Advertentie
sociaal / Column

Over het ‘zien’ van een kind.

Lieve meester Mok, U bent allang dood. Uw naam ken ik alleen van mijn 89-jarige geweldige tante Jo. Maar u hebt een verhaal met mijn vader. Hij was veertien toen u langs liep bij de kleine boerderij. U zag dat hij in de moestuin aan het schoffelen was. U sprak mijn oma Pietje: goh, wat zonde dat ik jouw Piet zie schoffelen. Hij was de beste van de hele school.  

04 januari 2018

Ach, zucht mijn oma, ik heb tien kinderen gebaard (waarvan acht overleefden), vijf varkens, kippen, een moestuin en een koeiewei voor onze acht koeien. Wat moeten we? Elk kind dat van de lagere school komt, is hard nodig om te werken. We hebben geen geld voor schoolboeken of de reis naar de stad. Niemand in ons dorp leert verder.


Dat was in 1937. Meester Mok zei toen plechtig: ik zorg voor de schoolboeken. Mijn oma werd toen vastberaden. Mijn vader mocht naar de MULO in Alkmaar. Het was twaalf kilometer heen lopen en weer terug. Hij zat als 14-jarige tussen 12-jarigen. En als ie dan in de zomer voor het open raam in boerendorp Limmen zijn Franse woordjes oefende, werd mijn oma aangesproken ‘Pietje, die zoon van jou is niet goed snik, hoor; hij slaat wartaal uit…..’  Het dorp verklaarde haar voor gek dat ze die zoon liet leren. Daarna zouden mijn jongere ooms én tantes (!) ook verder mogen leren.


Enfin. Mijn vader ging via de MULO naar de MTS/HTS in Haarlem, op kamers bij een tante-zuster. Haalde zijn examen (drie weken achterelkaar toetsen), zoals zijn vriend Cor Romeijn zei: die Piet Rietveld, die lult zich d’r wel doorheen. Praten kon ie! Hij was totaal geen techneut, meer een filosoof. Maar een boerenjongen filosofie studeren? Ondenkbaar.

Hij sprak geweldig Frans, Engels, Spaans en zelfs Esperanto, maar werd dus formeel vliegtuigbouwkundig ingenieur. Ging werken bij de Rijksluchtvaardienst, daarna KLM. Al gauw deed ie voor de lol in zijn vrije tijd interne trainingen voor de managers (dat woord bestond toen nog niet) en op zijn 40e nam ie ontslag en ging freelance (nu: zzp) voor het NIVE aan de slag als organisatie-adviseur ‘avant la lettre’ - ook dat beroep bestond toen nog niet. Het heette toen kadertrainer of zoiets.

De ‘Rietveld Academie’, zo noemde ze hem bij Stork, Draka, Strokarton en dat soort bedrijven waar ie incompany - ook een toen nog niet bestaand begrip - over de vloer kwam. Hij was toen een van de, zeg, tien mensen in Nederland die zoiets deden. Nu kun je de grachten ermee dempen - het heet nu vaak consultant of coach.


Na pensionering heeft ie twaalf jaar een geweldige moestuin vol bonen, sla, courgettes, asperges… enzovoort geteeld. En hield ie kippen. Hij bleef een boerenjong met een touwtje om zijn middel, om de tuinbroek op te houden. Helemaal gelukkig. En mijn oma? Is 97 geworden.

Wat wil ik hiermee ook alweer zeggen?


Dat één mens (meester Mok) een verschil kan maken in het leven van een mens, een heel gezin. En dat geldt ook voor kinderen die in de knel zitten, die in een asiel wonen, mishandeld of vernederd worden. Gewoon voor ons allemaal eigenlijk. Je moet ‘gezien’ worden.

Mechtild Rietveld
Meer columns van Mechtild Rietveld leest u hier.

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Jacqueline Appelman
Wat ontzettend leuk om te lezen en zo fijn dat onze grootouders verder keken dan alleen het dorp. Zij hebben de basis gelegd van onze mogelijkheden.
Advertentie