Als je zorgaanbieder omvalt ..
Wat doe je als gemeente wanneer je zorgaanbieder omvalt. Voorbeelden uit Utrecht, enNijmegen.
Faillissementen, fraude en mismanagement. Wie de kranten erop naslaat, kan zien dat om deze redenen meerdere zorgaanbieders dit jaar – soms plotseling - omvielen. Wat doen gemeenten eraan om continuïteit van zorg voor cliënten te garanderen? Hebben ze een plan B? Binnenlands Bestuur kreeg een kijkje in de keuken bij Utrecht en Nijmegen.
Snel te laat
Het faillissement van wijkverplegingsbedrijf Leven & Zorg kwam in augustus voor de gemeente Utrecht als een donderslag bij heldere hemel. Drie dagen lang zaten de cliënten vervolgens zonder wijkverpleging. Het plotselinge omvallen van Leven & Zorg en het wankelen van zorgreus Careyn, waren voor de Utrechtse gemeenteraad aanleiding om vragen te stellen over de manier waarop de zorgcontinuïteit door de gemeente gewaarborgd zou worden. ‘Ten tijde van het faillissement van Leven & Zorg hadden we niks klaarliggen’, legde wethouder Kees Diepeveen (GroenLinks) de gemeenteraad begin oktober uit. ‘We hebben daarvan geleerd dat je snel te laat bent.’
Oefening
Reden genoeg dus voor de gemeente Utrecht om een ‘oefening’ te houden. Wout van Leeuwen, hoofd van de Utrechtse WMO-afdeling, wil niks kwijt over de specifieke casus rond Careyn, dat weer inmiddels weer wat vaster op de benen staat. Wel geeft hij graag een beeld van de gemeentelijke machinerie die in beweging komt wanneer een zorgaanbieder dreigt om te vallen. ‘Het is een illusie om te denken dat er een standaardplan voor dit soort situaties klaarligt’, aldus Van Leeuwen. ‘Er bestaan immers geen standaardsituaties.’ Volgens Van Leeuwen is het van levensbelang dat er een snelle inventarisatie van het probleem wordt gemaakt. ‘Hoeveel cliënten heeft de desbetreffende aanbieder? Welke hulpvormen krijgen zij? Wat is de aard van de problematiek bij de aanbieder, en welke alternatieven zijn er? Die informatie is cruciaal en het inventariseren daarvan is in feite de oefening waar de wethouder het over had. Feit is dat er in deze situaties bijna geen zekerheden bestaan behalve dat wij inmiddels weten welke vragen we moeten stellen en hoe we ons moeten organiseren. Dat klinkt misschien teleurstellend als je verwacht dat er allerlei draaiboeken met beslissingsbomen klaarliggen. Maar als je gemeenten hier vijf jaar geleden naar vroeg, was er nog geen enkel besef van.’
Noodplan
In Nijmegen moest de gemeente razendsnel in actie komen toen eind augustus Rigtergroep, een aanbieder van beschermd wonen voor 48 cliënten met autismespectrumstoornissen en psychiatrische problematiek , aangaf de zorgcontinuïteit per oktober niet meer te kunnen garanderen. ‘Het regelen van vervangende zorg was volgens de Nijmeegse wethouder Bert Frings nog betrekkelijk simpel. ‘Wanneer in een normale situatie het contract met een zorgaanbieder afloopt, moeten het verzorgend personeel en de cliënten ook worden overgenomen door een nieuwe contractant’, legt Frings uit. ‘Om die reden zijn we ook continu in gesprek met zorgaanbieders uit de stad. In dit geval was er sprake van een crisissituatie, maar gelukkig schoten drie zorgaanbieders uit de stad en een aantal personeelsleden van Rigter ons graag te hulp.’ Het zorgen voor vervangende woonruimte was echter een zwaardere kluif. Omdat de gemeente de directie Rigter al geruime tijd van fraude met pgb’s verdacht (in juli werd aangifte gedaan), werd sinds februari al wel aan een plan gewerkt. ‘We inventariseerden welke locaties daarvoor in aanmerking kwamen, wie die in bezit had, en hoe we met de eigenaren in overleg konden gaan.’ Uiteindelijk stelde de gemeente een noodplan op dat een verhuizing binnen twee weken mogelijk moest maken.
Lees het hele artikel in Binnenlands Bestuur nr. 21 van deze week (inlog)
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.