‘Zachte landing’ bij overdracht jeugdzorgtaken
Het aantal residentiële plaatsen voor kinderen die zorg nodig hebben, is in de provincie Utrecht met ruim 15 procent afgebouwd. Deze ‘instellingszorg’ is anders en vooral dichter bij huis georganiseerd, en daarmee goedkoper.
Het aantal residentiële zorgplekken voor kinderen in de provincie Utrecht is de afgelopen jaren met ruim 15 procent afgebouwd. Deze ‘instellingszorg’ is anders en vooral dichter bij huis georganiseerd, en daarmee goedkoper.
Dure zorg
Met deze ‘zachte landing’ sorteert de provincie mede voor op de overdracht van provinciale jeugdzorgtaken naar gemeenten. Gemeenten worden vanaf 2015 verantwoordelijk voor de jeugdzorg, maar zij moeten het wel met minder geld doen. Van de afbouw van de zogeheten residentiële (dure) zorg kunnen gemeenten dan meteen profiteren, aldus Caroline van Dullemen, woordvoerder van gedeputeerde Mariëtte Pennarts (Jeugdzorg, GroenLinks). De kostenbesparing is echter niet de enige reden.
Ambulante zorg
‘We willen zo min mogelijk kinderen dag en nacht in een instelling laten verblijven, en als het kan zo kort mogelijk’, verduidelijkt Van Dullemen. Vooruitlopend op de transitie jeugdzorg is het beleid van de provincie Utrecht erop gericht jongeren te helpen in de buurt van hun vertrouwde omgeving. ‘In een pleeggezin, een dagbehandeling of ambulant, op een wijze die het best bij een kind past. Ook komt het voor dat de kinderen of jongeren uit een pleeggezin in het weekend nog wel naar een residentiële plaats gaat.’
Preventie
De afbouw van het aantal residentiële plaatsen is niet ingegeven door een afnemende behoefte. Integendeel. ‘De behoefte aan jeugdzorg is gestegen, maar we kunnen het nu anders opvangen.’ De nadruk ligt in Utrecht nu meer op de ‘voorkant’, zoals de inzet op preventie en vroegtijdige signalering, zodat de jongeren sneller kunnen worden geholpen. Dit is ook een van de pijlers van de stelselwijziging jeugd.
Zorgvernieuwing
In de periode 2010-2013 is het aantal residentiële plekken teruggebracht van 535 naar 454. De besparing is ingezet om de totale capaciteit van jeugdzorg te versterken en uit te breiden, omdat de vraag naar jeugdzorg nog steeds stijgt. Door zorgvernieuwing, extra investeringen in pleegzorg en een andere bekostigingssystematiek kon de afbouw van het aantal residentiële plaatsen worden gerealiseerd.
Pleegzorg
Zo zet de provincie meer in op lichtere vormen als pleegzorg en gespecialiseerde ambulante jeugdzorg, ‘zonder dat sprake is van kwaliteitsverlies’, benadrukt Van Dullemen. In de pleegzorg zijn ruim honderd plekken bijgekomen, waarmee een bedrag van zo’n 1,5 miljoen euro is gemoeid. Daarmee worden de kosten van de begeleiding van de pleegouders en de kosten voor het levensonderhoud van de pleegkinderen gedekt.
Prikkelen
In de nieuwe, uitstroomgerichte financieringssystematiek wordt op basis van succesvolle trajecten ‘afgerekend’ in plaats van het aantal jongeren - 'bezette bedden' - dat in een instelling verblijft. 'Door op uitstroom te financieren prikkelen we zorgaanbieders om te innoveren en zo efficiënt mogelijk hun middelen in te zetten.' De provincie werkt met gemiddelde tarieven, dat maatschappelijke ondernemers stimuleert om op zoek te gaan naar alternatieve vormen van hulp.
Kindermishandeling
Utrecht is niet de enige provincie die met investeringen een ‘zachte landing’ voor gemeenten voorbereidt. Ook de provincie Noord-Holland investeert extra in de jeugdzorg. In 2014 wordt één miljoen euro in pleegzorg en een half miljoen euro in het meldpunt kindermishandeling geïnvesteerd, zodat gemeenten er vanaf 2015 hun voordeel mee kunnen doen.
Alleen jammer dat er op gemiddelde kostprijzen ingekocht is, terwijl daar volgens mij nog veel te halen valt (hoge prijzen voor intramurale zorg). Een stevige kostprijsdoorlichting (al dan niet gekoppeld aan meer marktwerking/concurrentie) zou hier nog op zijn plaats zijn.