sociaal / Partnerbijdrage

Neem eens vrij van jezelf

Neem eens vrij van jezelf. 'Liever niet één vaste identiteit'.

29 september 2021

Ich lebe, weiss nicht wie lang
Ich sterbe, weiss nicht wann
Ich fahre, weiss nicht wohin
Mich wundert, dass ich noch fröhlich bin

Het is maar goed dat het de meeste mensen lukt om met alle zorgen, angst en pijn die bij het leven horen, ook nog vrolijk en blij te zijn. Dat kan alleen door te leren om de aandacht ook op andere zaken te richten dan op de ellende en de treurigheid. Wij hebben dit vermogen zelfs in de moeilijkste situaties. Ik zag het tot in de troostelooste vluchtelingenkampen in hartje Afrika aan toe.

De keerzijde van dit vermogen is dat we graag van ons af kijken en maar heel moeilijk onszelf kunnen zien. We werken gedurende ons leven aan beelden van onszelf, die niet per se met de werkelijkheid samenvallen. Zeker niet met het beeld dat anderen van ons hebben. Maar we kleuren niet alleen ons zelfbeeld in, ook de ander valt ten prooi aan onze behoefte om ons eigen verhaal te hebben. We zijn sociale wezens en alles komt tot stand in interactie met anderen.

Voor de vakantie vroeg een goede vriend me: ‘wat is eigenlijk jouw missie in het leven?’ Daar kon ik niet zo snel een bevredigend antwoord op vinden. Ik besloot die vraag ‘in de soep te gooien’ en te zien wat er uit zou komen na een poosje pruttelen. Doordat de motor met een technisch mankement een klein weekje in een Franse garage stond, las ik voor het eerst ook eens de boeken die ik mee had. En die voegden nog wat extra kruiden toe.

In vrijwel alle kritische beschouwingen over de stand van de samenleving komt de sinds de Verlichting gevoelde kloof tussen individu en collectief aan de orde. Ieders verhaal moet ergens een plekje vinden in het grote verhaal. En aan dat grote aansprekende verhaal ontbreekt het, is de analyse. Daarbij komt dan volgens dezelfde critici, ook nog dat we een speelbal zijn geworden van algoritmes. De overheid faalt en GAFA rules the world.

In zijn boek ‘Het nieuwe westen’ sluit hoogleraar Hans Boutellier hierbij aan. ‘In de twintigste eeuw kon je nog een pakket levensbeschouwelijke waarheden meekrijgen, in de eenentwintigste stel je er zelf een samen, zonder de dragende instituties van weleer. Internet heeft als effect dat niet alleen de waarheid relatief is geworden, maar dat ook het idee dat iemand oprecht twijfelt, verdacht is’, zegt hij in een interview. Hij maakt zich zorgen over de vernietigende woede die kan ontstaan bij de zoektocht naar erkenning van bewegingen die zichzelf definiëren op basis van verschillen en door zich af te zetten tegen de ander.

Ik las zijn boek vooral omdat de titel en de tekst op de achterflap mij benieuwd maakten naar de uitkomst van zijn onderzoek. Hij blijkt pessimistisch over een nieuw groot verhaal en stelt als oplossing voor dat men elkaar weet te vinden in ‘wederkerige praktijken’. ‘In de cultureel-diverse 21ste-eeuwse samenleving ontstaat gemeenschappelijkheid uit interactie tussen verschillen. Wat ertoe doet vinden we niet in een gemeenschappelijke bron, maar ontstaat emergent in wederkerige praktijken’. Helaas voor mij blijft de praktische uitwerking van deze academische volzin achterwege.

Onlangs werd ik aan het begin van een vergadering verrast door een moslima met hoofddoek die zich in een qua achtergrond gemengde groep voorstelde als ‘een echte kaaskop’. Het verbaasde me zo, omdat ik in het verlengde van de constateringen van Boutellier meer gewend ben dat ‘het onderscheid’ wordt beklemtoond in plaats van ‘de overeenkomst’. Erkenning zoeken door te vertellen wat je onderscheidt om vervolgens te stellen dat de maatschappij dat onderscheid onvoldoende erkent. Het positieve hieraan vind ik dat je dus eigenlijk roept dat je er heel graag bij wilt horen. De negatieve kant is dat je een soort heilige toorn kunt verwachten als je deze slachtofferpositie niet bevestigt, er een andere kijk op nahoudt of de verkeerde woorden gebruikt.

In een van mijn andere projecten gingen we in korte tijd van ‘mensen met verward gedrag’ via ‘psychisch kwetsbaren’ naar ‘mensen met een psychische kwetsbaarheid’, en staat nu ‘mensen met onbegrepen gedrag’ voor de deur. Voor van ‘slaaf’ naar ‘tot slaaf gemaakte’, opperde Nelleke Noordervliet laatst als vervolg ‘geslaafde’. Zo ook die rij letters -wij zijn geloof ik bij lgbtqiippaa- en die vlag waar alle kleuren op moeten. Woke, woker, wokest.

Natuurlijk is het goed dat er mensen en problemen zijn die een plek in ons bewustzijn opeisen en zich daarvoor genoodzaakt zien desnoods stevig op de deur te kloppen, zeker voor degenen die liever doorslapen en zich nog eens willen omdraaien. Dat hoort bij maatschappelijke veranderingen. Maar waar wil je je eigen identiteit precies aan ophangen en is het er slechts één? In Trouw las ik het essay van schrijver Gerbrand Bakker, waarin hij vaststelt dat hij zijn homoseksualiteit ziet als zijn ‘wezen’ -net als heteroseksualiteit bij hetero’s-, maar niet als zijn ‘identiteit’. Hij schrijft: ‘Want veel meer of minder is het niet, homo of pot zijn: je wilt seks hebben met iemand van het gelijke geslacht. Maar deze opmerking is ondenkbaar zwart-wit, bijna bruut, in een tijd waarin alles en iedereen schreeuwt om erkenning en respect’.

Zelf heb ik geloof ik eigenlijk liever niet één vaste identiteit. Ik hou van verandering, van ontglippen, van spelen, van vrijheid, wil niet vastgepind worden en in één hokje gestopt. Niet voor anderen en ook niet voor mezelf. Eerlijk gezegd weet ik ook niet wie ik ben. Ik besta uit verschillende delen, herinner me fragmenten, voel tegenstellingen, ben inconsistent. Ik doe mee als homo’s met me flirten, als het zo uitkomt ben ik weer een Limburger, met de motorrijders drink ik bier en over mijn werk praat ik daarbuiten vrijwel nooit. Maar er is natuurlijk ook nog de blik van de ander. In Afrika viel ik altijd op en was ik hoe dan ook rijk, ook al leefde ik van een studiebeurs. En bijvoorbeeld ook met een zichtbaar ouder wordend lijf, voel je dat je langzamerhand anders wordt benaderd.

Het tweede boek dat ik tijdens mijn vakantie las ging over Kierkegaard. Je moet je door zelfonderzoek, door het observeren van alles wat je beweegt, zelf verwezenlijken. Hoe ga je om met de innerlijke conflicten en tegenstrijdige verlangens? Niet door je aan alle genoegens over te geven, maar ook niet door je keurig aan alle conventies te houden. ‘Werde der du bisst’ schreef Nietsche en bedoelde daarmee dat je in elk geval geen grijs schaap in de kudde moest worden.

Werken aan jezelf, daartoe hebben al veel denkers opgeroepen, ook in modernere tijden. Van Foucault in ‘Le souci de soi’ tot Sloterdijk in ‘Du musst dein Leben ändern’. Wat me inspireerde bij Kierkegaard -behalve dat hij ook enigszins ongrijpbaar wilde blijven- is dat hij benadrukt dat het bestaan niet gedacht, maar geleefd moet worden. Hij pleit voor concrete acties met soms ook sprongen in het onbekende. Zijn beroemdste uitspraak is dat het leven terugblikkend moet worden begrepen, maar voorwaarts moet worden geleefd.

Toen ik na de vakantie de vraag naar de missie van mijn leven weer uit de soep viste, bleek dat ik nog steeds geen antwoord kon geven. Althans niet in woorden. Wel had ik tijdens mijn vakantie en in de nog werkvrije weekenden daarna gemerkt, dat ik in die niet geplande tijd vanzelf dingen ging doen die ik leuk vond, maar vaak niet aan toekwam. En opeens daagde het me dat het bij mijn missie misschien niet ging om een soort ondernemingsplan met duidelijke doelen, maar om ruimte waarin ik mezelf ‘spontaan’ kan manifesteren. Niet meer, maar minder werk, minder schermtijd, minder verdoving en afleiding. Meer voelen en doen en die hele vraag gewoon loslaten.

Misschien is dat dan ook wel een bijdrage aan het oplossen van al die identiteitsperikelen. Neem je gedachten en zorgen niet altijd zo serieus. Het recept is om regelmatig vrij van jezelf te nemen. Bij voorkeur meermaals daags, bijvoorbeeld na de maaltijd en liefst met overschrijding van de aanbevolen hoeveelheid.

Erik Vermathen
Directeur Stade Advies

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

d
zin van het leveN van uitkeringsgerechtigde; andere mensen tot slaaf zijn en een reden geven om werk te hebben en geld te verdienen door rotopmerkingen te maken en om je nutteloos te laten voelen ezodat je dood zou willen zodat andere mensen weer geld kunnen verdienen om zich bezig te houden om je in leven te houden.