VWS houdt nauwelijks controle op inkomenspolitiek via Wmo
'Dat is primair een taak van de gemeenteraden', aldus het ministerie. Het afgelopen halfjaar zijn drie gemeenten aangesproken op hun inkomensbeleid.
Het ministerie van VWS heeft de 'interventieladder interbestuurlijk toezicht' om ervoor te zorgen dat gemeenten geen inkomensgrenzen hanteren bij de toekenning van de Wmo nog niet vaak gebruikt. Dat blijkt uit een brief van staatssecretaris Van Rijn aan de Kamer. En hij is ook niet van plan dat te gaan doen.
Ombudsman
Vorig jaar bleek na een onderzoek van de Ombudsman dat driekwart van alle Nederlandse gemeenten een inkomensgrens in de Wmo-verordening heeft opgenomen, terwijl dat wettelijk gezien niet mag. Naar aanleiding van het onderzoek stuurde toenmalig staatssecretaris van VWS Marlies Veldhuijzen van Zanten-Hyllner alle colleges van B en W in het land een brief.
Laatste waarschuwing
Ze noemde het 'ontoelaatbaar' dat gemeenten zelf inkomensgrenzen bepalen en verzocht de colleges dringend 'om met onmiddellijke ingang uw Wmo-verordening op de genoemde punten aan te passen.' De staatssecretaris dreigde in de 'laatste waarschuwing' zelfs met het vernietigen van de verordening als gemeenten de inkomensafhankelijke Wmo niet zouden aanpassen.
Minder stellig
De huidige staatssecretaris is een stuk minder stellig. Het ministerie laat weten dat niet is onderzocht welke gemeenten zich wel of niet aan de regels houden. 'Het toezicht ligt primair bij de gemeenteraden', laat de voorlichter van Van Rijn weten. VWS is niet van plan de overige gemeenten actief te controleren. 'In de brief van september staat duidelijk dat inkomenspolitiek niet mag en dat gemeenten de verordening moeten aanpassen', aldus de woordvoerder. Mochten gemeenten toch inkomensgrenzen stellen, dan zullen de gemeenteraden aan de bel trekken, meent het ministerie.
Maastricht, Renkum en Heerenveen
In de brief schrijft Van Rijn nu dat bij drie gemeenten de 'interventieladder' is ingezet om te zorgen dat er geen inkomenspolitiek meer wordt gevoerd met de Wmo. Maastricht en Renkum werd om uitleg gevraagd nadat gebleken was dat de gemeente een inkomensgrens hanteerde. Beide gemeenten hebben de verordening aangepast. Met Heerenveen is het ministerie nog in gesprek.
Niet gerust op
Ouderenbond Anbo is niet gerustgesteld door de brief van de staatssecretaris. Eind november vorig jaar deed de bond het onderzoek van de Ombudsman nog eens dunnetjes over. Bij 63 gemeenten werd een quickscan gedaan. Bij 45 van hen werden nog steeds inkomensgrenzen gehanteerd om mensen uit te sluiten van bijvoorbeeld vervoersvoorzieningen. Anbo betwijfelt of de gemeenten in Nederland zich opeens wél aan het verbod op inkomensgrenzen in de Wmo-verordening houden. Omdat de bond er niet gerust op is dat gemeenten zich nu aan de wet houden 'is het misschien tijd die quickscan nog eens te herhalen', zegt de woordvoerder desgevraagd.
Reacties: 2
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
De gemeentelijke verordening is immers een lokale vertaling van de wet, in dit geval de Wmo. Een verordening mag dan ook niet afwijken van de Wet. Wanneer de gemeente de wet niet goed vertaald heeft, zoals in dit geval, dat moet het college afwijken van de verordening omdat toepassing ervan niet mogelijk is (en ook de verordening aanpassen en opnieuw laten vaststellen door de gemeenteraad). Het college kan altijd afwijken van haar verordening mits gemotiveerd. En afwijken omdat met het toepassen niet aan de wet wordt voldaan lijkt mij een goede motivatie. En elk college zal dit ook doen omdat bezwaar en beroep natuurlijk kansloos is.
Aanpassen van een verordening is een langdurige procedure. Immers de gemeenteraad stelt de verordening vast. Wekelijks verschijnt jurisprudentie van de Hoge Raad en het zou ondoenlijk zijn om bij elke uitspraak de verordening aan te passen. Ongetwijfeld gaan gemeenten de verordening bij de eerst volgende herziening aanpassen op basis van de jurisprudentie en dus ook met betrekking tot het stellen van inkomensgrenzen.