Advertentie
sociaal / Nieuws

Wetgeving inburgering aangescherpt

Op dit moment kan er onduidelijkheid ontstaan over welke gemeente verantwoordelijk is voor statushouders in doorstroomlocaties.

15 maart 2024
Overgangsrecht inburgering

Demissionair minister Karien van Gennip zegt in een brief aan de Tweede Kamer verschillende wijzigingen te willen doorvoeren aan de wet- en regelgeving rondom inburgering. Zo is er door de komst van doorstroomlocaties onduidelijkheid ontstaan over de vraag welk college van burgemeester en wethouders verantwoordelijk is voor huisvesting. Ook bedient de huidige wet nieuwkomers die praktijk- of speciaal onderwijs hebben gevolgd niet goed.

Senior beleidsadviseurs

Gemeente Alphen aan den Rijn
Senior beleidsadviseurs

Electronics Engineer ADAS: Drive Innovation in Advanced Driver-Assistance Systems at our client

Yacht
Electronics Engineer ADAS: Drive Innovation in Advanced Driver-Assistance Systems at our client

Doorstroomlocaties

Doorstroomlocaties zijn bedacht geroepen om de huisvesting van statushouders te verlichten. Ze fungeren als tijdelijke verblijfsplaatsen voor asielzoekers met een verblijfsvergunning waar ze maximaal twaalf maanden kunnen verblijven. Tot ze een vaste woning hebben gekregen. Doorstroomlocaties worden vanaf medio 2024 zoveel mogelijk dichtbij de uiteindelijke ‘koppelgemeente’ gevestigd. Dat is ook de gemeente die uiteindelijk huisvesting moet regelen.

Wie verantwoordelijk

Statushouders die straks verblijven in een doorstroomlocatie worden direct meegerekend in de huisvestingstaakstelling van de koppelgemeente. Het blijft dan ook de taak van de koppelgemeente om voor statushouders een definitieve woning in de koppelgemeente te vinden binnen de maximale verblijfduur op de doorstroomlocatie. Echter, zoals het nu in de wet staat is onvoldoende duidelijk. Het kan namelijk zo worden geïnterpreteerd dat niet de koppelgemeente verantwoordelijk is, maar de gemeente waarin de doorstroomlocatie staat.

Omissie

Later dit jaar zal de wijziging van de wet worden ingediend bij de Tweede Kamer, maar Van Gennip benadrukt dat de werkwijze, waarin de koppelgemeente verantwoordelijk blijft, al per direct ingaat. Andere wijzigingen die vanaf 1 januari 2025 worden doorgevoerd zijn vooral technisch van aard, maar één ziet toe op een belangrijke omissie binnen de onderwijsroute.

Onderwijs telt niet mee

Op dit moment is de wetgeving namelijk niet goed ingericht voor jongeren die na hun aankomst in Nederland eerst regulier onderwijs hebben gevolgd in het praktijkonderwijs of het voortgezet speciaal onderwijs. Tijdens die opleidingen hebben de jongeren geen inburgeringsplicht, maar wel wanneer ze niet meer onder de leerplicht vallen. Er wordt in dat proces echter geen rekening gehouden met de onderwijsuren die ze dan al hebben gevolgd.

Nieuwe bepaling

‘Hoewel deze jongeren soms dus al een paar jaar Nederlandstalig onderwijs hebben gevolgd, moeten zij nog eens 800 uur les volgen bij een cursusinstelling met een Blik op Werk keurmerk om aan de inburgeringsplicht te voldoen,’ aldus de minister. Het voornemen is om een bepaling op te nemen in de wetgeving, waarmee het mogelijk wordt dat taaluren Nederlands als tweede taal en Kennis van de Nederlandse samenleving in het onderwijs meetellen voor de taalureneis.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie