Advertentie
sociaal / Column

Nieuwe perversiteit: afschaffen vergoeding Tolken in de jeugdzorg

In de e jeugdzorg wordt de rijksfinanciering van de inzet van het Tolk- en Vertaalcentrum Nederland geschrapt.

11 april 2012

In mijn vorige column sprak ik de hoop uit dat het einde van de perverse prikkels in de jeugdzorg in zicht is. Hoop doet leven, maar dat perverse prikkels in de jeugdzorg weerbarstige fenomenen zijn blijkt uit het feit dat er helaas ook nog steeds nieuwe worden geïntroduceerd. 

Een “mooi” voorbeeld is het kabinetsbesluit om de regeling Tolk en vertaaldiensten per 1 januari 2012 af te schaffen. Dit betekent voor de jeugdzorg dat in het kader van de bezuinigingen de rijksfinanciering van de inzet van het Tolk- en Vertaalcentrum Nederland is komen te vervallen en dat van jeugdzorgcliënten in beginsel wordt verwacht dat ze deze kosten zelf voor hun rekening nemen.

Maar wat moet je nu doen als jeugdzorgwerker als cliënten weigeren te betalen voor een tolk? Accepteren dat de kans groot is dat je geen goed zicht op de problematiek kunt krijgen wegens communicatieproblemen wat ten koste gaat van de kwaliteit van de te leveren jeugdzorg? De kinderen laten tolken terwijl de gesprekken gaan over de manier waarop zij worden opgevoed of over problemen waarover zij niet zouden moeten weten? Buren of vrienden laten tolken, terwijl de ervaring leert dat zij emotioneel betrokken zijn en vaak hun eigen ideeën hebben over wat er gezegd moet worden en verwarring scheppen doordat ze wat de ouders zelf zeggen naar eigen inzicht herformuleren?

Het moge duidelijk zijn dat een jeugdzorgwerker zijn werk alleen kwalitatief goed kan doen als hij beschikt over een neutrale professionele tolk die beroepshalve aan geheimhouding is gehouden. Dit is extra urgent op het moment dat er sprake is van (vermoedens van) kindermishandeling. Terwijl het kabinet aan de ene kant de aanbevelingen van de Onderzoeksraad voor Veiligheid ten aanzien van de zeer noodzakelijke verbetering van de informatiepositie Bureau Jeugdzorg medewerkers onderschrijft, holt ze die informatiepositie aan de andere kant uit.

En nu komt het toppunt van perversiteit om de hoek kijken. Staatssecretaris Teeven onderschrijft deze onwenselijkheden en repareert de bezuinigingsmaatregel voor de onder zijn verantwoordelijkheid vallende (gedwongen) jeugdbescherming en jeugdreclassering. Dat is natuurlijk goed nieuws. Maar staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten weigert hetzelfde te doen voor de onder haar verantwoordelijkheid vallende jeugdzorg op basis van het argument dat het hier om vrijwillige jeugdzorg gaat, waarbij het redelijk is om ouders zelf te laten betalen voor de tolk. Los van wat je van dit argument vindt, gaat de staatsecretaris daarmee volledig voorbij aan het praktische feit dat het overgrote deel van de ouders en kinderen die door Bureau Jeugdzorg in het vrijwillige kader worden begeleid net zo problematisch is als de ouders en kinderen die onder het gedwongen kader vallen. Ze hebben zich niet vrijwillig zelf gemeld bij Bureau Jeugdzorg, maar zijn via een zorgmelding van politie, school, consultatiebureau of buren bij Bureau Jeugdzorg binnengekomen. Deze doelgroep werkt mede “vrijwillig” mee omdat ze een justitiële maatregel willen voorkomen.

Naar de letter loyaal uitvoeren van het kabinetsbeleid komt nu neer op werken zonder tolk in het vrijwillige kader, met alle risico’s op foute inschattingen en onnodige escalatie van kindermishandeling van dien. Een kwestie van wachten totdat een zaak vanzelf in het gedwongen kader terecht komt waarna alsnog een tolk kan worden ingezet. De verkeerde zuinigheid bij het ene ministerie (VWS) leidt dan tot extra kosten bij het andere ministerie (VenJ), nog afgezien van het onnodige leed dat we laten gebeuren.

In reactie op dit bezwaar heeft staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten aangegeven dat Bureaus Jeugdzorg in situaties waarin sprake is van ernstige vermoedens van kindermishandeling natuurlijk wel geacht worden een tolk in te schakelen en dit te financieren uit de doeluitkering van VWS. Omdat die inschatting, wanneer sprake is van taalproblemen, alleen goed kan worden gedaan als er standaard een tolk wordt ingeschakeld (je weet immers niet wat je niet te weten kan komen zonder tolk), komt dit feitelijk neer op het continueren van oude regeling in een nieuw (verhullend) jasje. Want omdat die doeluitkering (die toch al schromelijk tekort schiet, zie mijn vorige column) daarvoor niet wordt opgehoogd, gaat de financiering van tolken letterlijk ten koste van de inzet voor begeleiding van ouders en kinderen in het vrijwillige kader. Met als risico dat die weer onnodig in het gedwongen kader terecht komen.

Resteert de vraag of we deze perversiteit met ons moeten blijven meeslepen tot aan de transitie van de jeugdzorg naar de gemeenten per 1-1-2015, of dat de staatssecretaris van VWS op dit punt de boedel eerst op orde maakt. Om een indruk te geven waar het om gaat sluit ik deze column af met een paar concrete praktijkvoorbeelden opgetekend uit de monden van mijn medewerkers.

“Ik zit met een ingewikkelde huiselijk geweld zaak waar in vader echt in moet spreken. Hij spreekt geen Nederlands en geen Engels, alleen maar Spaans. Ik heb vader gevraagd (via de mail in het Spaans vertaald) of hij iemand uit zijn familie/vriendenkring kan regelen maar dit is hem niet gelukt. Ouders zijn nu niet bij elkaar (veel geweld, moeder half jaar in blijf van mijn lijf huis geweest, etc), daarom wil ik moeder ook niet als tolk gebruiken. Ik wil vader ook objectief horen.”

“Afgelopen vrijdagavond heb ik van een telefonische (Thaise) tolkendienst gebruik gemaakt tijdens een Eigen Kracht Conferentie van familie X. De vraagstelling bij de EKC was hoe de veiligheid van de ontwikkeling van het zesjarige dochtertje te vergroten. Hierbij spelen ouders een cruciale rol. De reden voor het gebruik van de tolkendienst is dat moeder over het algemeen wel Nederlands verstaat maar zich moeilijk kan uitdrukken in het Nederlands vanwege een beperkte woordenschat. Moeder is laag begaafd en ondanks vele Nederlandse cursussen is het haar onvoldoende gelukt om voldoende in het Nederlands te kunnen communiceren. Moeder is gerustgesteld als er een tolk aanwezig is zodat zij goed kan begrijpen wat er over haar dochter, haar vader en haar eigen handelen wordt verteld en zij voldoende tot haar recht kan komen. Moeder is bang dat er door de taalbarrière over haar en niet met haar zal worden gesproken.”

“Heftige echtscheidingszaak, twee maal met zorgmelding binnengekomen, ouders komen uit Ethiopië, staan lijnrecht tegenover elkaar, beide ouders spreken onverstaanbaar Nederlands en Engels, veel werk aan gehad om ouders met elkaar in gesprek te krijgen. Een tolk is dan een voorwaarde om verder te komen.”

“De reden dat er bij dit gesprek een Chinese tolk aanwezig moet zijn is dat we moeder op de hoogte gaan brengen dat wij naar de Raad voor de Kinderbescherming gaan en er een onderzoek wordt aangevraagd. Moeder spreekt nauwelijks Nederlands, ook geen netwerk die kan vertalen. Belangrijk is dat de informatie bij moeder goed in haar eigen taal overkomt.”

“Mijn reden om een Franse tolk aan te vragen is het feit dat ik wil voorkomen dat er dingen verkeerd vertaald worden en/of worden weggelaten. Daarnaast wil ik dat moeder de vertaalde informatie zonder emotionele lading te horen krijgt. Ik vind het niet zuiver om, gezien de complexiteit van de problematiek (licht verstandelijke beperking, vermoedens van mishandeling, ernstige opvoedonmacht en het feit dat ik de Raad voor de Kinderbescherming heb ingeschakeld), een naaste te laten tolken. De wijze waarop er vertaald wordt is mede bepalend voor de reactie van moeder en het hieruit voortvloeiende commitment dat moeder afgeeft met betrekking tot vervolghulpverlening.”

“De tolk is nodig in verband met de begeleide bezoekregeling tussen de kinderen en hun moeder en oma. Tijdens deze bezoekregeling is het van belang dat we weten wat er tussen moeder en oma en de kinderen wordt besproken. De zorg zit hem er namelijk in dat zij de kinderen vervelende dingen over vader en de hulpverleners vertellen, als gevolg waarvan de hulpverlening kan stagneren en de kinderen in een loyaliteitsconflict terecht komen. De communicatie tussen moeder, oma en de kinderen verloopt in het Russisch. Er zijn geen betrouwbare personen in het netwerk die kunnen vertalen.”

Erik Gerritsen 

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Mariette Hoogsteder / senior adviseur bij Mikado kenniscentrum interculturele zorg
Mooie column, fijn dat hier vanuit de jeugdzorg ook expliciet aandacht voor is! De casuistiek is veelbetekenend. We zullen een linkje maken naar dit artikel op de campagnesite over tolken in de zorg www.wijzijnsprakeloos.nl En nodigen medewerkers uit de jeugdzorg van harte uit hun casus te melden op de site. Hoewel het politiek geen issue meer is - en in de zorg te weinig naar onze indruk - proberen we met deze campagne en via een klein landelijk 'platform tolken in de zorg' blijvend aandacht te vragen voor het onderwerp en de gevolgen. Moedig als bestuurders zoals Erik Gerritsen zich uitspreken hierover.
Advertentie