Signaleren en samenwerken binnen Jeugd en Veiligheid
Signaleren en samenwerken binnen Jeugd en Veiligheid. Uitkomsten Expertmeeting ‘De Gouden Combinatie’.
Uitkomsten Expertmeeting ‘De Gouden Combinatie’.
Als er bij jongeren problemen zijn of dreigen te ontstaan, willen we daar zo vroeg mogelijk bij zijn. Maar hoe kunnen we preventieve, vroegtijdige samenwerking tussen professionals rondom jongeren het beste organiseren? Over die centrale vraag organiseerde RadarAdvies op 22 januari 2018 de expertmeeting ‘De Gouden Combinatie: Signaleren en samenwerken op het terrein van Jeugd & Veiligheid’.
Belangrijke conclusies
Achtergronden en invalshoeken van de deelnemers aan deze expertmeeting waren zeer uiteenlopend. Wijkagenten, lokaal, regionaal en landelijk beleid, hulpverleners en leerplicht. Belangrijke conclusies die de aanwezigen trokken:
- Het is van essentieel belang om de regierol duidelijk te beleggen.
- De onderlinge samenwerking tussen ondersteuning, drang en dwang moet helder zijn. Dat kan bestaande patronen doorbreken en zorgt voor een grotere betrokkenheid van partners en ouders bij de aanpak.
De Gouden Combinatie
Tijdens de bijeenkomst is gekeken naar de verschillende partners en rollen binnen het domein van Jeugd en Veiligheid. De aanwezigen hebben met elkaar verbeterpunten en mogelijke meerwaarde geïnventariseerd. De focus lag daarbij op preventie en vroegsignalering (de fase waarin nog veel te bereiken valt) en op De Gouden Combinatie van wijkteam(s), jongerenwerk, wijkagent(en) en onderwijs, eventueel aangevuld met andere relevante partners. De expertbijeenkomst was gericht op actiegerichte oplossingen voor de dagelijkse praktijk, en niet zozeer op beleidsmatige aanpassingen.
Maak duidelijke afspraken wie wanneer de regie heeft
‘We hebben allemaal een stukje van de puzzel in onze hand. Het gaat erom deze stukjes samen te brengen zodat we het hele plaatje te zien krijgen.’ |
Als we de ondersteuningsvraag van een kwetsbare jongere zien als een puzzel, dan bezit iedere partner in de samenwerkingsketen een stukje van die puzzel. En alle stukjes samen bieden het complete plaatje van een casus. Pas dán blijkt vaak dat er meer aan de hand is. Door onduidelijkheid over de rollen in de keten en versnippering van de informatie komt dat complete plaatje te vaak niet in beeld. Dat maakt het soms onduidelijk waar een casus op een bepaald moment thuishoort en wie aan zet is voor actie. De deelnemers aan de expertmeeting kwamen onder meer met de volgende verbeterpunten:
- Stel als gemeente een ketenregisseur aan
Deze faciliteert het samenwerkingsproces in het preventieve kader en bij vroegsignalering. De regisseur moet iemand zijn die ‘boven de keten’ staat, het overzicht houdt en het gezamenlijke doel niet uit het oog verliest. - Durf te experimenteren
Dúrf als partner in het voorliggende veld te pionieren en samenwerkingsprocessen aan te jagen. Durf ook de uitdaging aan te gaan om een stapje extra te zetten of buiten de regels om zaken te regelen.
Creëer mogelijkheden om het onderbuikgevoel te delen
“Als professional met jarenlange ervaring beschik ik over veel kennis en kunde. Zoals mijn ‘onderbuikgevoel’. Dat gevoel blijkt achteraf vaak te kloppen, maar waar kan ik terecht met zo’n soort signaal?” |
Bij vroegsignalering is het onderbuikgevoel een belangrijke graadmeter. Het zorg- en ondersteuningsstelsel is echter vooral gericht op feitelijkheden. Vaak komt men pas in actie als er genoeg feitelijke vakjes ‘afgevinkt’ zijn en casuïstiek voldoet aan bepaalde criteria.
- Zorg voor een ‘onderbuikinstrument’
Inventariseer samen met de partners in het preventief kader de ideeën en wensen over een ‘onderbuikinstrument’. Misschien moet de Verwijsindex wel nieuw leven worden ingeblazen. Bijvoorbeeld door de indruk weg te nemen dat deelname aan de Verwijsindex extra werk betekent, maar ook bijvoorbeeld om duidelijke criteria te stellen om iets wel of niet te melden. Een andere optie is om afzonderlijke ‘niet-pluis’ meldingen mogelijk te maken.
Zorg voor grondige kennis van de privacywetgeving
“Als ik aansluit bij een overleg, en daar wordt vervolgens gesproken over ‘Anoniempje van 12…’ dan zitten we daar natuurlijk allemaal onze tijd te verdoen.” |
Veel maatschappelijke partners weten niet goed wat ze binnen de kaders van de privacywetgeving wel en niet mogen delen. Dat zorgt voor onzekerheid in de dagelijkse praktijk en kan zelfs verlammend werken als er binnen de regels van de wet relevante (noodzakelijke) gegevens moeten worden gedeeld. Deelnemers reiken de volgende aanbevelingen aan:
- Meer kennis van privacyregelgeving
Maatschappelijke partners die werken in de uitvoering moeten meer kennis opdoen over de regelgeving rondom privacy. Bijvoorbeeld door bijspijkermomenten te organiseren of door relevante casuïstiek te bespreken tijdens intervisiesessies. - Er is meer mogelijk
In het kader van veiligheid of de uitoefening van de eigen functie en rol kan en moet er vaak zelfs meer dan gedacht. - Kennisuitwisseling
Bevorder kennisuitwisseling tussen relevante samenwerkingspartners door privacy-convenanten af te sluiten en gerichte protocollen op te stellen. Hierdoor neemt de zekerheid van handelen toe en delen betrokkenen ideeën over kennisuitwisseling.
Wees transparant naar ouders
“Als politieagent benaderen scholen mij soms om een melding te doen bij Veilig Thuis, achter de rug van ouders om. Ik ben er voorstander van om ouders vroegtijdig in te lichten!” |
Scholen zijn één van de eerste partners met een signalerende functie, omdat vrijwel alle jongeren daar een groot deel van hun tijd doorbrengen. Soms melden scholen vermoedens niet tijdig omdat ze bang zijn voor een vertrouwensbreuk met ouders. Om effectief in gezamenlijkheid te kunnen handelen nadat beginnende problemen zijn gesignaleerd, is het belangrijk om open en transparant te zijn naar ouders over de samenwerking met bijvoorbeeld gemeente, leerplicht, jeugdhulp en politie. Ouders moeten weten dat maatschappelijke partners - in samenspraak met ouders - informatie onderling uitwisselen. Dan zullen ze sneller bereid zijn méé in plaats van tegen te werken.
Ouders zullen, als ze goed inzicht hebben in de gang van zaken, bovendien gemakkelijker toestemming geven om (dossier)informatie te delen. En door ouders en kind of jongere duidelijk te betrekken en hen bijvoorbeeld zelf informatie-uitwisseling goed te laten keuren is de privacy veelal geborgd.
De deelnemers aan de bijeenkomst opperen het volgende praktische verbeterpunt:
- Ouders informeren via bijvoorbeeld schoolgids en voorlichting
Het onderwijs kan via onder meer de schoolgids en tijdens voorlichtingsavonden duidelijk maken dat er in geval van (vroeg)signalering van mogelijke problemen een samenwerking bestaat met partners. Bijvoorbeeld met wijkagent, jongerenwerkers en sociaal (wijk)team.
Wees kritisch op (zorg)meldingen
“Soms doe ik een zorgmelding, maar dan weet ik helemaal niet wat daar vervolgens mee gebeurt. Ik zou graag een terugkoppeling krijgen, of dichter bij huis kunnen melden”. |
Partners in het preventief kader die bezorgd zijn over de situatie rondom een kind of jongere kunnen een zorgmelding doen bij Veilig Thuis. In de praktijk komen veruit de meeste van die meldingen bij de politie vandaan. Veilig Thuis voert vervolgens een triage uit en bepaalt wie een zorgvraag moet oppakken of dat er nader onderzoek nodig is. Deelnemers aan de expertbijeenkomst geven aan dat regelmatig onduidelijk is welk vervolg Veilig Thuis geeft aan een zorgmelding. Daarbij komen enkele verbeterpunten naar voren:
- Kijken naar lokale mogelijkheden
In het kader van vroegsignalering is het belangrijk dat samenwerkingspartners (ook) kijken of er lokaal een oplossing mogelijk is voor de geconstateerde problematiek. Dat kan sneller en soms beter werken. (De zorg over) het kind moet zich vooral op de juiste plek bevinden: regionaal bij Veilig Thuis, of lokaal als dat nodig en mogelijk is. Dat laatste zorgt bovendien dat de melder meer betrokken blijft. - Terugkoppeling
Veilig Thuis moet tijdig en duidelijk terugkoppelen aan melders wat er met (zorg)meldingen is gedaan en wat de status is van afhandeling van de melding. - Melding scholen aanscherpen
Scholen hebben in veel gevallen goed zicht op beginnende problematiek. Desondanks melden zij niet altijd, of te laat. Dat kan beter. Een mooi voorbeeld hiervoor is het Preventie Interventie Team (PIT) in Amsterdam.
Aan de slag met De Gouden Combinatie?
Zoekt u mogelijkheden om signalering en samenwerking op het terrein van Jeugd en Veiligheid aan te scherpen? Wij bespreken de verschillende mogelijkheden voor ondersteuning graag met u. Zoals de ontwikkeling van een preventief risicosignaleringsinstrument op basis van basisindicatoren, dat in een vroegtijdig stadium van meerwaarde kan zijn bij de inventarisatie van mogelijke domein overstijgende problemen van leerlingen. Daarnaast ontwikkelen we bij RadarAdvies op dit moment een (praktijk)simulatie, waarin verschillende partners de samenwerking bij ingewikkelde casuïstiek binnen het domein van jeugd en veiligheid kunnen ervaren, evalueren en verbeteren.
Stel uw vragen aan onze adviseurs:
En vrij dossiers aan leggen ? De ministers mogen hier wel eens snel gaan ingrijpen.