‘Duidelijkheid nodig over maaltijdondersteuning’

Gemeenten en zorgverzekeraars moeten de verantwoordelijkheid voor maaltijdondersteuning voor ouderen niet op elkaar afschuiven. Zegt minister Hugo de Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport, CDA) in een reactie op Kamervragen van Vera Bergkamp (D66).

Van kastje naar de muur

In haar vragen verwees Bergkamp naar een recente aflevering van het televisieprogramma De Monitor, waaruit blijkt dat wijkverplegers en mantelzorgers door zorgverzekeraars en gemeenten van het kastje naar de muur worden gestuurd wanneer zij vragen om maaltijdondersteuning.

Geneeskundig karakter

Minister De Jonge vindt het ‘onwenselijk’ dat die onduidelijkheid er is. ‘Het mag niet zo zijn dat cliënten hierdoor tussen wal en schip terecht komen’, aldus De Jonge. De minister benadrukt daarom in zijn beantwoording van de vragen van Bergkamp nog eens hoe de verantwoordelijkheden voor de maaltijdondersteuning verdeeld zijn; leidraad bij alle zorg onder de Zorgverzekeringswet (Zvw) is dat de zorg een geneeskundig karakter heeft, of dat er een groot risico bestaat dat iemand geneeskundige hulp nodig heeft. ‘Op het moment dat er geen geneeskundige zorgnodig is en er geen indicatie is voor Wlz-zorg, kan de gemeente aan zet zijn om deze maaltijdondersteuning te bieden.’

Verantwoordelijkheidsverdeling

De Jonge benadrukt desgevraagd dat zijn ministerie al langere tijd in overleg is met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en Zorgverzekeraars Nederland (ZN) over de verantwoordelijkheidsverdeling. Binnen dat overlegkader kunnen volgens De Jonge nog verdere afspraken worden gemaakt.