‘Ook ambtenaren hebben recht op vrije meningsuiting'
Inkoopambtenaren ondertekenden een paginagrote advertentie in de Volkskrant waarin de Eerste Kamer werd opgeroepen de nieuwe aanbestedingswet te verwerpen (wat de Kamer dinsdag ook deed). Mogen ambtenaren dit eigenlijk doen?
Vele tientallen ambtenaren onderschreven afgelopen zaterdag een pleidooi in de Volkskrant van inkopersorganisatie Nevi tegen de nieuwe aanbestedingswet. De Nevi riep de Eerste Kamer op de nieuwe aanbestedingswet af te keuren. Minister Van der Hoeven van Economische Zaken liet in dezelfde krant direct weten dat ze de actie van de ambtenaren ongepast vindt. Maar volgens deskundigen is er niets aan de hand. ‘Ook ambtenaren hebben recht op vrije meningsuiting’, aldus hoogleraar staats- en bestuursrecht Jit Peters. De Eerste Kamer verwierp dinsdagavond het wetsvoorstel.
Hoogleraar Peters, die onderzoek deed naar de vrijheid van meningsuiting voor ambtenaren, heeft de advertentie gezien en gekeken waar de sympathiserende ambtenaren werkten. ‘Maar het waren er zoveel dat ik op een gegeven moment ben afgehaakt.’ Volgens de hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam is slechts in enkele gevallen denkbaar dat ambtenaren zich niet mogen uitspreken tegen (voorgenomen) beleid. ‘Ik kan me voorstellen dat het erg lastig is voor ambtenaren van het ministerie van Economische Zaken die aan deze wet hebben meegewerkt om zo’n oproep te ondertekenen. Dan ondergraaf je de positie van je eigen bewindspersoon. Ambtenaren moeten zich uiteraard niet destructief opstellen.’
Peters’ mening wordt gedeeld door Paul Frissen, hoogleraar bestuurskunde aan de Universiteit Tilburg. Ook hij maakt een verschil tussen ambtenaren die op het betrokken ministerie werken en die elders actief zijn. ‘Het lijkt me dat ambtenaren een mening mogen hebben over een wetsontwerp.’ Hoogleraar bestuursrecht Lex Michiels ziet zelfs ruimte voor kritiek van ambtenaren op hun eigen bewindsman. ‘Secretarissengeneraal van het ministerie van Economische Zaken tonen zich in hun Nieuwjaarsstuk in economenblad ESB doorgaans behoorlijk kritisch. Zolang dat het eigen functioneren niet onmogelijk maakt, is die ruimte er.’
Persoonlijke titel
De ondertekenaars van de Nevi-advertentie zijn vooral inkopers bij lagere overheden, zorginstellingen en onderwijsinstanties. Ook Peter Crol tekende de oproep. Crol is inkoper bij de Luchtverkeersleiding Nederland, een zelfstandig bestuursorgaan dat onder het ministerie van Verkeer en Waterstaat valt. ‘Ik heb nog wel even overwogen of ik dit moest afstemmen binnen de organisatie en me zelfs afgevraagd of dit wel mag. Maar ik heb dit op persoonlijke titel gedaan. Ik vind dat een ambtenaar best een kritisch geluid mag laten horen. Ik begrijp de reactie van minister Van der Hoeven ook niet helemaal. Ik onderschrijf de mening van de Nevi dat de nieuwe aanbestedingswet het inkoopvak uitholt. Daar is ook een maatschappelijk belang mee gemoeid. Ik denk dat het voor niemand goed is als we aan de hand van 650 pagina’s regels moeten gaan inkopen. Maar goed, als die wet er zou komen, ga ik me er natuurlijk gewoon aan houden.’
Bijna alle ondertekenaars van de oproep, onder wie veel inkopers bij gemeenten, vreesden dat de inmiddels verworpen aanbestedingswet voor onnodige rompslomp zouden zorgen. ‘Een gedrocht’, vindt inkoper Geert van Zuilekom van de gemeente Schouwen-Duiveland. ‘Zo gaat inkoop niet meer over de inhoud, maar alleen nog maar over de juridische aspecten. We hebben als inkopers al eerder onze mening laten horen, maar daar is niets mee gedaan.’
Inkoper Louis Pothof van de gemeente Enschede achtte de kans groot dat gemeentelijke vakafdelingen vanwege de ingewikkelde procedure zouden proberen onder de nieuwe aanbestedingswet uit te komen. ‘Kijk maar hoe vaak nu al niet wordt voldaan aan de eisen voor Europese aanbestedingen. De procedurele last zou met deze wet alleen maar erger zijn geworden. Dan bereik je een tegenovergesteld effect. Deze wet was alleen gunstig geweest voor juridische afdelingen.’
Concerninkoper André van der Zanden van Waalwijk schat dat het aantal procedures dat onder de nieuwe aanbestedingsregels zou vallen, ongeveer tien keer zo groot zou zijn als de aanbestedingen die nu onder de Europese regels vallen. ‘Er zaten zeker goede kanten aan de wet, zoals de lijst met geschikte leveranciers. Maar dat het midden- en kleinbedrijf van deze regels meer zou gaan profiteren betwijfel ik. Nu kunnen we voor een opdracht van 60.000 euro drie lokale bedrijven uitnodigen, volgens de nieuwe wet zou dat via een ingewikkelde procedure moeten gaan.’
Lappendeken
Tot de voorstanders van de nieuwe wet behoorde, behalve de Tweede Kamer, ook brancheorganisatie Bouwend Nederland. ‘Een heel opmerkelijke advertentie’, noemt woordvoerder Dé van de Riet de oproep in de Volkskrant. ‘Maar het geluid is voor ons niet nieuw. Wij kennen de kritiek. Wij denken juist dat de nieuwe aanbestedingswet beter is. Nu doet elk van de vierduizend aanbestedende diensten in Nederland het op zijn eigen manier. De wet had een einde gemaakt aan die lappendeken.
De nieuwe Aanbestedingswet, die dinsdag door de Eerste Kamer werd verworpen, moest een nationaal kader stellen voor aanbestedingen boven de 50.000 euro en onder de drempelbedragen voor Europese aanbestedingen. De wet, die op 20 september 2006 door de Tweede Kamer werd aangenomen, beoogde de veelheid aan regelingen die verschillende aanbestedende diensten nu hanteren te harmoniseren en stelde onder meer eisen aan de integriteit van meebiedende bedrijven en benoemde een bovengrens aan de omvang (in omzet) die aanbestedende diensten kunnen eisen van inschrijvers. De Eerste Kamer vond de wet onwerkbaar.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.