Nederlander raakt positiever gestemd over vluchteling

Nederlanders zijn in 2022 milder gaan denken over de opvang van vluchtelingen. Eén op de drie inwoners stelde zijn mening erover bij, waarvan het merendeel (69 procent) ten positieve.

Dat blijkt uit onderzoek van Citisens. Volgens het bureau kunnen gemeenten meer draagvlak voor lokale opvang creëren dan vaak op basis van het primaire sentiment onder burgers mogelijk lijkt. Voor tegenstanders van opvang is het vooral van belang dat hun gemeente aandacht schenkt aan de langere wachtlijsten voor huurwoningen die zouden kunnen ontstaan. Verder hebben ze zorgen over de cultuurverschillen met vluchtelingen en over hun veiligheid. Voorstanders van opvang hechten met name waarde aan goede communicatie van hun gemeente over dit onderwerp en aan psychologische begeleiding van de vluchtelingen.

Veel gemeentebesturen staan negatief ten opzichte van de opvang van vluchtelingen. Met de Spreidingswet wil het rijk lokale overheden in extremis kunnen dwingen de huisvesting ter hand te nemen. Uit het onderzoek van Citisens komt naar voren dat bijna de helft van de Nederlanders (44 procent) in het eerste kwartaal van 2023 negatief dacht over vluchtelingen en ruim één op de drie (36 procent) positief.

Maar neem je als gemeente hun zorgen serieus, dan blijkt 18 procent van de tegenstanders positiever naar lokale opvang te kijken. Ook is de Nederlander in 2022 in z'n algemeenheid iets milder over vluchtelingen gaan denken. Volgens Anne van de Meerakker van Citisens kan hierbij een rol spelen dat de opvang in de praktijk tot weinig problemen leidt, afgezien van die in een aanmeldcentrum als Ter Apel.

Opvallend is ook hoe de Nederlander denkt over de oplossing van de huidige opvangcrisis: een krappe meerderheid vindt dat het rijk gemeenten tot opvang van vluchtelingen moet kunnen dwingen.