Hoed u voor aanstaand drama sociale werkvoorziening
Hoed u voor aanstaand drama sociale werkvoorziening
Het stof van de invoering van de decentralisaties Jeugdwet en de Wmo sinds 1 januari is inmiddels wat gaan liggen. Maar de nieuwe ‘uitdaging’ in het sociale domein kondigt zich al aan: de sociale werkvoorziening.
De Participatiewet is per 1 januari redelijk geruisloos ingevoerd, waarmee ook meteen de instroom in de Wet sociale werkvoorziening ten einde is gekomen. Alle 100.000 huidige sw-medewerkers behouden gelukkig hun rechten. Maar wat doen we met de ‘nieuwe doelgroep, een groep met dezelfde soort beperkingen die nu in de bijstand zullen belanden. Tijdens de voorbereidingen op de Participatiewet hebben de sociale partners een sociaal akkoord gesloten dat voor deze nieuwe doelgroep in de komende tien jaar zorgt voor zo’n 125.000 extra banen. Maar hoe maken we dat uitvoerbaar en hoe gaan we de bij sw-bedrijven opgebouwde kennis en kunde hiervoor inzetten?
Transformatie sociale werkvoorziening
Tijdens de derde Cedris lezing (30-01-2015) werden deze onderwerpen besproken. Van Lieshout, verantwoordelijk voor het WRR-onderzoek Naar een lerende economie, had natuurlijk het gelijk aan zijn kant toen hij zei dat “de transformatie van de sociale werkvoorziening met horten en stoten gaat”. Maar de olifant in de kamer die tijdens de lezing niet werd benoemd en wel een belangrijke reden is voor dit horten en stoten, zijn de bezuinigingen op de sociale werkvoorziening en de effecten daarvan. Gemeenten moeten € 400 miljoen bezuinigen in acht jaar tijd. Afgezet tegen de andere bezuinigingen lijkt dat op het eerste gezicht nog wel mee te vallen. Maar de effecten van deze bezuinigingen en de stop op de instroom zijn desastreus.
€ 400 miljoen bezuinigingen
Er treedt namelijk een stapeling van effecten op. Allereerst slaan de bezuinigingen en de stop op de instroom de financiële bodem onder de sw-bedrijven weg. Zij kunnen het subsidieverlies niet meer compenseren met hun dienstverlening zoals detachering, groenonderhoud en schoonmaak. Alle sociale werkvoorzieningsbedrijven schrijven vanaf 2017 rode cijfers, zoals een flink aantal dat nu al doet. En die rode cijfers komen direct terecht bij gemeenten. Sommige kunnen het nog even uitzingen op basis van hun eigen vermogen, maar in heel veel gevallen is dat de afgelopen jaren al tot nul gereduceerd. Dat betekent geen afbouw of herstructurering in de komende veertig jaar, maar een herstructurering in de komende drie jaar. De € 800 miljoen die het vorige kabinet hiervoor nog had gereserveerd komen onder het huidige kabinet niet meer in de boeken voor. De gemeenten moeten deze kosten gaan dragen.
Arbeidsmarkt
In de regio’s met een slechtere arbeidsmarkt is de nood het hoogst. Natuurlijk heeft de crisis de afgelopen jaren in heel Nederland toegeslagen, maar sommige regio’s staan er echt slecht voor. Daar vallen ook in de sw juist hardere klappen. Simpelweg omdat er voor deze doelgroep geen of weinig werk is, ook niet op de lange termijn.
Nieuw verdeelmodel
Een derde element is de aanstaande herallocatie van re-integratiemiddelen door het nieuwe verdeelmodel van het Participatiebudget. Daarbij is er wel een ingroeitraject voor het nieuwe model, maar de effecten lijken fors, hoe je ook het wendt of keert. Diverse gemeentebestuurders beginnen zich zorgen te maken over de aanstaande voorjaarsnota en het sluitend krijgen van de meerjarenbegroting. Zeker ook omdat de bijstandsaantallen voor 2016 niet zo snel zullen dalen.
Beschut nieuw
Een vierde factor is de invoering van ‘beschut nieuw’. Hoe gaan we deze loonvormende arbeid organiseren? Welke kosten brengt dat met zich mee, juist met afnemende budgetten? Daar valt nog niet veel over te zeggen. Behalve dan dat het lokaal maatwerk is, zoals staatssecretaris Klijnsma aangeeft in haar antwoord van 30 januari op Kamervragen naar aanleiding van de beleidsvoornemens van de gemeente Tilburg op dit gebied.
Artikel 12
Deze stapeling van effecten betekent voor een flink aantal gemeenten dat zij richting artikel 12 gaat: onder curatele van het Rijk. Dat zou een drama zijn. De staatssecretaris heeft niet voor niets de commissie Van Zijl in het leven geroepen om te kijken naar de situatie in Oost-Groningen. En de problemen blijven niet beperkt tot die regio. De stapeling raakt bijvoorbeeld ook G 32 gemeenten. Iedere gemeente moet deze analyse dan ook snel nu maken. Een analyse om te bezien tot welke omvang het sociale werkvoorzieningsdrama kan uitgroeien.
Zijn er ook oplossingen?
Ik wil niet geheel pessimistisch eindigen. Er zijn zeker oplossingen te verzinnen. Maar om het probleem te benoemen en te komen tot innovaties is allereerst durf en lef nodig:
- Kennis en kunde van de doelgroep behouden.
- Slimme combinaties tussen sociale dienst en sociale werkvoorziening.
- Nieuwe, innovatieve sociale ondernemingen de ruimte geven.
- Goed invulling geven aan de 125.000 garantiebanen.
- De 35 regionale Werkbedrijven en de werkgeversdienstverlening daadkrachtig inzetten.
- Re-integratie is anno 2015 vooral directe plaatsing bij werkgevers. Daarom facilitaire dienstverleners als Vebego en Facilicom opzoeken, want daar zitten de concrete banen in schoonmaak, beveiliging, etc.
- Regionale samenwerking met democratische legitimiteit van de gemeenteraad.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.