'Rapport Jeugdzorg steunt pleidooi overgangstermijn'
Om de transitie Jeugdzorg veilig uit te voeren, zonder dat kinderen tussen wal en schip vallen, is het nodig dat er extra maatregelen komen. Dat zeggen Jeugdzorg Nederland, GGZ Nederland, de VNG en de Vereniging van Orthopedagogische Behandelcentra in een reactie op het rapport van de Transitiecommissie Jeugdzorg.
Deadline niet halen
Vanochtend werd duidelijk dat de transitiecommissie Stelselherziening Jeugdzorg (TSJ) onder leiding van Leonard Geluk een keihard oordeel velt over het uitblijven van voortgang in de transitie. Als gemeenten in dit tempo door blijven gaan, wordt de deadline van 1 januari 2015 niet gehaald, aldus Geluk. ‘Het oordeel van de TSJ over de aanpak en tempo van de transitie jeugdzorg is niet mals’, vinden de vier organisaties in een gezamenlijke reactie. Op haar website laat de VNG weten dat 2015 wat haar betreft wel 'haalbaar' is.
Drie jaar
Ze vinden dat het rapport hen sterkt in het pleidooi voor een overgangstermijn van drie jaar. De vier noemen het ‘onontkoombaar om tot concrete afspraken te komen over een overgangsperiode van drie jaar waarin de TAJ (Transitie Autoriteit Jeugd - red) erop toeziet dat de noodzakelijke zorg voor kinderen gegarandeerd beschikbaar is.’ Jeugdzorg Nederland pleitte overigens al tijden voor zo’n driejarige overgangstermijn.
Transitie Autoriteit Jeugd
De vier organisaties kunnen zich vinden in de komst van een TAJ. Het kabinet wil zo’n instelling om zorgaanbieders, gemeenten en regio’s te ondersteunen. De jeugdorganisaties willen dat staatssecretaris Van Rijn (VWS, PvdA) zo snel mogelijk duidelijk maakt wat de concrete rol en bevoegdheden van zo’n TAJ moeten worden.
Meerjarige visie
Jeugdzorg Nederland, GGZ Nederland, VGN en VOBC kunnen zich dan ook vinden in de komst van een Transitie Autoriteit Jeugd (TAJ) maar vraagt de staatssecretaris met klem om zo snel mogelijk duidelijkheid te geven over de concrete rol en bevoegdheden van de TAJ. Volgens hen zou een TAJ moeten sturen op drie punten. Een meerjarige visie voor de herinrichting van het veld, een gerichte ondersteuning van regio’s bij het borgen van de zorgcontinuïteit en het in stand houden van de zorginfrastructuur en het behoud en de doorontwikkeling van kennis en expertise in een kennisinfrastructuur. Hiervoor is het noodzakelijk dat een TAJ meerdere jaren aan de slag kan, aldus de vier. Want ook na de inwerkingtreding van de nieuwe Jeugdwet per 2015 is die ondersteuning nodig.
Te laat
Op enkele uitzonderingen na zijn er nog weinig afspraken gemaakt tussen gemeenten of jeugdzorgregio’s aan de ene kant en zorgaanbieders aan de andere kant. Veel gemeenten verwachten voor 1 juli deze afspraken wel te hebben gemaakt. Maar volgens de vier organisaties is dat te laat. ‘Aanbieders van jeugdhulp bereiden nu al de afbouw van hun organisaties voor, inclusief gedwongen ontslagen, en zullen deze afbouw na 1 april in gang zetten omdat zij vanuit bedrijfseconomisch perspectief niet anders kunnen.’
Reacties: 4
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Dat er extra maatregelen nodig zijn om het proces te versnellen en gemeenten beter te ondersteunen dan nu het geval is, daar is iedereen het wel over eens.
Maar niet over een overgangstermijn van drie jaar. Die is alleen maar bedoeld om de huidige (grote) zorgaanbieders meer garanties voor omzethandhaving en dus voortbestaan te geven. Uiteindelijk is daar de transformatie van de jeugdzorg niet mee gebaat.
Volgens de doelen van de nieuwe Jeugdwet moet er minder verwezen gaan worden naar de dure, specialistische zorg(instituten) en meer en tijdiger lichte hulp worden geboden, zodat de problemen niet onnodig verergeren, maar zo dicht mogelijk bij huis opgelost kunnen worden. In het rapport van de TSJ is daar ook geen pleidooi voor te vinden. Laat staan dat daar de VNG voor zou zijn, zoals abusievelijk in het artikel gesteld wordt. De redactrice verwart de VNG met de VGN (Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland) die wel het pleidooi van de koepel van zorgaanbieders, Jeugdzorg Nederland, onderschrijft.
Landelijk zijn er tendensen dat residentiële plaatsen afnemen (in Utrecht 15%). In enkele regio´s dalen de )dure' uithuisplaatsingen met de helft! Als gevolg van betere (en lichtere) zorg dicht bij huis en het minder medicaliseren van jeugdproblematiek. Ik voorspel de komende jaren een afname van 20-30 % specialistische jeugdzorg, en zo mogelijk kunnen kostprijzen nog met 10% omlaag. Zowaar een forse daling van de omzet van jeugdinternaten en andere behandelcentra. De inkoop van jeugdzorg zal een stuk scherper kunnen dan tot nu toe het geval was. Sommige instellingen zullen daarom rekening moeten houden met 30-40% omzetverlies! Afslankingsmaatregelen moeten echt niet tot 2018 wachten. Garanties vragen voor een omzet voor 3 jaar is in strijd met de doelstellingen van de nieuwe Jeugdwet. Gemeenten zouden daarom wel erg dom zijn om voor drie jaar budgetgaranties af te geven