Na participatieplaats vaak geen baan
Een participatiebaan voor mensen die al lang een bijstandsuitkering hebben, zorgt in beperkte mate voor doorstroom. Toch zijn sommige gemeenten enthousiast.
Van de ongeveer 1400 mensen die de afgelopen twee jaar op een participatieplaats werkten in Amsterdam, hebben er 158 nu een ‘gewone’ baan. De gemeente Enschede begon een jaar geleden met het aanbieden van werk aan langdurig bijstandsgerechtigden. In dat jaar zijn negentig mensen aan de slag gegaan, tien hebben er inmiddels een reguliere baan gevonden. Deventer begon op 1 januari 2007 met 33 participatieplaatsen en daar kwamen er dit jaar nog 27 bij. Vooralsnog heeft één persoon een baan aan het traject overgehouden.
Een maand geleden heeft de Eerste Kamer ingestemd met een wet die het gemeenten mogelijk maakt mensen die al jaren in de bijstand zitten twee jaar lang werkervaring te laten opdoen met behoud van uitkering. Een aantal gemeenten, heeft de wetgeving niet afgewacht, maar is er al eerder mee begonnen. Amsterdam was één van de eersten, zo niet de eerste, die begon met het aanbieden van de participatieplaatsen. Daar zijn nu de eerste mensen aan het einde van de termijn van twee jaar gekomen.
Een uitstroompercentage van zo’n tien procent lijkt niet veel, maar voor Bea Visser, directeur van de Dienst werk en inkomen is dit cijfer niet indicatief voor het succes van de banen: ‘Participatieplaatsen zijn primair gericht op het opdoen van werkervaring bij een werkgever. Mensen, met een behoorlijke afstand tot de arbeidsmarkt, worden op deze manier kansen geboden om uiteindelijk regulier aan de slag te gaan. Elke klant die vanuit een participatiebaan regulier uitstroomt naar een werkgever is een mooie score, want het is niet het primaire doel.’
Ook wethouder Myra Koomen (CDA) van Enschede noemt het voorlopige resultaat in haar gemeente bemoedigend. ‘Je hoopt altijd op meer, maar dit is al heel aardig. Het duurde even voor we doorhadden hoe we mensen op een passende werkplek konden krijgen, of hoe we de deelnemers gemotiveerd moesten houden.’ Koomen verwacht dat de succesverhalen zullen toenemen. Ze ergert zich aan critici, waaronder de vakbonden, die zeggen dat het niet eerlijk is om mensen te laten werken voor alleen een uitkering: ‘Ik vind dat een beetje denigrerend naar het sociale stelsel. Er wordt enorm veel geld, tijd en moeite in deze mensen gestoken, die niet gaat naar mensen die op eigen kracht een baan kunnen vinden.’
Koomen denkt dat het betalen van een loon de doorstroom belemmert. ‘Dan krijg je dezelfde problemen als bij de ID-banen, waar mensen eindeloos bleven zitten. Het is juist belangrijk dat mensen blijven streven naar een gewone baan. Daarom geven wij ook een flinke bonus als het iemand uiteindelijk lukt langer dan een jaar uit de bijstand te blijven.’
In Amsterdam dient zich inmiddels het volgende vraagstuk aan: wat te doen met de mensen die na die twee jaar geen baan krijgen aangeboden? Visser: ‘Dat is een lastig vraagstuk, waar de politiek een antwoord op moet verzinnen. Verlengen is een optie, maar dat kun je ook niet eindeloos blijven doen.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.