Regenbooggemeenten op de bres voor lhbtiq+ inwoners
De grootste vier gemeenten krijgen zo’n 50.000 euro per jaar, en leggen zelf nog wat bij. De overige 51 krijgen 20.000 euro.
Hoewel de emancipatie en acceptatie van lhbtiq+ personen een positieve ontwikkeling vertoonde, zet deze tendens de laatste jaren niet door. Er zijn steeds meer Regenbooggemeenten die zich daarom uitdrukkelijk inzetten voor hun lhbtiq+ inwoners. Zij geven hier op verschillende manieren invulling aan, met als doel: doordringen in de haarvaten van de samenleving.
Het programma bestaat al een tijdje. In 2008 om precies te zijn. Toen namen er achttien gemeenten deel. Destijds heerste het beeld dat homo-emancipatie was voltooid. Het burgerlijk huwelijk was opengesteld voor partners van hetzelfde geslacht. Zij hadden de mogelijkheid om kinderen te adopteren. ‘Het leek juridisch allemaal in orde’, verduidelijkt Charlot Pierik. ‘Toch zagen we in de praktijk dat het streven naar gelijkheid nog geen afgesloten hoofdstuk was.’
Gevoelig
Nu, vijftien jaar later, blijkt dat nog steeds het geval. Hoewel de afgelopen decennia de emancipatie en acceptatie van lhbtiq+ personen een positieve ontwikkeling vertoonde, zet deze tendens de laatste jaren niet door, blijkt uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (2022). Zo ligt zichtbare intimiteit tussen mensen van gelijk geslacht nog erg gevoelig, en is de acceptatie van transgender personen minder groot dan die van homo- en biseksuelen.
Regenboogprogramma
Pierik is onderzoeker en projectleider inclusie en diversiteit bij Movisie, een landelijk kennisinstituut dat onderzoek doet naar sociale vraagstukken. Als projectleider Regenboogsteden kunnen gemeenten bij haar terecht voor het opstellen en uitwerken van plannen en bij de uitvoering van lhbtiq+ beleid. De afgelopen jaren zag ze dat steeds meer gemeenten hier werk van maken. Inmiddels zetten 115 zogenoemde Regenbooggemeenten zich in voor de emancipatie en acceptatie van hun lhbtiq+ inwoners. Daarvan nemen er 55 deel aan het Regenboogprogramma van het ministerie van OCW.
Taboe
Tijdens een bijeenkomst in Ede, op 29 september, tekenden deze 55 gemeenten een intentieverklaring waarin zij toezegden hier de komende jaren mee verder te gaan. Allemaal streven ze naar minder intimidatie, meer steun en een toename van de sociale acceptatie van lhbtiq+ mensen. ‘In het bijzonder meer steun voor jongere en oudere lhbtiq+ personen, die in een meer kwetsbare positie zitten’, vertelt Pierik. ‘En acceptatie op plekken waar het nog steeds een taboe is.’
Benoem in contracten met zorgaanbieders expliciet dat hun personeel getraind wordt om sensitief te zijn voor dit onderwerp
Subsidie
Deze gemeenten krijgen subsidie en begeleiding. De grootste vier gemeenten (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht) krijgen zo’n 50.000 euro per jaar, en leggen zelf nog wat bij. De overige 51 krijgen jaarlijks 20.000 euro. Volgens Pierik is dat met name belangrijk voor de wat kleinere gemeenten. ‘Bij grote gemeenten is het opnemen van lhbtiq+ belangen in beleid al gemeengoed, maar voor hen is zo’n subsidie een impuls om hier extra aandacht aan te besteden’, licht ze toe.
Cijfers en signalen
Hoe hier invulling aan wordt gegeven is afhankelijk van de context. Pierik: ‘Als een gemeente net begint, wordt er eerst gekeken naar wat er speelt binnen die specifieke gemeente. Zijn er cijfers over bekend bij de politie, zoals aangiften van geweld, intimidatie of discriminatie? Zijn er signalen vanuit het jongerenwerk, scholen of sportclubs? Op basis daarvan wordt gekeken wat de gemeente nodig heeft.’
Theatervoorstelling
Heel vaak vertaalt dit zich naar doelstellingen. Denk aan sociale acceptatie op scholen, sportverenigingen of asielzoekerscentra. ‘Dat hoeft niet alleen te gaan om voorlichting, maar kan ook door middel van een theatervoorstelling die in het teken staat van lhbtiq+ acceptatie’, zegt Pierik. De gemeente heeft hierbij zowel een faciliteren als regisserende rol.
Voorwaarden
Elke gemeente legt daarbij eigen accenten en zet ook eigen middelen in om lokale doelen te bereiken. Ook hier is de context van belang, stelt Pierik. ‘De vraag is: in welk stadium bevindt een gemeente zich? Het begint bij de basis, die wordt gelegd bij zorg- en welzijn en veiligheid. Bijvoorbeeld door voorwaarden te stellen aan de subsidie voor sociaal werk. Of in de contracten met zorgaanbieders expliciet te benoemen dat hun personeel getraind wordt om sensitief te zijn voor dit onderwerp.’
Dubbelkruispunt
Als dat is gelukt, kun je als gemeente meer aandacht besteden aan extra kwetsbare inwoners. Dat zijn mensen die volgens Pierik ‘op een dubbelkruispunt staan’, ook wel intersectionaliteit genoemd. Dit houdt in dat mensen op meerdere assen kunnen ‘afwijken van de norm’, dat die assen elkaar beïnvloeden, en dat dat iemands positie in de maatschappij bepaalt. ‘Zo krijgen trans vrouwen van kleur bijvoorbeeld veel vaker te maken met geweld’, zegt Pierik. Zij ziet dat de hulpverlening in zorginstellingen het moeilijk vindt om ‘op beide fronten sensitief’ te zijn. Niet in de laatste plaats vanwege vooroordelen.
Maatschappelijk leven
Voor veel gemeenten is er in ieder geval nog genoeg te doen. En hoewel het per gemeente verschilt wat nodig is, ziet Pierik wel één gemeenschappelijke noemer die werkt: ‘Zorg dat je als gemeente doordringt in het maatschappelijk leven. Dat sportclubs, scholen, zorginstellingen en bedrijven ermee aan de slag gaan.’
Reacties: 2
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.