Onderzoek naar problemen in pleeggezinnen
Hoogleraar Opvoedkunde Jo Hermanns van de Universiteit van Amsterdam (UvA) onderzoekt de komende twee jaar hoe voorkomen kan worden dat kinderen die voor langere tijd in een pleeggezin worden geplaatst, voortijdig met ruzie vertrekken. Hij wil weten of persoonlijke coaching van de pleegouders effect heeft. Dat maakte de UvA woensdag bekend.
Kinderen die langdurig in een pleeggezin worden geplaatst, houden het daar in 30 tot 50 procent van de gevallen niet vol. Meestal komt dat door onoverbrugbare, dagelijkse conflicten met de pleegouders. ,,Een groot probleem", vindt Hermanns. Elke keer dat een kind met ruzie vertrekt, groeit de kans dat het bij een volgend pleeggezin opnieuw fout gaat en daarmee ook de kans op psychische problemen bij het kind.
Moeilijke behandelen
In veruit de meeste gevallen liggen bestaande gedragsproblemen bij het kind ten grondslag aan hoogoplopende conflicten binnen een pleeggezin. ,,De kinderen zijn moeilijk te behandelen en te genezen, en daarom richten we ons op het verbeteren van de vaardigheden van de pleegouders", aldus Hermanns. ,,We willen hun leren hoe ze escalaties kunnen laten afnemen en hoe ze de sfeer kunnen verbeteren."
Begeleidingsmethode
De begeleidingsmethode waarnaar Hermanns onderzoek wil doen, wordt al met succes toegepast in de Verenigde Staten. De regelgeving rond pleeggezinnen ligt daar evenwel minder gecompliceerd dan in Nederland. Amerikaanse pleeggezinnen adopteren hun pleegkind, waarna de echte ouders weinig meer te vertellen hebben. In Nederland houden de biologische ouders het gezag over hun kind, zodat zij veel meer invloed hebben op het reilen en zeilen van het pleeggezin.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.