Melden is niet de belangrijkste stap in de meldcode
Melden is niet de belangrijkste stap in de meldcode. Belangrijke rol weggelegd voor de (opkomende) wijkteams van de gemeenten en de Veilig Thuis-organisatie.
Onlangs laaide de discussie weer op over wel of niet verplicht melden bij vermoedens van kindermishandeling. In mijn dagelijkse werk als beleidsadviseur voor gemeenten en Veilig Thuis en als trainer zie ik dat er een belangrijke rol is weggelegd voor de (opkomende) wijkteams van de gemeenten en de Veilig Thuis-organisatie. Zij moeten samen optrekken bij stap 2: consultatie.
Dit betekent dat Veilig Thuis laagdrempelig moet zijn en dicht bij de plek gepositioneerd waar mensen wonen en leven en waar de signalen het eerst gezien kunnen worden: op school, in de kinderopvang, in de wijken. Gemeenten doen er dus goed aan om de Veilig Thuis-organisatie een stevige plek in het sociaal domein te geven. Als toegevoegde waarde aan de ogen en oren van de wijkteams, in plaats van als een meldloket.
Wisselwerking
Lokale professionals hebben een primaire verantwoordelijkheid bij kwesties rondom de veiligheid van kinderen. Zij moeten minimaal in staat zijn om te signaleren, risicofactoren in kaart te brengen en een gesprek over de veiligheid van jeugdigen te voeren. Veilig Thuis heeft hierbij een belangrijke ondersteunende en onderzoekende taak. Melden kan de mogelijke uitkomst zijn van deze wisselwerking.
Vier voorwaarden
Er zijn voorbeelden waar deze aanpak goed werkt. Maar dit gaat niet vanzelf. Vier belangrijke voorwaarden:
1. Lokale professionals worden ondersteund in het maken van een veiligheidsplan met ouders/opvoeders en de jeugdige als onderdeel van het ondersteuningsplan
Dit kan door een gezamenlijke inzet of scholing vanuit de jeugd- en veiligheidspartners van de gemeenten: gecertificeerde instellingen, Raad voor de Kinderbescherming en Veilig Thuis. Niet alleen door hen in te schakelen vanuit hun wettelijke taken, maar juist door hun expertise in te zetten als het gaat over de veiligheid van kinderen. Dit kan in de contractering worden meegenomen.
2. Lokale professionals worden ondersteund in de wijze waarop zij de veiligheid van kinderen kunnen inbrengen in de gespreksvoering
Gemeenten kunnen met Veilig Thuis afspraken maken over de ondersteuning aan lokale professionals bij de stappen van de meldcode die vooraf gaan aan de melding. Met andere woorden: proactief betrekken en het oefenen van gesprekken. Consultatie kan meer zijn dan alleen een telefonisch advies, zoals aanschuiven bij een casus.
3. De route van de zorgmeldingen wordt inhoudelijk en getalsmatig gemonitord
De zorgmeldingen van de politie worden niet ingebracht in het netwerk rondom gezinnen, maar bij de meld- en regelkamer van Veilig Thuis. Veilig Thuis kan verder onderzoek doen of dit afschalen naar een lokaal team. Omdat er dan sprake is van schakelende verbindingen is het belangrijk om deze zorgmeldingen goed te monitoren. Met andere woorden: vallen er geen kinderen tussen wal en schip? Door (herhaald) kwantitatief en kwalitatief te monitoren krijgen we zicht op mogelijke hiaten en kunnen we verbeteringen aanbrengen. Zo weten we door monitoring dat meer en beter melden niet substantieel bijdraagt aan de veiligheid van kinderen. Investeren in onderlinge taken en verantwoordelijkheden wel.
4. Gemeenten en jeugd- en veiligheidspartners voeren een gezamenlijke ontwikkelagenda
Het maken van een gezamenlijke ontwikkelagenda is niet alleen een papieren exercitie. Het helpt in de praktijk als je elkaar kunt aanspreken en elkaar door de uitvoeringspraktijk laat voeden. De ervaring leert dat zo ook gewerkt kan worden aan de veranderopgaven in het sociaal domein: ouders/opvoeders anders en meer betrekken bij het borgen van de veiligheid van hun kinderen, door bijvoorbeeld het introduceren van de beschermingstafel. Door zo met elkaar samen te werken, ontstaat een stevige lokale en regionale infrastructuur waarbij de veiligheid van kinderen voorop staat.
Niet teveel focus op melden
De 'A' van de Advies- en Meldpunten Huiselijk Geweld en Kindermishandeling is verdwenen in de benaming Veilig Thuis. Maar de 'M' komt te nadrukkelijk weer terug. Door de focus te leggen op het melden, lopen we het risico dat we andere kansen en mogelijkheden over het hoofd zien.
(dit artikel verscheen eerder als blog in het Kennisnet Jeugd)
Rudy Bonnet is vanuit Stade Advies werkzaam als beleidsadviseur en projectleider voor gemeenten, organisaties en burgers binnen het sociaal domein.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.