Gemeenten hebben weinig zicht op Centra Jeugd en Gezin
Bij gemeenten blijkt veel onduidelijkheid te bestaan over de ‘toetsbare termen’ waaraan de centra moeten voldoen, blijkt uit een onderzoek van de Algemene Rekenkamer.
Gemeenten hebben onvoldoende zicht op de resultaten van hun Centra voor Jeugd en Gezin (CJG’s) en geven daar zelf nog weinig sturing aan. Dat blijkt uit een onderzoek van 32 gemeentelijke rekenkamers en de Algemene Rekenkamer onder CJG’s in 42 gemeenten. Het rapport is op woensdag 13 juni aangeboden aan de Tweede Kamer.
Onduidelijkheid
Bij gemeenten blijkt veel onduidelijkheid te bestaan over de ‘toetsbare termen’ waaraan de centra moeten voldoen. Dit komt omdat de gemeenten niet hebben omschreven welke maatschappelijke doelen de CJG’s nu precies moeten nastreven. De CJG’s verschillen dan ook sterk van elkaar wat betreft de organisatievorm en de doelen waarop zij zich focussen. Dat maakt een vergelijking van de resultaten moeilijk.
Transitie
De rijksoverheid heeft vanaf 2008 in totaal 1,2 miljard euro besteed aan een ‘brede doeluitkering Centra voor Jeugd en Gezin’. Alle gemeenten waren verplicht om een CJG te openen dat als ‘laagdrempelig inlooppunt’ bereikbaar is voor de plaatselijke bevolking. De centra zijn ook verantwoordelijk voor de coördinatie van de zorg tussen de verschillende gemeentelijke instanties en hulpverleners. Na de transitie van de Jeugdzorg naar gemeenten zal de spilfunctie van de CJG’s nog sterker worden. De afgelopen vier jaar heeft het accent bij gemeenten gelegen op het openen van de inlooppunten, op het maken van afspraken over het tijdig signaleren van risicojongeren en aan de onderlinge coördinatie.
Aansturing
Volgens de Rekenkamer ontbreekt het echter aan een referentiekader waarmee de doelen, kosten, effecten en klanttevredenheid van de centra kunnen worden vergeleken. Bij de verdere ontwikkeling van de Centra voor Jeugd en Gezin moet daarom aandacht worden besteed aan een herkenbaar begrippenkader en een duidelijkere aansturing door de gemeentelijke overheden, stelt de Rekenkamer. Ook kan volgens de Algemene Rekenkamer meer worden gedaan om de bekendheid met het werk van de CJG’s bij burgers te vergroten en om het signaleren van risicojongeren te verbeteren.
Verantwoording
Het ministerie van VWS zou samen met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten de gemeenten in de overgangsfase naar het nieuwe jeugdzorgstelsel moeten stimuleren en faciliteren, bijvoorbeeld door prestatie-indicatoren vast te stellen en een duidelijk financieel kader te stellen. De staatssecretaris van VWS zou volgens de Rekenkamer periodiek verantwoording moeten afleggen aan de Tweede Kamer over de voortgang en effectiviteit van het jeugdbeleid.
U kunt het rapport vinden in de whitepaperbibliotheek.
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.