Dat pakken ze ons niet meer af
Als je wist wat je zou gaan meemaken in je leven, zou je er dan aan beginnen?
Ik ben getrouwd met Treurigheid,
woon samen met Verdriet.
Krijg soms bezoek van Eenzaamheid
maar helpen doet dat niet. Lévi Weemoedt
Als je wist wat je zou gaan meemaken in je leven, zou je er dan aan beginnen? En als je ontdekt dat leed en pijn je niet bespaard blijven en je beseft dat vroeg of laat onherroepelijk de dood wacht, hoe ga je daar dan mee om? Hoe maken we het dragelijk, of kunnen we zelfs toch gelukkig zijn? Bij mijn opa hing een tegeltje met de spreuk ‘Een mens lijdt meestal het meest door het lijden dat hij vreest, doch dat nooit op komt dagen”. Je dus geen zorgen proberen te maken, er het beste van hopen, de zinnen verzetten of verdoven, genieten nu het nog kan? Zo vroeg mogelijk aan je bucketlist beginnen? Onder het motto ‘Dat pakken ze ons niet meer af’.
Ik realiseer me dat dit geen vrolijk begin is. Wie dit nog leest, behoort in ieder geval niet tot de mensen die als strategie hebben om onplezierige berichten en gedachten zoveel mogelijk buiten te sluiten. Ooit kreeg ik een T-shirt met daarop de aan Schopenhauer toegeschreven zin ‘Het ergste moet nog komen’. Ik kreeg er heel wat geïrriteerde reacties op van mensen die deze voorspelling niet konden waarderen. Ik moest er juist om glimlachen. Ik bedacht me dat logisch gezien -zover die zin waar zou blijken- het ergste mij dus nooit zou kunnen overkomen.
De filosoof en Nobelprijswinnaar Albert Camus beschouwde het oordelen of het leven wel of niet de moeite waard is om geleefd te worden als dé fundamentele vraag van de filosofie. Hij beantwoordde die door te stellen dat het leven zinloos is en de rationele mens zich dus in een absurde situatie bevindt die noch door zelfmoord noch door valse hoop wordt overwonnen. Maar mét die erkenning van het absurde zou zelfs Sisyphus gelukkig kunnen worden, ondanks dat hij de steen elke dag weer de berg op moet duwen.
Eerder al had filosoof Friedrich Nietzsche -onder andere in reactie op Schopenhauer- ‘amor fati’ (het liefhebben van het onvermijdelijke) als levensmoraal aanbevolen. De grote test van deze affirmatie zou dan het ‘ja zeggen’ tegen de eeuwige terugkeer van hetzelfde zijn (‘der ewigen Wiederkehr des Gleichen’); steeds weer dit leven nog een keer willen leven, inclusief het lijden. De vraag is natuurlijk of we ons er bewust van zullen zijn. Zo nee, dan is het misschien al zo dat we aan een oneindige reeks bezig zijn, maar dan is dat ook geen extra opgave. Zo ja, dan zou het bij een soort déja vu moeten blijven, want als we de geleerde lessen van het ene naar het andere leven zouden kunnen meenemen, zouden de levens niet hetzelfde zijn. Dan zouden we onze houding en gedrag kunnen aanpassen ten opzichte van wat gaat komen, of zelfs dat wat gaat komen kunnen beïnvloeden. Ook al laat de film Groundhog Day zien dat ook dat weer ‘nieuw’ lijden met zich mee gaat brengen. Het ‘ja zeggen’ tegen het leven gaat niet alleen om ‘to be or not to be’ of om ‘to suffer or not to suffer’; het gaat erom of ik een in mijn ogen zinvol leven kan leiden en mijn ervaringen betekenis kan geven.
Het belang van levenslessen komt ook steeds meer terug in de huidige aandacht voor de inzet van ervaringsdeskundigheid op allerlei ‘beleidsterreinen’. De ervaringsdeskundige is ontdekt als panacee tegen het systeemdenken dat niets weet van het dagelijkse leven van de gewone mensen. Beleidsmakers die systemen en regels verzinnen die mensen niet helpen, maar juist in de problemen brengen. Maar ervaringsdeskundigen zijn ook degenen die beter in staat zouden zijn om mensen te helpen die nu vergelijkbaars ondervinden. Ze weten wat de ander doormaakt, krijgen makkelijker het vertrouwen van de hulpvrager en weten beter wat werkzame oplossingen kunnen zijn. Het mes snijdt aan meerdere kanten, want het komt de overheid en zorgaanbieders goed uit dat zo ook kosten kunnen worden bespaard.
De ervaringsdeskundige is naast ‘hulpverlener’ ook geregeld belangenbehartiger. Door alle malaise rondom diverse grote dossiers -getypeerd met woorden als ‘ongekend onrecht’ en ‘ongekend systeemfalen’- worden de gedupeerden meer bij de oplossingen voor de slepende afhandeling betrokken. Middels het zogenaamde ‘college van herstelexperts’ in Almere hebben de slachtoffers van de toeslagenaffaire vrijwel carte blanche om op ‘gelijkwaardige wijze’ te adviseren en mee te praten. Een mooi experiment, maar of ervaringsdeskundigen ook de betere herstelexperts zijn, zal nog moeten blijken.
De eerste zich als zodanig afficherende ervaringsdeskundige in mijn leven was mijn vader. Hij leerde mij succesvol fietsen en figuurzagen, maar greep later ook elke gezamenlijke maaltijd aan om te vertellen hoe het leven in elkaar zat. Dat de tv bij het eten een verlossing kan zijn, werd mij zodoende al snel duidelijk. Omdat hij zich ook graag op zijn levenservaring voor liet staan, beet ik hem wel eens toe dat het niet alleen om de ervaring gaat, maar ook om wat je er mee doet. Zijn pessimistische conclusies pasten namelijk in het geheel niet bij de puber die het leven zelf wilde ontdekken.
Dat het hebben van een ervaring je nog niet tot een deskundige maakt, omdat je er niet per se de goede lessen uit trekt en je die wijsheid dan ook nog niet noodzakelijkerwijs goed kunt overdragen, heeft ‘de markt’ inmiddels ook begrepen. Zo schieten de opleidingen tot ervaringsdeskundige en herstelexpert als paddenstoelen uit de grond. Bij goed gevolg krijgt men een diploma en ja, er zijn ook al inschalingstabellen beschikbaar. Een nieuwe groep professionals kondigt zich aan. Hopelijk passen ze zich dan niet teveel aan en kunnen ze van binnenuit aan perspectiefverbreding blijven bijdragen. Dat de inzet van de juiste ervaringsdeskundigheid werkt, merken we bij onze laagdrempelige Schakelteams voor inclusie van psychische kwetsbaren in wijken. En voor onze advisering van bewoners bij sloop-nieuwbouw en renovatie zouden we ook nog wel een paar ervaringsdeskundigen kunnen gebruiken.
Door met je kennis en ervaring van betekenis te kunnen zijn voor anderen is natuurlijk ook een manier om het leven zinvol te maken. Het idee dat je leven een zin heeft, is een goede bescherming tegen donkere gedachten en gevoelens over het lijden en de eindigheid van dit aardse bestaan. Aan die zingeving moet je zelf werken, want zoals cartoonist Gummbah al schreef ‘Als het leven geen zin heeft, dan maakt het maar zin’. Gelukkig lijkt het de meeste mensen toch te lukken om hun eigen leven te omhelzen. Gevraagd of iemand zijn leven liever zou ruilen voor dat van een ander, ben ik nog nooit iemand tegengekomen die dat wilde, ook al zullen die mensen er zeker zijn. Blijkbaar zit ondanks al het geklaag het uiteindelijke ‘ja’ tegen de eigen levenservaring er diep in.
Diverse onderzoeken laten zien dat de meeste mensen uiteindelijk zelfs ‘ja’ kunnen zeggen tegen hun eigen overlijden. In het artikel ‘We treden de dood opvallend positief tegemoet’ uit de Trouw van 11 december jl., zegt neurowetenschapper Kurt Gray die zijn onderzoek deed onder terdoodveroordeelden en terminaal zieke mensen: ‘Hoe bizar het ook klinkt, stervenden bleken in veel opzichten gelukkiger dan loterijwinnaars’ en ‘De menselijke geest kan blijkbaar de angst voor het eigen sterven overwinnen.’ De vraag van de filosofen over hoe het leven uit te houden, blijkt in de praktijk te worden verdrongen door de wil om te leven, om dit mee te maken en te ervaren tot het eind.
Verrassend genoeg noemde de grootste pessimist Schopenhauer de Upanishads –de spirituele teksten uit de Vedische tijd- als de meest sublieme geschriften die op aarde mogelijk zijn. Deze geschriften leren dat het onbegrensde bewustzijn de werkelijkheid van zowel onszelf als van de wereld is; ‘tat tvam asi’ (dat ben jij). Als we dat realiseren dan zouden we vrij en gelukkig zijn en begrijpen dat het verzamelen van zaken en ervaringen alleen tijdelijk geluk gaat brengen. ‘Deze teksten waren de troost van mijn leven en ze zullen de troost bij mijn sterven zijn’, schreef Schopenhauer. De troost dat ons persoonlijk leven onlosmakelijk deel is van een groter geheel.
De bucketlist vol ervaringen kan niet mee, maar de gevolgen van ieders doen en laten op het geheel zijn blijvend en grotendeels wonderbaarlijk onkenbaar. Dat pakken ze ons niet meer af.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.