Handreiking geeft gemeenten en pleegzorgaanbieders duidelijkheid

De handreiking Tarifering en Inkoop pleegzorg, die vrijdag door de VNG, het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), Jeugdzorg Nederland en de Nederlandse Vereniging voor Pleeggezinnen (NVP) is gepubliceerd, moet gemeenten en pleegzorgaanbieders meer duidelijkheid geven over een reële financiering van de pleegzorg. Hoewel de vergoedingen aan pleegouders wettelijk zijn vastgelegd hebben gemeenten beleidsvrijheid wat betreft de inkoop bij zorgverleners. Dit levert knelpunten op, ook voor pleegouders.

Rapport Ecorys

Die knelpunten constateerde adviesbureau Ecorys al in 2021 in hun rapport ‘Onderzoek inzicht in pleegzorgtarieven’. Uit gesprekken met gemeenten, pleegouders en zorgaanbieders bleek dat er door de uiteenlopende inkoopstrategieën van lokale overheden op plaatsen sprake was van hoge administratieve lasten, onvoldoende middelen voor inzet van passende en intensieve ondersteuning voor pleeggezinnen, problemen met het vergoed krijgen van bijzondere kosten voor pleegouders en onvoldoende middelen voor het uitvoeren van deeltijdpleegzorg.

Alle partijen baat bij uniformiteit

In de nieuwe handreiking, een actualisering van een document uit 2015, valt te lezen dat pleegzorgaanbieders behoefte hebben aan meer eenduidigheid in het tarief dat zij van gemeenten vergoed krijgen. Dit zou de administratieve lasten verminderen. Gemeenten hebben daarbij de behoefte om meer duidelijkheid te krijgen waarvoor zij precies betalen en wat zij mogen verwachten van een aanbieder. Voor pleegouders en pleegkinderen is het belangrijk dat er in de overeenkomsten van gemeenten voldoende ruimte is voor kostenvergoedingen.

Reservering bijzondere kosten

In totaal bedragen de gemiddelde zorgkosten voor een pleegkind op jaarbasis €18.587,-. Het basisbedrag dat pleegouders per dag ontvangen, in 2023 tot €27,44 per dag en daarmee ongeveer de helft van de totale kosten, is wettelijk vastgesteld. Echter bestaat er ook nog zoiets als bijzondere kosten. Dat zijn kosten die pleegouders maken, maar die niet vanuit de basisvergoeding worden vergoed. In de handreiking adviseren de VNG, VWS, Jeugdzorg Nederland en NVP gemeenten om hiervoor op jaarbasis een vast bedrag van €493,- per pleegkind voor te reserveren. Zo kan er ook tussen gemeenten en zorgaanbieders geen discussie ontstaan. Op die manier wordt onzekerheid voor pleeggezinnen voorkomen.

Deeltijdpleegzorg

Een tweede punt waarover de samenwerkende organisaties in de handreiking duidelijkheid willen verschaffen is de tarifering voor deeltijdpleegzorg. Het komt steeds vaker voor dat kinderen bijvoorbeeld maar een aantal dagen per week bij een pleeggezin verblijven. Deze constructie blijkt in de praktijk lastiger voor zowel zorgverleners als gemeenten. Zo is het een uitdaging om pleegouders te vinden, omdat het vaak gaat om complexe situaties die enig 'gewicht' van de pleegouders vragen. Ook zijn er simpelweg minder pleegouders die open staan voor een situatie waarin zij maar in deeltijd voor een kind zorgen. De financiering is daarbij complexer. Zorgverleners maken relatief gezien meer kosten voor deeltijdpleegkinderen. De pleegouders krijgen een bedrag dat naar rato gelijk is aan de vergoeding voor voltijdpleegouders.

Trajectfinanciering

Uit berekeningen blijkt dat de zorg voor een deeltijdpleegkind op jaarbasis gemiddeld €7.585,- kost. Het advies aan gemeenten is om ook in deze gevallen de financiering per traject vast te stellen en niet te rekenen met de hoeveelheid tijd dat een kind bij pleegouders verblijft. Dit omdat deze cijfers in veel gevallen fluctueren en omdat het bijbehorende werk dat zorgverleners uitvoeren vaak helemaal niet direct samenhangt met het aantal verblijfsdagen. Een financiering waarbij gekeken wordt naar het aantal pleegzorguren kan dan mogelijk zorgen voor een discrepantie tussen de kosten en de beschikbare middelen.