Antwoorden Hoge Raad ‘grote gevolgen voor schuldhulpverlening’
Het zal zorgen voor kortere wettelijke schuldsaneringstrajecten.

Een prejudiciële beslissing van de Hoge Raad van afgelopen december heeft mogelijk grote gevolgen voor de huidige praktijk van de gemeentelijke schuldhulpverlening. Dat zegt het kabinet in antwoorden op Kamervragen door Don Ceder (ChristenUnie). De Hoge Raad stelt dat ook de aflossing aan één schuldeiser wegens loonbeslag de ingangsdatum voor de wettelijke schuldsanering (Wsnp) kan bepalen. Daarom zal het vaker voorkomen dat het wettelijke schuldhulptraject minder dan 18 maanden duurt.
Nieuwe regels
De optie voor een korter wettelijk schuldhulpverleningstraject bestaat sinds 1 juli 2023. Schuldinfo.nl, een website met juridische informatie voor schuldhulpverleners, schreef in december (in een reactie op de antwoorden van de Hoge Raad) dat dit het gevolg is van een aangenomen amendement ingediend door Kamerleden Kathmann en Maatoug.
Amendement
De Kamerleden van GroenLinks en PvdA (toen nog apart) vonden het namelijk oneerlijk dat mensen met problematische schulden soms al maandenlang in het minnelijke traject aan het aflossen waren, maar dat de ingangsdatum van het eventueel daaropvolgende wettelijke schuldhulptraject pas in ging wanneer de rechter uitspraak deed. Via hun amendement werd daarom geregeld dat de termijn van de schuldsaneringsregeling start vanaf het moment dat de eerste aflossing is gedaan in het kader van de gemeentelijke schuldhulpverlening.
Hoge Raad
Het gerechtshof Den Haag vond dat deze nieuwe regel nog steeds een aantal onduidelijkheden bevatte en stelde daarom prejudiciële vragen aan de Hoge Raad. Volgens Schuldinfo komen de antwoorden van de Hoge Raad grotendeels overeen met hoe rechters tot op heden oordelen over de ingangsdatum van de Wsnp, maar is er één uitzondering: namelijk dat een aflossing als gevolg van loonbeslag ook kan worden aangemerkt als een eerste aflossing in het kader van de Wsnp. Dat staat haaks op het huidige gebruik in de schuldsanering. In de Recofa-richtlijnen (landelijke afspraken tussen rechters) staat namelijk dat een eerste aflossing aan het collectief van schuldeisers dient te geschieden.
'Grote gevolgen'
Volgens staatssecretarissen Nobel (Participatie en Integratie) en Struycken (Rechtsbescherming) kan dit grote gevolgen hebben voor zowel de buitengerechtelijke schuldregeling (het minnelijke traject) als het wettelijke schuldsaneringstraject (Wnsp). Zo laten ze weten in een reactie op de vragen van Ceder. Ze zeggen toe de situatie te ‘blijven monitoren’. Het oordeel van de Hoge Raad zal gevolgen hebben voor het voorstel dat aan schuldeisers wordt gedaan wanneer er al beslag op het inkomen is gelegd. De duur van het schuldsaneringstraject wordt korter, dus schuldeisers ontvangen minder geld terug.
Zorgen
Ceder wilde van het kabinet graag weten wat het gaat doen om ervoor te zorgen dat de nieuwe werkwijze in alle gemeenten wordt toegepast. Ook maakt hij zich zorgen om de mogelijkheid dat schuldhulpverleners geen maatregelen meer zullen treffen om loonbeslag tegen te gaan. Dit omdat loonbeslag vanwege het oordeel van de Hoge Raad ervoor kan zorgen dat het Wsnp-traject korter duurt. Dat kan voordelig zijn voor de schuldenaar.
Aan uitvoerders zelf
Dat blijkt echter niet zo makkelijk centraal te regelen. ‘De invulling van een buitengerechtelijke schuldregeling is niet in wetgeving vastgelegd. Het is aan de uitvoerders zelf om naar aanleiding van de uitspraak van de Hoge Raad richtlijnen op te stellen en overeenstemming te bereiken met schuldeisers’, aldus de bewindspersonen. Wel zeggen de staatssecretarissen dat de NVVK, de brancheorganisatie voor schuldhulpverleners, de nieuwe werkwijze in haar gedragscode zal opnemen. Recofa geeft aan de richtlijnen ook tegen het licht te houden.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.