Provinciestad wordt zelden studentenstad
Zonder hoger onderwijs geen hoogwaardige bedrijvigheid, denken veel gemeentebestuurders. Maar hogescholen lopen niet warm voor het openen van nieuwe dependances in hbo-loze steden. Apeldoorn en Almere is het toch gelukt.
Van Bergen op Zoom tot Hoogeveen en van Dordrecht tot Oss staat het onderwerp op de agenda. Gemeenten die geen hoger onderwijs in huis hebben, spannen zich in om een dependance van een hogeschool binnen te halen. Want een hbo-loze stad ziet zijn veelbelovende jongeren vertrekken en daarmee bedrijvigheid, betogen gemeentebestuurders. Studenten zorgen bovendien voor meer levendigheid in de stad.
‘Wij zijn de afgelopen tijd door Tiel, Ede, Doetinchem, Apeldoorn, Lochem en Oss gevraagd een nevenvestiging te openen’, vertelt Ron Bormans, collegevoorzitter van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN). ‘Zelfs Kleef wil dat we daar hbo-opleidingen gaan aanbieden.’ Zijn collega Hein Dijkstra, vice-voorzitter van VU/Windesheim in Zwolle, noemt het een typisch Nederlands verschijnsel. ‘We hebben in Nederland net zo veel hoger-onderwijsinstellingen als in Duitsland, net zoveel voetbalclubs en net zoveel schouwburgen, terwijl Duitsland natuurlijk een veel grotere schaal heeft. Nederlanders willen alles dichtbij huis hebben.’
Maar hogescholen voelen er weinig voor hun onderwijs uit te venten over de regio, merken gemeenten. Na dertig jaar concentreren zijn zij niet van plan de omgekeerde weg te bewandelen. ‘Versnippering van ons onderwijsaanbod over de regio is onwenselijk’, stelt HAN-voorzitter Bormans. ‘We hebben al onze onderwijsvoorzieningen de afgelopen jaren juist geclusterd op goed bereikbare locaties. Dat levert schaalvoordelen op, het zorgt voor efficiency en synergie.’ Hogescholen moeten bovendien niet regionaal denken, vindt hij, maar internationaal. ‘Als Nederland echt een kenniseconomie wil worden, moeten hogescholen de internationale concurrentie aan kunnen. Dan moet je geen onderwijs in Doetinchem gaan verzorgen.’
Maar zelfs als een hogeschool zijn vleugels uit wil slaan, is het binnenhalen van een hbo-opleiding bijna onmogelijk door het beleid van het ministerie van Onderwijs. Na een liberale periode waarin hogescholen veel ruimte kregen nieuwe opleidingen te starten en dependances te openen, waait er al bijna tien jaar een restrictieve wind vanuit Den Haag. De liberalisering leidde namelijk tot een weinig vruchtbare concurrentieslag waarbij hogescholen vooral elkaars succesnummers kopieerden. Van het starten van echt nieuwe, innovatieve opleidingen kwam weinig terecht. Nu moeten hogescholen die een nieuwe opleiding of nevenvestiging willen opzetten, aantonen dat er een maatschappelijke vraag is en dat bestaande opleidingen geen hinder ondervinden van het nieuwe initiatief. Razend lastig, want het hbo-aanbod is al erg breed en geografische goed gespreid. Je komt al snel in het vaarwater van een bestaande hogeschool.
En toch krijgt Apeldoorn hbo. Studenten kunnen volgend jaar naar de Kenloo Academy, waar ze kunnen kiezen uit vier splinternieuwe studies: public ict-management, pensioenen & verzekeringen, security management en integraal ontwerpen. Jongeren die verder willen in de techniek, maar nog twijfelen over de richting kunnen bij Kenloo een brede propedeuse techniek volgen. De nieuwe opleidingen sluiten aan bij het profiel van Apeldoorn, een ict-stad met een aantal grote verzekeringsbedrijven. Geen grote studententrekkers, weet Paul Akkermans, directeur van de nieuwe academie. Hij rekent op maximaal zeshonderd studenten. ‘Kenloo wordt een kleine onderwijsinstelling waar de menselijke maat telt. Een nichespeler met een inspirerend en innovatief onderwijsaanbod.’
Akkermans heeft begin deze maand een werkkamer betrokken bij Roc Aventus. Het mbo-college heeft in het nieuwe gebouw dat naast het Apeldoornse station staat, ruimte vrij gehouden voor de hogeschool. Als in oktober of november de accreditatieorganisatie de kwaliteitskeurmerken afgeeft, kan de werving van studenten beginnen. Daarna volgt de doelmatigheidstoets, maar het ministerie van Onderwijs heeft al aangegeven dat er voor Apeldoorn een uitzondering wordt gemaakt op de strikte vestigingsregels.
Kenloo is opgezet door de drie hogescholen in de regio Apeldoorn: Saxion (Deventer en Enschede), Windesheim in Zwolle en de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. De gemeente Apeldoorn heeft Ron Bormans, die versnippering van het hbo-onderwijs onwenselijk vindt, dus over de streep getrokken. Apeldoorn had ook sterke kaarten in handen, betoogt de collegevoorzitter. ‘Analyses laten zien dat de deelname aan het hoger onderwijs in Apeldoorn relatief laag is. Er is dus een potentiële doelgroep die we nog niet bereiken. Daarnaast is Apeldoorn de elfde stad van Nederland, dus heeft de gemeente wel enig recht als het hoger onderwijs claimt. En niet onbelangrijk is dat Apeldoorn support heeft weten te krijgen van het ministerie van Onderwijs. Daardoor kwam er druk op de HAN mee te doen.’
Het verdedigen van het eigen marktaandeel heeft ook een rol gespeeld, stelt Hein Dijkstra van Windesheim. ‘Ik weet dat de Hogeschool Inholland in Apeldoorn langs is geweest en ook de christelijke hogeschool uit Leeuwarden heeft geprobeerd er voet aan de grond te krijgen.’ Negentig procent van de studenten uit Apeldoorn gaat nu naar Zwolle, Deventer of Arnhem. Een nieuwe speler in Apeldoorn zou tot een verlies van marktaandeel leiden. ‘Het opzetten van Kenloo mag je dus best een defensieve actie noemen.’
Defensieve actie of niet, voor het Apeldoornse gemeentebestuur is het een groot succes. ‘De gemeenteraad heeft het binnenhalen van hoger onderwijs tien jaar geleden al benoemd tot topprioriteit’, vertelt onderwijswethouder Hans Wegman. ‘Dit dossier was al die jaren een ster-lobbydossier. Dat betekent dat we er formatie voor vrijgemaakt hebben, dat er onderzoeken zijn uitgevoerd, dat we voortrekker zijn geweest van het overleg tussen het onderwijs en het bedrijfsleven.’ In 2002 boekte Apeldoorn het eerste resultaat: Saxion begon een hotelschool. ‘Die opleiding is een flink succes’, vindt Wegman. ‘Er zijn nu al zeshonderd studenten ingeschreven. Maar we wilden een breder aanbod.’
De doorbraak kwam toen de stedendriehoek Apeldoorn- Zutphen-Deventer in de Nota Ruimte (en later in Pieken in de Delta) werd aangemerkt als een gebied waar de kennisinfrastructuur versterkt zou moeten worden. Het ministerie van Onderwijs besloot vervolgens dat de onderwijsinfrastructuur van Apeldoorn ook versterking nodig had en maakte daarmee de weg vrij voor een hbo-vestiging.
De bereidheid van de gemeente Apeldoorn financieel een steentje bij te dragen en op zoek te gaan naar externe financiers heeft de aarzelende hogescholen over de streep getrokken. Het duurt acht tot negen jaar voor Kenloo zeshonderd studenten heeft ingeschreven en het break even point heeft bereikt. De aanloopverliezen komen op acht miljoen euro uit. De drie hogescholen nemen daarvan gezamenlijk drie miljoen voor hun rekening, de gemeente Apeldoorn heeft twee miljoen gereserveerd en staat garant voor de resterende drie miljoen. Wegman heeft er alle vertrouwen in dat de provincie Gelderland, het bedrijfsleven én particulieren dat bedrag bijeenbrengen.‘We hebben al een flinke bijdrage binnen van een stichting die zich inzet voor het verbeteren van de ontwikkelingsmogelijkheden van jongeren’, zegt hij niet zonder trots.
Brede hogeschool
Almere, de andere stad die een hbo binnenhaalde, wil een echte studentenstad worden. ‘Almere is nu de zevende stad van Nederland, maar volgens de kabinetsplannen verdubbelen we de komende twintig jaar. Met 350.000 inwoners zijn we dan de vierde of vijfde stad. Maar om die groei te bereiken moet je een aantrekkelijke stad zijn, met alle voorzieningen die daarbij horen, inclusief hoger onderwijs’, stelt Martine Visser, onderwijswethouder in Almere.
Het ministerie van Onderwijs erkent dat, dankzij een stevige lobby waarbij het provinciebestuur het voortouw nam. Daardoor wordt er ook voor Almere (of eigenlijk voor de hele provincie Flevoland) een uitzondering gemaakt op het strikte vestigingsbeleid. In Almere is volgens het stadsbestuur plaats voor een brede hogeschool met minimaal vijfduizend studenten. Net als Apeldoorn wil Almere een bijdrage leveren aan de aanloopkosten. ‘Gemeenten noch hogescholen krijgen geld van de overheid om nieuwe onderwijsvoorzieningen op te zetten’, stelt Visser. ‘We zullen de kosten dus moeten delen.
Ook de provincie Flevoland is bereid bij te springen. ‘We snappen dat er aanloopverliezen zijn als hogescholen een nieuwe vestiging starten en zijn bereid dat te compenseren’, zegt gedeputeerde Andries Greiner. ‘Maar de hogescholen zullen ook hun nek moeten uitsteken.’ Omdat de onderhandelingen nog lopen, willen Visser en Greiner niet zeggen hoeveel er is uitgetrokken. Maar dat het om miljoenen gaat, ontkennen ze niet.
Toch was het een probleem een hogeschool te vinden die bereid is dat brede opleidingenaanbod in Almere te verzorgen. De Hogeschool van Amsterdam (HvA) is tien jaar geleden al in de arm genomen om van Almere een studentenstad te maken. De HvA verzorgt inmiddels drie opleidingen en trekt daarmee zo’n twaalfhonderd studenten. Dit jaar is daar de opleiding small business en retail management bijgekomen, die met tachtig eerstejaars is gestart. ‘We zijn de HvA natuurlijk heel dankbaar voor de inspanningen en investeringen die ze de afgelopen tien jaar heeft gedaan, maar we willen graag sneller doorgroeien naar een echte studentenstad’, stelt Visser.
Volwaardig
De Hogeschool Windesheim, die van het ministerie van Onderwijs al toestemming heeft voor het verzorgen van hbo-opleidingen in Lelystad, is bereid in een rap tempo een volwaardige hogeschool in Almere op te zetten. Hein Dijkstra van de Zwolse hogeschool: ‘Om van Almere een studentenstad te maken, moet je eerst massa creëren. Je moet beginnen met grote studententrekkers als commerciële economie en verpleegkunde. Pas daarna kun je beginnen met nicheopleidingen waarmee je ook studenten van buiten Flevoland trekt.’
De Hogeschool van Amsterdam zal natuurlijk concurrentie ondervinden van de Windesheim-activiteiten in Almere. ‘Maar de komende jaren verdubbelt het aantal inwoners in Almere’, stelt Dijkstra. ‘De HvA zal dus geen studenten aan ons verliezen, maar hoogstens wat minder hard groeien. Dat vinden ze geen enkel probleem want de HvA heeft de handen vol aan de 36.000 studenten verspreid over elf Amsterdamse locaties.’
Halve hbo-opleidingen
Voor gemeenten die hbo in huis willen halen, maar daar niet in slagen is er een alternatief. Sinds twee jaar experimenteren hogescholen met tweejarige opleidingen die worden afgesloten met een associate degree, een diploma dat tussen het mbo- en hbo-niveau inzit. Die halve hbo-opleidingen worden aanboden in samenwerking met mboinstellingen, in het gebouw van het regionaal opleidingscollege (roc). En een roc hebben de gemeenten die graag hbo binnen halen meestal wel in huis.
En zo komt het hbo toch nog naar Oss, dat er niet in slaagde volwaardig hbo-opleidingen binnen te halen. Fontys gaat er samen met roc De Leijgraaf associate degrees aanbieden. De hogeschool start met een tweejarige opleiding technische bedrijfskunde, als dat goed loopt volgen er meer. Een oplossing die perfect aansluit bij de opleidingsbehoefte in Oss, vindt beleidsmedewerker Marcel Verhoef. ‘Bedrijven vragen om een hoger opleidingsniveau en werknemers veranderen vaker van baan. Zij moeten zich blijven scholen.’ Er is dus vraag naar hbo-opleidingen die je naast het werk kunt doen en het is natuurlijk fijn als je die opleidingen dichtbij huis hebt.’ Een echte studentenstad zal Oss er niet van worden. Maar de associate degrees zorgen wel voor een aanvulling en verrijking van het onderwijsaanbod, vindt Oss.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.