Meer grip op bewindvoering schuldenproblematiek
Meer grip op bewindvoering schuldenproblematiek. Gemeenten zien de kosten van bewindvoering steeds verder toenemen en hebben weinig grip op de kwaliteit
Gemeenten zien de kosten van bewindvoering steeds verder toenemen en hebben weinig grip op de kwaliteit, zo blijkt uit onderzoek van Investico en Nieuwsuur. Mensen die onder bewind staan, kunnen hier de dupe van worden. Maar er zijn wel degelijk mogelijkheden om meer grip te krijgen op de kwaliteit en het aantal bewindvoeringen. Bijvoorbeeld door het maken van een convenant en te investeren in uitstroom door het bieden van diagnose, begeleiding en warme overdracht.
Bewindvoering is voor een bepaalde groep inwoners een waardevol instrument. Bewindvoering creëert rust voor de klant. Ook medewerkers in de zorg en maatschappelijke ondersteuning zien dat. Door de geldzaken en geldzorgen bij een bewindvoerder neer te leggen, zo is het idee, kunnen uitvoerders beter de achterliggende problemen van de klant aanpakken.
Op 1 januari 2014 trad de ‘Wet wijziging curatele, beschermingsbewind en mentorschap’ in. Deze wet regelt dat ook mensen met problematische schulden en verkwisting onder bewind konden worden gesteld. Sindsdien (maar daarvoor ook al [1]) is het aantal onderbewindgestelden sterk gestegen. Alleen de kantonrechter kan mensen onder bewind stellen. De klant dient een aanvraag tot onderbewindstelling in, vervolgens beoordeelt de rechter of het verzoek wordt ingewilligd.
Bewindvoering is een vrij beroep. De meeste bewindvoerders zijn bedrijven. Een aantal gemeente voert bewindvoering uit. De klant kiest zelf wie zijn of haar bewindvoering uitvoert. Indien de klant onvoldoende inkomen heeft, wordt voor de kosten van bewindvoering bijzondere bijstand verstrekt. De gemeente is wettelijk verplicht deze kosten te vergoeden.
Groei aantal aanvragen bijzondere bijstand
Gemeenten zien het aantal aanvragen bijzondere bijstand groeien. Dit drukt op de budgetten van gemeenten. Een steeds groter gedeelte van het bijzondere bijstandsbudget gaat hieraan op. Dit gaat ten koste van andere voorzieningen. Daarbij komt ook dat de uitstroom beperkt is. Eenmaal in bewind duurt het een lange periode voordat er uitstroom is. De rechtbank bewaakt of er door de bewindvoerders voldoende wordt gedaan aan uitstroom.
Knelpunten bij bewaken uitstroom
- Het is lastig vast te stellen door de rechtbank of bewindvoerders voldoende doen aan uitstroom uit de bewindvoering. Rechtbanken hebben beperkt de tijd (en informatie?) om dit te controleren.
- Er is binnen het bewindvoeringsbudget weinig ruimte voor ondersteuning op uitstroom.
- (Commerciële) bewindvoerders verdienen meer aan de klant naarmate deze langer onder bewind blijft. Cliënten die net onder bewind vallen kosten veel tijd en geld. Naarmate men langer onder bewind staat levert het dus meer op voor een bewindvoerder.
Kort samengevat: de rechtbank en bewindvoerder bepalen en de gemeente betaalt. De gemeente heeft geen invloed op instroom en kwaliteit van de bewindvoering. Althans, dat is het heersende idee.
Grip op bewind
Voor (meer) grip op bewind zijn er namelijk wel degelijk mogelijkheden. Wij bespreken hier vier mogelijkheden die u als gemeente kunt oppakken:
- Een convenant met bewindvoerders
- Afspraken met toeleiders
- Afspraken maken met de rechtbank
- Investeren in uitstroom
Een convenant met bewindvoerders
In een convenant kan de gemeente met bewindvoerders afspraken maken over de communicatie, de werkprocessen, taakverdeling en kwaliteitsborging bij bewindvoering binnen uw gemeente.
De gemeente kan vervolgens met een accountmanager bewaken of de (convenant)partners zich aan de afspraken houden. Het niet nakomen van of niet deelnemen aan een convenant kan niet leiden tot uitsluiting van vergoeding vanuit de bijzondere bijstand. Wel kan de gemeente toeleiding naar die (convenant)partners beïnvloeden door van toeleiders te vragen deze aanbieders van bewindvoering niet meer aan te raden bij de klant. Daarmee wordt het aantrekkelijk voor bewindvoerders om convenantpartner te worden en te blijven.
De BPBI, de Branchevereniging voor Professionele Bewindvoerders en Inkomensbeheerders, heeft in haar project ‘samen verder’, ondersteund door het ministerie van SZW, een concept-convenant opgesteld. Dit kunt u hier vinden.
Afspraken met toeleiders
Toeleiders zijn veelal uitvoerders binnen de gemeente, zorgaanbieders en maatschappelijk werkers die de schuldenproblematiek signaleren bij de klant. Vaak zijn zij het die (samen met de klant) op zoek gaan naar een bewindvoerder en de procedure tot bewindvoering in gang zetten. Voor veel toeleiders is het de snelste route naar ontstressing van de klant met problematische schulden.
Echter blijkt in de praktijk dat het instrument ‘bewindvoering’ in veel gevallen te zwaar is. Tussen financiën in eigen beheer houden en bewindvoering inzetten zitten nog veel mogelijkheden. Zo bieden veel gemeenten (goedkoper) budgetbeheer aan en zijn er verschillende vrijwilligersorganisaties (veelal kerkelijke actief bij het ondersteunen bij financiële problematiek.
Door afspraken met toeleiders te maken op het gebied van de toegang, kunnen gemeenten goedkopere en beter op de klant toegesneden dienstverlening bieden aan de klant. Belangrijke voorwaarde hiervoor is dat de gemeente passende alternatieven heeft.
Afspraken met de rechtbank
Afspraken met de rechtbank zijn steeds gebruikelijker. Rechtbanken en gemeenten willen beide dat de klant op de juiste manier geholpen wordt. De rechtbank kan de gemeente vragen te onderzoeken of bewindvoering wel het juiste instrument is voor de klant en gemeente kunnen signalen geven als de bewindvoerder onder de maat presteert.
Uitstroom
Ten slotte kunnen gemeenten bijdragen aan de uitstroom door het bieden van diagnose, begeleiding en warme overdracht. Het is vaak lastig vast te stellen wat nodig is om ervoor te zorgen dat iemand weer financieel zelfredzaam is. Daarin kunnen gemeenten faciliteren. Bijvoorbeeld door de klant actief te begeleiden richting financiële zelfstandigheid. Begeleiding die overigens niet stopt als de klant niet meer onder bewind staat. Nazorg is van belang om een terugval te voorkomen. Een warme overdracht tussen bewindvoerder en (budget)begeleiding vanuit de gemeente is hiertoe een must.
[1] Onder bewind stelling van mensen met problematische schulden en verkwisting gebeurde in de praktijk ook al voordat de ‘Wet wijziging curatele, beschermingsbewind en mentorschap’ zijn intrede deed.
Op zoek naar manieren om schuldpreventie en budgetbeheersing beter in te zetten in uw gemeente? Neem vrijblijvend contact op met Bob de Levita of Ellen Radstake.
Wij vinden het een helder atikel waar, naast de zorg voor de oplopende kosten, ook het maatschappelijk belang en de positieve uitwerking van het bewind voor het licht gebracht wordt.
in het artikel wordt aangegeven dat gemeenten geen grip hebben op de kwaliteit van de bewindvoerders. In samenwerking met de beroepsverenigingen zetten de Rechtspraak en het Ministerie van Justitie en Veiligheid vanaf 2014 sterk in op het verhogen en vastleggen van de kwaliteitseisen. Alle reeds actieve en nieuwe bewindvoerders zijn getoetst op deze eisen door het Landelijk Kwaliteitsbureau van de Rechtspraak en worden jaarlijks opnieuw gecontroleerd.
De NBPB (Nederlandse Beroepsvereniging voor Professionele Bewindvoerders) is een landelijke beroepsvereniging die circa 500 aangesloten professionele beschermingsbewindvoerders (kantoren) vertegenwoordigt. Wij staan voor kwalitatief hoogwaardige bewindvoering en een goede dienstverlening aan cliënten door onze goedgekeurde bewindvoerders. Als beroepsvereniging stellen wij aanvullende eisen aan de leden om zo voortdurende verbetering en verhoging van de kwaliteit te ontwikkelen. Wij controleren jaarlijks of onze volwaardige leden aan de eisen van de Rechtspraak en onze aanvullende eisen voldoen. Gemeenten kunnen bij de rechtbank of de beroepsvereniging hun zorgen neerleggen als zij twijfelen aan de kwaliteit van een bewindvoerder.
Het is belangrijk dat er naast aandacht voor de oplopende kosten ook oog is voor de problematiek in de samenleving waarbij steeds meer gefocust wordt op de zelfredzaamheid van de burger. Het lijkt erop dat door deze tendens een steeds grotere groep mensen buiten de boot valt en professionele ondersteuning nodig heeft. Het ontwikkelen van schulden is hier een zichtbaar gevolg van.
Het is belangrijk voor ogen te houden dat beschermingsbewind, ook wanneer de schulden zijn opgelost, juist een toegevoegde waarde kan zijn voor de betrokkene. Beschermingsbewind kan er in dit geval voor zorgen dat de betrokkene niet weer in de problemen komt en geeft de betrokkene ruimte om te kunnen participeren in de maatschappij.