Advertentie
sociaal / Nieuws

Provincies missen zicht op effect van cultuursubsidies

Aan goede bedoelingen met het cultuurbeleid geen gebrek bij gemeenten en provincies. Maar of de kunstsubsidies het gewenste effect sorteren, dat weten de overheden niet. Onafhankelijke rekenkamers leggen een gebrekkige controle bloot.

26 september 2008

De Amsterdamse Rekenkamer kwam vorige week met een vernietigend rapport naar de doelmatigheid van gemeentelijke kunst- en cultuursubsidies. Gisteren publiceerde de Noordelijke Rekenkamer een rapport met vergelijkbare conclusies over de situatie in Groningen, Friesland en Drenthe.

 

Het cultuurbeleid van gemeenten en provincies ziet er op papier fantastisch uit, constateren de – onafhankelijke - rekenkamers, maar in de praktijk is het een rommeltje. Instellingen worden niet aan de gemaakte prestatieafspraken gehouden. Ze moeten informatie aanleveren die vervolgens nóóit word bekeken - laat staan dat die gegevens worden betrokken bij besluiten over de toekenning van subsidies. Gemeenten en provincies hebben ambitieuze doelstellingen geformuleerd over het cultuurbeleid, maar of de inhoudelijke kwaliteit van de culturele activiteiten daar vervolgens aan bijdraagt? Ze hebben geen idee.

 

Concrete aanleiding voor het Amsterdamse onderzoek waren verontrustende berichten in de media over faillissementen, extra kredieten, en kwijtgescholden leningen. Zo was er bijvoorbeeld ophef over theater Carré, dat na de renovatie de exploitatie ineens niet meer rond kreeg. Uit het Amsterdamse onderzoek - waaraan dertig instellingen meededen- bleek ondermeer dat de helft van de culturele instellingen zich niet aan de gemaakte prestatieafspraken over het aantal voorstellingen of de bezoekersaantallen houdt, zonder dat daar consequenties aan worden verbonden.

 

Ook trof de Amsterdamse rekenkamer op de bankrekening van vijf gesubsidieerde culturele instellingen vele tónnen aan reserves aan. Geld dat wellicht beter aan de programmering kan worden besteed, suggereerde directeur Victor Eiff van de Amsterdamse rekenkamer in het Parool. Er waren ook instellingen met grote financiële problemen: en niemand die controleert of het subsidiegeld niet heimelijk wordt gebruikt om dat negatieve saldo te dichten. De wethouder zegde toe het merendeel van de aanbevelingen van de rekenkamer over te nemen, maar was tegelijkertijd weinig gecharmeerd van de nadrukkelijke suggestie van de rekenFotokamer dat er meer op inhoudelijke kwaliteit getoetst zou mogen worden.

 

Eigen weg

 

Ook in de drie afzonderlijke rapporten van de Noordelijke Rekenkamer wordt herhaaldelijk gehamerd op het gebrek aan kwalitatieve toetsing. De rekenkamer deed onderzoek naar de situatie bij musea, podiumkunsten en festivals in Groningen, Friesland en Drenthe. Opvallend is dat er duidelijke verschillen zijn tussen de aanpak van de drie provincies, zegt Han Warmelink, bestuurslid van de noordelijke rekenkamer. ‘Het zijn zeker geen loketten van het rijk. Iedere provincie kiest duidelijk een eigen weg.’ Toch blijkt het bij alle drie de provincies moeilijk om vast te stellen of het beleid succesvol is, constateert hij. In z’n algemeenheid schetst ook de noordelijke rekenkamer een weinig positief beeld van de effectiviteit van cultuursubsidies.

 

De provincie Groningen wil met het cultuurbeleid bijvoorbeeld graag de economische en sociale vitaliteit in de provincie versterken. Mooie doelstelling, maar moeilijk te meten, stelt Warmelink. De provincie besteedt nauwelijks aandacht aan de artistieke prestaties van de activiteiten en heeft geen idee of die een bijdrage leveren aan dat cultuurbeleid. ‘De inspanningen zijn vooral gericht op het behouden van culturele instellingen en het voorkomen van financiële risico’s voor de provincie’, concludeert de Noordelijke Rekenkamer. ‘Niet effectief’, aldus het rapport. Zo kent Groningen weliswaar een kunstraad die over de inhoudelijke kwaliteit kan oordelen, ‘maar die kunstraad zou wel structureler en efficiënter ingezet mogen worden’, vindt Warmelink.

 

ok in Friesland gaat er ondanks alle goede bedoelingen van alles mis, blijkt uit het rapport. De provincie Friesland wil graag het culturele productieklimaat versterken, maar besteedt vervolgens geen aandacht aan de behaalde resultaten. De voornemens zijn goed, maar de afspraken zijn vrijblijvend en van controle achteraf is al helemaal geen sprake, zodat volslagen onduidelijk is of het cultuurbeleid succes heeft. ‘Hap-snapperig’, volgens Warmelink.

 

In Drenthe is het niet anders: de provincie wil het ‘ijle’ cultuurklimaat versterken, maar stelt vervolgens te weinig geld beschikbaar voor nieuwe culturele initiatieven. Ook geeft de provincie geen idee van de inhoudelijke kwaliteit van de culturele activiteiten. Daarnaast heeft de provincie weliswaar prestatieafspraken gemaakt met instellingen, maar heeft het niet nakomen daarvan, geen consequenties voor de subsidiëring.

 

Han Warmelink: ‘De insteek van de rekenkamer is natuurlijk: heb je als provincie kwaliteit voor je geld gekregen. Dat blijken we niet te kunnen vaststellen en dat is een probleem. Je moet als overheid die kwaliteit niet zelf willen controleren, maar je kunt die kwaliteitstoets wel organiseren.’

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie