Migratie bepalend voor bevolkingssamenstelling 2050
De vergrijzing zorgt ervoor dat er druk komt te staan op de groep mensen die het meest belangrijk is voor de arbeidsmarkt: van 20 jaar tot AOW-leeftijd. In alle scenario's wordt het aandeel van de potentiële beroepsbevolking ten opzichte van de gehele bevolking lager.
In 2050 zijn we hoogstwaarschijnlijk met meer mensen. Hoe dan ook krijgen we te maken met een groter aandeel 80-plussers en mensen met een migratieachtergrond. De potentiële beroepsbevolking (inwoners van 20 jaar tot de AOW-leeftijd) wordt percentueel kleiner. In die groep zal groei door migratie het krimpende aantal mensen met een Nederlandse achtergrond moeten compenseren.
Zeven scenario’s
Dat blijkt uit een verkenning door het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS) en het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI) die vandaag verschijnt op verzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). Daarin wordt in zeven scenario’s een beeld geschetst van de mogelijke bevolkingssamenstelling in 2050. Het rapport draagt de veelzeggende ondertitel ‘Drukker, diverser en dubbelgrijs’.
Drukker
In bijna alle scenario's groeit de bevolking van Nederland de komende dertig jaar. In slechts één van de zeven scenario's - in het geval dat kindertal, levensverwachting én migratie relatief laag zijn - is er sprake van krimp. In het andere uiterste scenario groeit de bevolking met een kwart: van 17,4 miljoen (in 2020) tot 21,8 miljoen (in 2050).
Diverser
Die groei wordt met name veroorzaakt door migratie en slechts in mindere mate door natuurlijke bevolkingsgroei. Zelfs in het scenario met een relatief lage instroom van migranten, neemt de groep mensen met een migratieachtergrond toe van 4 miljoen tot ruim 5 miljoen. Bij een hoge instroom groeit die groep tot 8 miljoen. Dat betekent dat het aandeel inwoners met een migratieachtergrond in de totale bevolking hoe dan ook zal stijgen: van 24 procent (in 2020) naar 30 tot 40 procent (in 2050).
Ook zal die groep diverser worden qua afkomst. Waar nu nog 60 procent van de inwoners met een migratieachtergrond wortels heeft in de westelijke EU-lidstaten of in de klassieke migratielanden (Indonesië, Suriname, de voormalige Nederlandse Antillen, Turkije en Marokko), zal dat in 2050 nog maar 40 tot 50 procent zijn. Dit komt door de instroom van arbeid- en studiemigranten uit onder meer Latijns-Amerika en Azië en de hogere instroom van asielmigranten uit het Midden-Oosten en Afrika.
Dubbelgrijs
De zogenaamde dubbele vergrijzing (de levensverwachting stijgt én er worden relatief minder kinderen geboren) zorgt voor een flinke groei van het aantal 80-plussers. Die groep verdubbelt bij een matige stijging van de levensverwachting en verdrievoudigt bij een sterke stijging van de levensverwachting. Op dit moment is 5 procent van de bevolking tachtig jaar of ouder. Dit zal toenemen tot rond de 10 procent in 2050.
Arbeidsmarkt
De vergrijzing zorgt ervoor dat er druk komt te staan op de groep mensen die het meest belangrijk is voor de arbeidsmarkt: van 20 jaar tot AOW-leeftijd. In het groei-scenario, waarbij er sprake is van hoge levensverwachting en een hoog migratiesaldo, groeit de groep van 10,5 miljoen (in 2020) tot 12,5 miljoen (in 2050). In het krimp-scenario loopt het aantal terug naar 10,0 miljoen. In alle scenario's wordt het aandeel van de potentiële beroepsbevolking ten opzichte van de gehele bevolking lager.
Tekst loopt door onder afbeelding.
Bron: CBS en NIDI.
Een hoog kindertal heeft nauwelijks invloed op de omvang van deze leeftijdsgroep in 2050. De levensverwachting heeft wel enige invloed omdat de AOW-leeftijd is gekoppeld aan de levensverwachting. Toch is migratie de belangrijkste factor in de ontwikkeling van de potentiële beroepsbevolking. De groep mensen met een Nederlandse achtergrond neemt namelijk in alle scenario's af, met tussen de 1 miljoen en 1,5 miljoen mensen. Daarom neemt het percentage mensen met een migratieachtergrond in deze leeftijdsgroep toe van 26 procent (in 2020) naar 35 tot wel 46 procent (in 2050).
Regionale verschillen
De bevolkingsgroei zal overigens niet gelijk verdeeld worden over het land. Terwijl in het groei-scenario de bevolking van de Randstad, Flevoland en delen van Noord-Brabant met meer dan 40 procent kan groeien, blijft groei in regio’s als Oost-Groningen en Zeeuws Vlaanderen beperkt of zelfs helemaal uit. Omgekeerd blijft in de krimpvariant, waarin het aantal huishoudens in heel Nederland niet toeneemt, het aantal huishoudens in het westen en midden van het land, en het midden van Noord-Brabant, wel groeien.
Bron: CBS en NIDI
Reacties: 3
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.