Ambulantisering jeugd-GGZ: alternatief voor residentiële zorg
Ambulantisering jeugd-GGZ: alternatief voor residentiële zorg
Rijk, zorgverzekeraars en zorgaanbieders willen het aantal bedden in de GGZ verminderen. In hun Bestuurlijk akkoord toekomst GGZ 2013 – 2014 ] hebben ze dat als volgt geformuleerd:
‘Zorgverzekeraars en zorgaanbieders delen de ambitie om de huidige totale beddencapaciteit in de periode tot 2020 fors af te bouwen met een derde ten opzichte van de omvang van de bedden in 2008 en deze afbouw te substitueren door middel van ambulante zorg.’
Om de afbouw van de residentiële zorg te verantwoorden stellen zij een verdere ambulantisering van de zorg in het vooruitzicht. Maar de geestelijke gezondheidszorg komt door deze ontwikkelingen nu toch flink onder druk te staan. Zo ook de zorg voor jeugdigen met psychische problemen.
Transformerende beweging
De zorgverzekeraars zijn vooruitgelopen op de verlaging van het aantal bedden in de GGZ door er ook minder in te kopen. Dat is al ingezet een paar jaar vóór de decentralisatie van de jeugd-GGZ naar gemeenten. En, ondanks de voornemens in het bestuurlijk akkoord, is vervolgens ter vervanging van de residentiële zorg nauwelijks geïnvesteerd in een intensievere ambulante jeugdhulp. Dat gemeenten bij de inkoop van jeugdhulp vooral binnen hun budget willen blijven helpt daarbij ook niet mee. Daarom is bij die inkoop de transformerende beweging nog nauwelijks zichtbaar. En er is nog altijd sprake van een krimpend budget, waardoor de tarieven en het aantal beschikbare plaatsen nog verder onder druk komen te staan.
Bodem in zicht
Voor sommige aanbieders komt hierdoor de bodem in zicht. Als de bezuinigingen nog verder gaan, kunnen zij op hun schaalgrootte een locatie voor residentiële jeugdhulp niet langer draaiende houden. Terwijl andere aanbieders tegen alle ontwikkelingen in juist inzetten op groei. Zij spelen in op kansen die ontstaan doordat gemeenten weliswaar de rekening van de jeugdhulp moeten betalen, maar lang niet altijd ook invloed kunnen uitoefenen op de toeleiding naar deze hulp. Bijvoorbeeld omdat de rechter die soms oplegt.
Overvolle crisishulp
Ondertussen gaat het allemaal wel ten koste van de jeugdigen die GGZ-zorg nodig hebben. Met minder bedden beschikbaar krijgen kinderen en jongeren dus langer ambulante hulp. Soms té lang. En te licht. Daardoor kunnen crisissituaties ontstaan die om acute hulp vragen. Helaas is het aantal crisisbedden zeer beperkt en zitten de meeste aanbieders van crisishulp overvol. Dat maakt het lastig om een kind op de juiste plek te krijgen, juist op momenten dat hulp het hardst nodig is. Bovendien ontbreekt het de toegang tot jeugdhulp veelal nog aan voldoende ervaring en specialistische kennis op het gebied van jeugd-GGZ om snel een juiste beoordeling te kunnen maken.
Ambulante alternatieven
Om de druk op residentiële jeugdhulp te verlagen moeten er goede ambulante alternatieven komen. Waarbij ook een scherpe signalering van het moment van noodzakelijke opschaling naar residentiële hulp cruciaal is. Maar zijn die alternatieven er al? In ieder geval zijn veel regio’s wel bezig om deze te ontwikkelen. De gemeente Nijmegen heeft in 2015 bijvoorbeeld een maatschappelijke businesscase opgezet rondom zeer intensieve thuisbehandeling van jeugdigen met psychische problematiek.
Nijmegen
Centraal bij de businesscase van Nijmegen staat de inzet van een combinatie van zeer intensieve thuisbehandeling en modulair aanbod van diverse therapieën. Met behandelaren die 24 uur per dag bereikbaar en beschikbaar zijn. Jongeren kunnen zo nodig ook voor een korte klinische interventie vrijwillig of gedwongen worden opgenomen, bij voorkeur samen met een ouder of vertrouwenspersoon. De komende vier jaar gaat de gemeente de extra investeringen die nodig zijn voor deze vorm van intensieve ambulante jeugdhulp afzetten tegen de kostenbesparingen en maatschappelijke effecten.
Symptoombestrijding
Ook in andere gemeenten zien we inspirerende voorbeelden van vergelijkbare businesscases. Maar op veel meer plekken zijn de betrokken partijen helaas vooral nog bezig met de bestrijding van symptomen die voortkomen uit de afschaling van residentiële jeugdhulp. En dat houdt ze af van investeringen in goede, intensieve ambulante vormen van jeugdhulp. Hoe langer dit zo doorgaat, hoe verder de draagkracht van aanbieders van jeugd-GGZ af zal nemen. Waardoor de situaties waarin jongeren die een (crisis)bed nodig hebben alleen nog maar precairder worden. Om dat te vermijden moeten gemeenten per direct werk maken van intensieve ambulante jeugdhulp.
Arnaud Brix – a.brix@radaradvies.nl
Marian Zandbergen – m.zandbergen@radaradvies.nl
Beleidsadviseurs preventief jeugdbeleid en jeugdhulp
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.