Advertentie
sociaal / Achtergrond

Quotumwet komt steeds dichterbij

Een aantal arbeidsmarktregio’s creëert genoeg banen voor arbeidsbeperkten, een aantal blijft achter. Eind april verschijnen belangrijke cijfers over het vierde kwartaal. Aanjagers Hans Spigt en Aart van der Gaag en Cedris-directeur Jan-Jaap de Haan maken de tussenstand op. ‘Het gaat te traag en te weinig systematisch.’ 

21 april 2017

Taakstelling arbeidsgehandicapten

‘Er moet iets gebeuren in de arbeidsorganisatie van overheden, zij moeten ruimte maken voor banen voor arbeids beperkten’, aldus Hans Spigt, afgezwaaid aanjager banenafspraak overheidssectoren. ‘De overheid loopt hierin achter en is lastig in beweging te krijgen. Het gaat te traag en te weinig systematisch.’ 

Spigt was aangetrokken om bij de overheid in 2025 125.000 nieuwe banen voor arbeidsbeperkten te regelen. Er zijn volgens hem wel goede voorbeelden, zoals het inzetten van gastheren en -vrouwen bij het ministerie van Economische Zaken, het uitlezen van camerabeelden door mensen met autisme bij de politie en de gemeente Amsterdam die tijdelijke banen in de eigen organisatie creëert. ‘Maar vaak is dat op eigen initiatief, op projectbasis gedetacheerd en niet duurzaam in de organisatie verankerd.’

Welke regio’s doen het goed? Rivierenland trekt er bijvoorbeeld hard aan, zegt Spigt. Ook Zwolle en Groningen zijn voortvarend bezig. We kijken naar cijfers van het derde kwartaal van 2016, want die van het vierde kwartaal komen eind april en de meting over heel 2016 is pas in juli beschikbaar.

Succesvolle regio’s richten zich volgens Spigt rechtstreeks tot overheids- en onderwijsorganisaties. ‘Ze spreken werkgeversorganisaties direct aan. Proactief, gericht op acquisitie. Wat zijn de mogelijkheden? Hoe kunnen wij u helpen? Hoe betrekt u het personeel erbij?’

Achterblijvers
Een aantal regio’s blijft achter bij de doelstellingen. Spigt ziet problemen in Drenthe en Limburg. De dienstverlening aan werkgevers moet beter en werkgevers zouden meer budget vrij moeten maken in hun personeelsbegroting, vindt hij. Vooral in het primair en voortgezet onderwijs zijn problemen. Er is geen geld op de begroting, de werkdruk is te groot, taken zijn al uitbesteed en de kandidaten komen niet voor de klas. ‘Je kunt dat oplossen met heldere werkomschrijvingen voor deeltaken en als het niet past besluiten snel te stoppen.’ Een organisatie moet bewust ruimte maken voor deze werkplekken en de ondernemingsraden daarbij betrekken. ‘Het is ook een werknemerszaak.’ Het achterblijven bij de taakstelling door sommige regio’s wijt Aart van der Gaag (aanjager van 100.000 banen namens private werkgevers) deels aan de effectiviteit van de uitvoering. ‘Het kan liggen aan ‘de vent’ in plaats van ‘de tent’, al zijn er ook enkele voorlopers.’

Van der Gaag noemt de eigen initiatieven van werkgevers, zoals netwerkbemiddeling en private dienstverlening. ‘Het ligt niet alleen aan hoe de publieke werkgevers het doen, maar de samenwerking tussen UWV en gemeenten staat nog in de kinderschoenen. Sommige gemeenten willen graag zelf het wiel nog eens uitvinden in plaats van best practices te gebruiken.’

De Wajong-groep is eindig, maar vanuit gemeenten zijn nog te weinig profielen beschikbaar. En zij hebben ook niet altijd aandacht voor instroom uit het voortgezet speciaal en praktijkonderwijs. ‘Soms hebben de jongeren nog geen uitkering en dan hebben ze ook geen prioriteit bij gemeenten. Je kunt beter preventief dan curatief handelen, maar soms heeft uitkeringsbeperking kennelijk prioriteit.’

Tandje erbij
In de eerste drie kwartalen zagen we een daling van het aantal ingezette arbeidsbeperkten, maar het UWV verwacht dat de groei in het vierde kwartaal van 2016 aantrekt, zegt Jan-Jaap de Haan, directeur van Cedris, vereniging voor sociale werkgelegenheid en re-integratie. ‘Het is zaak de schouders eronder te zetten, want de Wsw-uitstroom is groter dan de aanwas in de banenafspraak. De afspraak was juist dat er méér banen bij zouden komen. Dat was de bedoeling van de Participatiewet. We doen dus een oproep een tandje bij te zetten.’

De Haan vindt het lastig te zeggen hoe de regio’s het doen. ‘Sommige regio’s gaan voortvarend te werk met het actief doorspitten van kaartenbakken en regelen van de aansluiting op voortgezet speciaal en praktijkonderwijs.’ Andere regio’s zijn meer afwachtend. ‘Het geld is vaak zeer beperkt, het participatiebudget is met 80 procent afgenomen. Cedris en 250 wethouders vragen in een manifest om meer budget: niet verder bezuinigen op Wsw, maar voor een groot deel ook voor realisering van de banenafspraak. Die middelen zijn nu onvoldoende, al wisselt dat per regio.’

De Haan noemt als mogelijke oorzaak waarom de overheid achterblijft bij de realisering van de banenafspraak dat daar van oudsher al veel Wsw’ers werkzaam waren. ‘Vooral de vervangingsvraag is nu aan de orde.’

Uit de factsheet banenafspraak arbeidsmarktregio van het UWV over het derde kwartaal van 2016 blijkt bovendien dat banen voor arbeidsbeperkten vaak niet duurzaam zijn. Een reden daarvoor kan terugval in arbeidsvermogen zijn, of dat het toch ingewikkelder blijkt om mensen te begeleiden dan verwacht. ‘De inclusieve arbeidsmarkt is een mooi ideaal, maar de begeleiding is wel een vak’, aldus De Haan. ‘Daarom willen we dat de expertise in alle arbeidsmarktregio’s beschikbaar blijft.’

Een derde oorzaak ligt in de wet Werk en zekerheid, waarbij na twee jaar een transitievergoeding moet worden betaald. ‘We hopen dat daarin uitzonderingen worden gemaakt en werkgevers eerder het risico aangaan.’

Quotumproof
Het beperkte aantal duurzame banen is over de hele linie een feit, zegt Van der Gaag. ‘Je kunt niet van werkgevers verwachten dat ze meteen de poort opengooien. De wet Werk en zekerheid staat inderdaad in de weg, want behoudt de arbeidsbeperkte nog wel de gehandicaptenstatus als je hem meer dan een tijdelijk contract biedt? Anders telt hij niet meer mee en loopt de subsidie niet meer door. En na twee jaar is de vaste baan een feit.’ Verder benadrukt Van der Gaag dat Wajongers ook vóór de banenafspraak niet lang in een baan bleven. ‘De gemiddelde duur was laag. Het werkte pas bij de vijfde of zesde plaatsing. We moeten er alles aan doen om duurzame banen te creëren.’

De maximumduur van tijdelijke contracten voor jongeren werd in de wet Werk en zekerheid uitgebreid van twee naar vier jaar, memoreert hij. ‘Doe dat ook voor de groep met gehandicaptenstatus. Of beter, zet die wet helemaal buiten werking. Grote bedrijven willen quotumproof zijn. Als je dat faciliteert, komen er meer duurzame banen.’ Werkgevers moeten nu vooral plaatsen ter beschikking stellen, aldus Spigt. ‘De echte ‘believers’ zijn bereikt, nu moeten we werkgevers motiveren die niet op de eerste rij zitten. Ook overheidsorganisaties moeten hun organisatie op de tekentafel leggen en goede voorbeelden gebruiken. Dat is de enige optie voor duurzame plekken in de toekomst.’

Heel spannend
Lukt het allemaal niet op vrijwillige basis, dan dreigt de Quotumwet. De teller zou in 2016 totaal op 20.500 banen voor arbeidsbeperkten moeten komen: 6500 bij de overheid en 14.000 in de markt. De aanjagers denken verschillend over het risico op activering van de Quotumwet. Volgens Van der Gaag hebben de private werkgevers het in aantallen goed gedaan door in het eerste jaar al een 2,5 keer hogere doelstelling te halen dan beoogd. Op basis van eigen schattingen en een check bij het UWV verwacht hij voor 2016 opnieuw een overschrijding. ‘Cumulatief doen we het heel goed. Ik zie geen risico’s voor een quotum.’

Volgens Spigt wordt het echter nog heel spannend. ‘Er worden vooral veel tijdelijke detacheringsbanen gerealiseerd en dat aantal stabiliseert. Daarbij is er zeker bij de overheid een afname van het aantal contracten. Ik zie over het geheel een dalende lijn die zich in 2016 heeft voortgezet. Ik vrees dus voor de tussenmeting.’ De Quotumwet werkt als stok achter de deur, maar zou niet nodig moeten zijn, vindt hij. ‘Een systematische benadering is beter voor duurzame plekken. Er zijn wel scherpere afspraken nodig om banen te creëren, anders lukt het niet.’

De Haan vindt dat een quotum niet alleen een afkoopregeling mag zijn: als er alleen boetes worden uitgedeeld, maar er geen werk is, zijn we niets opgeschoten. ‘Het quotum is niet het doel, het gaat om een hogere arbeidsparticipatie. Ik ben niet pessimistisch over werkgevers, maar wij moeten het wel praktischer voor hen organiseren. Geef jongeren vanuit het voortgezet speciaal en praktijkonderwijs meteen een kans bij bedrijven. Die nieuwe generatie mag niet op de bank komen te zitten.’

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie