensen in een ziek systeem. Gemeenten zijn de bestuurslaag die het beste gepositioneerd is om het jeugdzorgstelsel duurzaam te transformeren. Een ongetemd probleem als de jeugdzorg is gebaat bij lokaal maatwerk. Gemeenten verantwoordelijk maken en vertrouwen gunnen zal er toe leiden dat ze die verantwoordelijkheid ook pakken en het vertrouwen waar zullen maken. Op kleine schaal experimenteren, leren van fouten en successen opschalen voorkomt risico’s die gepaard gaan met een “big bang”.
Dit betekent wel een dure plicht voor gemeenten om snel werk te maken van hun eigen professionalisering tot deskundig opdrachtgever en niet te wachten op nieuwe wetsteksten of betere financiële afspraken. Bescheidenheid zou gemeenten sieren gezien het feit dat ze zelf voor een aanzienlijk deel verantwoordelijk zijn voor de door hun zelf terecht bekritiseerde te grote toestroom naar de complexe en dure jeugdzorg. Natuurlijk is bescheidenheid van de jeugdzorgsector zelf ook op zijn plaats, omdat die er ondanks aanzienlijke stappen vooruit onvoldoende in is geslaagd zich aan zijn eigen haren uit het moeras te trekken.
Gemeenten en jeugdzorg hebben elkaar hard nodig om van de transitie en transformatie een succes te maken. Dan helpt het als er vanuit wederzijdse bescheidenheid maar ook respect in die samenwerking wordt gestapt. Dat is beter dan zwarte pieten over de tekortkomingen uit het verleden en heden. Goed transformeren doe je primair door goed te bricoleren: met en vanuit het bestaande iets nieuws maken. Dat voorkomt dat oude schoenen worden weggegooid voordat de nieuwe schoenen zijn gemaakt en ingelopen. Dat voorkomt dat het kwetsbare kind met het badwater van het zieke systeem wordt weggegooid. Het gedoseerd toelaten van nieuwe toetreders is voldoende om de bestaande jeugdzorginstellingen scherp te houden.
Wat mij betreft krijgen de gemeenten het vertrouwen dat ze goede opdrachtgevers gaan worden en dat ze daar al experimenterend snel werk van gaan maken. De strakke deadline zal er toe leiden dat de gemeenten voortvarend aan de slag gaan. Een proces dat al stevig gaande is en dat er toe zal leiden dat de bezuinigingstaakstelling in 2015 al deels gerealiseerd zal zijn. Een leerproces dat er toe zal leiden dat de nieuwe wet ex ante op uitvoerbaarheid wordt getoetst, waarna vaststelling van de wet niet veel meer zal zijn dan de formele afronding van een al in de praktijk succesvol gebleken uitvoeringspraktijk.
Kan BB nu niet eens een columnist aanstellen die WEL een beetje fatsoenlijk proza uit zijn PC weet te krijgen ?