Advertentie
sociaal / Column

Naar een effectieve aanpak van jeugdcriminaliteit

De laatste aflevering in de serie tussen ratio en symboliek van Erik Gerritsen, over effectieve aanpak van jeugdcriminaliteit

28 januari 2013

Het slot van de serie Tussen ratio en symboliek. 
Eind vorig jaar verscheen het briefadvies van de RMO (*) “Tussen ratio en symboliek; een reflectie op adolescentenstrafrecht”. Het advies bevat een aantal boeiende bespiegelingen over het wetsvoorstel adolescentenstrafrecht die tot nadenken stemmen. 

In mijn eerste drie columns werden aan de hand van het briefadvies kanttekeningen geplaatst bij de wetenschappelijke onderbouwing van het wetsvoorstel, het heilige geloof in de effectiviteit van het strafrecht en de toenemende invloed van het risicotaxatie denken. In deze vierde en laatste column over het wetsvoorstel ga ik in op de uitdaging om te komen tot een effectieve aanpak van jeugdcriminaliteit.

In haar slotbetoog vraagt de RMO zich af of het wetsvoorstel, ondanks het positieve element als het gaat om het vergroten van de mogelijkheid om jongvolwassenen volgens het jeugdstrafrecht te veroordelen, nodig is om de beoogde flexibiliteit en effectiviteit te realiseren als het gaat om het bestrijden van jeugdcriminaliteit. Wellicht geruststellend is het feit dat de al bestaande wettelijke mogelijkheden maar zeer mondjesmaat worden gebruikt. In de afgelopen jaren werd het volwassenenstrafrecht in slechts 1% a 2% van de gevallen toegepast op jeugdigen van 16- en 17-jaar. Het jeugdstrafrecht werd slechts in 0,2% van de gevallen toegepast op 18- tot 21-jarigen.

Het is dus maar de vraag of er veel gebruik gemaakt zal worden van de ruimere mogelijkheden die het wetsvoorstel adolescentenstrafrecht biedt. Andersom kan ook worden geredeneerd dat we ons blijkbaar niet zo’n zorgen hoeven te maken over het nieuwe wetsvoorstel, aangezien de uitvoeringspraktijk blijkbaar met wijze terughoudendheid omgaat met eerder al geboden ruimere wettelijke mogelijkheden. Als we vertrouwen op een wijze uitvoeringspraktijk, dan valt het wetsvoorstel zelfs toe te juichen op basis van de meest recente wetenschappelijke inzichten over de sociale, psychologische en neurologische ontwikkeling van jongeren en jongvolwassenen en de pedagogische grondslag van het jeugdstrafrecht. Verwacht mag dan worden dat alleen in zeer extreme situaties gekozen zal worden voor zwaarder en eventueel volgens volwassenenstrafrecht straffen van jeugdigen van 16- en 17-jaar en dat vooral meer gebruik zal worden gemaakt van de mogelijkheid om 18- tot 23-jarigen te behandelen volgens het jeugdstrafrecht.

De meer fundamentele vraag is natuurlijk of een veel bredere benadering niet veel effectiever is als het gaat om een effectieve aanpak van jeugdcriminaliteit, waarbij het strafrecht weer de plek krijgt die haar toekomt, die van ultimum remedium. Vergelding is, ook als die niet effectief is, een eigenstandige belangrijke waarde, ook als het gaat om het straffen van jeugdigen. Maar als het daarbij blijft zijn we als samenleving uiteindelijk onveiliger af, krijgen we beter getrainde hardere criminelen terug en ontnemen wij jong adolescenten de reële kans op rehabilitatie en resocialisatie en ontwikkeling tot volwaardige burgers.

De normstelling die van strafrechtelijke sancties uit kan gaan verdampt en verkeert al snel in haar tegendeel als die niet gecombineerd wordt met ondersteunende en perspectiefbiedende interventies. Wetenschappelijk onderzoek en ervaringskennis leren ons dat het moet gaan om “tough love”, een combinatie van grenzen stellen, ondersteunen en perspectief bieden. Dat grenzen stellen kan overigens op veel meer en in eerste instantie ook veel effectievere manieren. Denk bijvoorbeeld aan “sancties” buiten het strafrecht om via ouders, school, het sociale netwerk en jeugdzorg. Ook de strafrechtelijke sancties kunnen nog een stuk effectiever door creatiever om te gaan met op maat gemaakte schorsende voorwaarden en taak/werkstraffen en door de nu nog veel te lange doorlooptijden in de strafrechtketen terug te dringen, zodat daadwerkelijk sprake is van lik op stuk.

Maar uiteindelijk is normstelling alleen effectief als die ten dienste staat van interventies gericht op hulp en het bieden van perspectief. En dan niet alleen interventies die gericht zijn op de dader, maar ook op het hele systeem, op de context die vol met criminogene maar ook beschermende factoren zit waardoor eigen kracht kan worden aangeboord. Een context die bestaat uit het gezin, het bredere sociale netwerk, vrienden, de school, werk en wijk. Interventies die alleen effectief zijn als ze op maat en in samenhang worden uitgevoerd door goed getrainde frontlijnprofessionals, onder regie van bijvoorbeeld de gezinsmanagers zoals die bij Bureau Jeugdzorg werkzaam zijn. Geen ketenaanpak maar een netwerkaanpak. Niet na elkaar maar naast elkaar. Als we het zo doen dan voorspel ik recidivevermindering ruim in de dubbele cijfers in plaats van de marginale vermindering die thans wordt bereikt met erkende gedragsinterventies.

Klinkt dit te soft? Dan ben ik liever soft en effectief dan streng en ineffectief. Kom anders maar eens een dagje meelopen met mijn gezinsmanagers die een jeugdreclasseringzaak doen. Dan zal vanzelf blijken dat er niets softs aan is om de ongemakkelijke waarheden die spelen samen met de daders en hun sociale omgeving recht in de ogen te zien. Dat “tough love” behoorlijk “hard” is.

De titel van het RMO briefadvies verwijst impliciet naar de kern van haar kritiek op het wetsvoorstel adolescentenstrafrecht. Is er feitelijk geen sprake van symboolwetgeving? De titel had ook kunnen luiden: “Tussen ratio en emotie”. Want er schuilt weinig ratio in de achterliggende filosofie van het huidige wetsvoorstel. Een filosofie die een groot risico op irrationeel handelen met zich meebrengt. De emotie lijkt het in de wet te winnen van de ratio. Gelukkig is de uitvoeringspraktijk een stuk wijzer en nog steeds wijzer aan het worden en kan symboolwetgeving niet zo veel kwaad.

Erik Gerritsen
(*) Is sinds september 2012 lid van de RMO.

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Norman Waalre
Dank voor uw uitgebreide artikel. Zie mijn uitgebreide en onderbouwde reacties onder het artikel via onderstaande weblink:



https://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/nieuws/ …
Advertentie