Advertentie
sociaal / Nieuws

Veel meer werk voor kinderombudsman in 2018

De Rotterdamse kinderombudsman Stans Goudsmit zag afgelopen jaar het aantal vragen en klachten stijgen met zo’n 30 procent ten opzichte van 2017. Dat meldt zij in haar jaarrapportage. De klachten gaan hoofdzakelijk over wachtlijsten in de jeugdhulp en speciaal onderwijs, en over huisuitzettingen.

09 april 2019

De Rotterdamse kinderombudsman Stans Goudsmit zag afgelopen jaar het aantal vragen en klachten stijgen met zo’n 30 procent ten opzichte van 2017. Dat meldt zij in haar jaarrapportage. De klachten gaan hoofdzakelijk over wachtlijsten in de jeugdhulp en speciaal onderwijs, en over huisuitzettingen.

Naamsbekendheid

In totaal kwam het aantal vragen en klachten over 2018 uit op 315. De kinderombudsman behandelde 113 van de 132 ontvangen klachten. Een exacte verklaring voor de stijging van het aantal vragen en klachten heeft kinderombudsman Stans Goudsmit niet. ‘Ik durf niet met zekerheid te zeggen of die stijging ligt aan het erger worden van de problemen in de jeugdzorg of aan de groeiende naamsbekendheid van de kinderombudsman. Ik vermoed dat de oorzaak bij het laatste ligt. Sinds eind vorig jaar ben ik ook bezig met een onderzoek naar knelpunten in de specialistische jeugdhulp. Dat zal ook een deel van de toename verklaren, aangezien die knelpunten het meest voorkomende onderwerp van vragen en klachten zijn.’ Wachtlijsten voor de specialistische jeugdhulp, het speciaal onderwijs en huisuitzettingen zijn volgens Goudsmit de laatste jaren consistent de meest aangekaarte problemen.

Quick win

Goudsmits belangrijkste aanbeveling is om kinderen vaker te laten meepraten over manco’s in het jeugdbeleid en eventuele oplossingen. ‘Zij worden nog te weinig betrokken. Ik hoor regelmatig van jongeren dat zij bijvoorbeeld zelf niet kunnen meepraten over hun behandelplan en dat zij slecht of helemaal niet worden geïnformeerd door de gemeente over de hulp waar zij op wachten en de wachttijd. Er is daarvoor ook geen helder aanspreekpunt. In het meer en beter informeren zit voor de gemeente een quick win, denk ik.’ Die aanbeveling geldt overigens niet alleen voor de gemeente; ‘Jongeren geven ook aan dat zij bijna nooit door de jeugdbescherming worden teruggebeld nadat zij vragen hebben gesteld. En dat terwijl de jeugdbescherming bij ondertoezichtstellingen een cruciale, beslissende rol speelt. Jongeren geven aan dat de jeugdbescherming eigenlijk verplicht moet worden om in twee dagen terug te bellen.’

Afhaken

Als er niet naar jongeren wordt geluisterd, verliezen zij hun vertrouwen in de hulpverlening en dreigen zij uiteindelijk af te haken, waarschuwt Goudsmit. ‘Een jongen vertelde mij dat hij op de wachtlijst voor speciaal onderwijs stond, maar totaal niet werd betrokken bij de zoektocht naar een passende school. ‘Als ze er zonder mij een kiezen, ga ik niet’, zei hij daarover. Dat is dan een enorme gemiste kans.’ Een veelgehoorde aanbeveling uit de mond van jongeren is om meer woonplekken voor uithuisgeplaatste jongeren te realiseren. Ook geven jongeren aan het belangrijk te vinden om eerst kennis te kunnen maken voordat zij naar zo’n plek worden overgeplaatst. ‘Dat maakt de overgang een stuk gemakkelijker’, aldus Goudsmit.

Gemeentelijke organisatie

De meeste behandelde klachten over de jeugdzorgketen in de gemeenten die bij de Rotterdamse kinderombudsman zijn aangesloten, komen nog altijd voor de rekening van de gemeentelijke organisaties zelf. Maar liefst 27 procent van de klachten ging daarover. ‘Daarbij is het niet tijdig voorhanden zijn van passende specialistische jeugdhulp het meest voorkomende probleem, maar het kan ook gaan om de aanvraag van een pgb-Jeugdwet of leerlingenvervoer’, aldus Goudsmit. 17 procent van de klachten gaat over jeugdhulpinstellingen en 16 procent over de jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond.

Meldpunt

Over de problemen in de specialistische jeugdhulp schreef Goudsmit in oktober al een kritische brief waarin zij de jeugdwethouders van de gemeenten in haar werkgebied tot snelle actie maande. Knelpunten in de toegang kwamen volgens Goudsmit in vrijwel elk kennismakingsgesprek sinds haar benoeming ter sprake. Zij opende in oktober om die reden een meldpunt en besprak met jongeren hun ervaringen in de gespecialiseerde jeugdhulp en de oplossingen die zij zien. Goudsmit verwacht haar onderzoek in juni af te ronden. Behalve voor de gemeente Rotterdam is zij ook kinderombudsman voor de gemeenten Albrandswaard, Capelle aan den IJssel, Krimpen aan den IJssel, Vlaardingen en (sinds januari) Hellevoetsluis.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie