Economische positie voorspelt welzijnsgevoel
Tijdens de coronacrisis is de economische positie van mensen een van de sterkste voorspellers van het algemene gevoel van welzijn. In Gelderland tenminste. Daar liet de provincie KiesKompas sinds het begin van de coronacrisis periodiek onderzoek doen. Opvallend is dat het vertrouwen in instituties met het gevoel van welzijn samenhangt.
Tijdens de coronacrisis is de economische positie van mensen een van de sterkste voorspellers van het algemene gevoel van welzijn. In Gelderland tenminste. Daar liet de provincie KiesKompas sinds het begin van de coronacrisis periodiek onderzoek doen. Opvallend is dat het vertrouwen in instituties met het gevoel van welzijn samenhangt.
Tevredener
Gelderlanders die economisch beter af zijn, scoren hoger op de welzijnsindex ‘en zijn dus tevredener met hun (privé)leven, weerbaarder, hebben een betere algemene gezondheid, zijn minder eenzaam en rapporteren ook een hoger algemeen gelukscijfer’, valt te lezen in het rapport waarin een diepteanalyse wordt gemaakt van de vier peilingen die KiesKompas sinds april uitvoerde onder drie- tot vierduizend Gelderse respondenten.
Vertrouwen
‘Een andere belangrijke samenhang die we vinden is dat Gelderlanders die meer vertrouwen hebben in instituties, media en machtshebbers, en ook positiever zijn over de toekomst, gemiddeld genomen ook hoger scoren op algemeen welzijn.’ Het precieze verband is niet af te leiden, maar de onderzoekers merken op dat de praktisch opgeleide Gelderlanders duidelijk minder scoren wat betreft economische situatie en qua institutioneel vertrouwen.
Angst voor corona
De onderzoekers keken ook naar de sociale en mentale gevolgen van de coronacrisis op het dagelijks leven. De impact is flink, maar niet voor alle groepen hetzelfde. Lager opgeleiden hebben duidelijk meer angst terwijl jongeren heel weinig angst rapporteren. ‘Dat verklaart het beeld van jongeren die zich weinig aantrekken van de corona-maatregelen.’
Die uitkomsten zullen elders niet anders zijn.
"Het precieze verband is niet af te leiden, dat de sociaal economische hogere klasse zo tevreden is met hun eigen leven en instituties", wordt hier gesteld. Dat is toch werkelijk onvoorstelbaar. Of beter gezegd: het is beroerd gesteld met het voorstellingsvermogen.
Wie is nou het meest afhankelijk van de instituties?
Tjonge, jonge, jonge...Dit is dus precies een van de diepe kloven in de samenleving. De uitkomsten van de hogere klasse halen het gemiddelde zodanig op met de tevredenheid score, dat verantwoordelijken in die instituties zich daarmee tevreden stellen, de hiaten negeren in hun systemen en betreffende politieke partijen eveneens.