Minister wil af van Open House in jeugdzorg
Minister De Jonge van VWS wil af van Open House constructie bij de jeugdzorg. Hij is voorstander van langdurige contracten met lokale en regionale aanbieders, waaraan omzetgarantie wordt geboden.
Minister De Jonge van VWS laakt – opnieuw – de Open House constructie bij de jeugdzorg. Door het ‘ontzagwekkend groot aantal gecontracteerde aanbieders’ is het voor gemeenten ondoenlijk om de transformatiedoelen te bereiken. Gemeenten vullen bij een dergelijke constructie hun rol als opdrachtgever veel te beperkt in. De minister is voorstander van langdurige contracten met lokale en regionale aanbieders, waaraan omzetgarantie wordt geboden.
Lastig
Dat stelt De Jonge in een beschouwing over de inkoop van jeugdzorg. Gemeenten hoeven voor een Open House geen aanbestedingsprocedure te doorlopen. Met elke aanbieder die voldoet aan de gestelde prijs- en kwaliteitsvoorwaarden kan een overeenkomst worden gesloten. Er kleven te veel nadelen aan een Open House constructie, vindt de minister. Naast de grote hoeveelheid gecontracteerde aanbieders, wordt het wijkteam de mogelijkheid ontnomen om regie te voeren en te sturen op integrale hulpverlening. ‘Bij open house kiest immers de cliënt welke aanbieder de hulp gaat verlenen’, aldus de minister. Door de vele aanbieders overzien ouders en jongeren het zorglandschap bovendien onvoldoende, waardoor het lastig is de beste aanbieder te kiezen.
Geen omzetgarantie
Zorgelijk vindt De Jonge dat de constructie leidt tot financiële onzekerheid voor aanbieders, omdat het geen omzetgarantie biedt. ‘Het vraagt om flexibel op- en afschalen van personeel en vastgoed. Dat heeft vanzelfsprekend een negatief effect op de prijskwaliteit verhouding en het flexibel inzetten van personeel is problematisch in een krappe arbeidsmarkt.’ Het gebrek aan omzetgarantie leidt bovendien tot continue concurrentie. ‘Dat zet de relatie tussen aanbieders onderling zeer onder druk, terwijl samenwerking in het sociaal domein juist noodzakelijk is’, aldus de minister.
Geen touwtjes in handen
Een aantal nadelen kunnen worden ondervangen door bijvoorbeeld aanvullende voorwaarden in een raamovereenkomst, ‘maar dat laat onverlet dat een keuze voor een pure open house constructie principieel kwestieus is’, zo betoogt de minister in zijn beschouwing. Gemeenten die voor een Open House constructie kiezen, vullen hun rol als opdrachtgever veel te beperkt in. ‘Je neemt dan niet de touwtjes in de handen, maar legt ze volledig in handen van de individuele hulpvragers en aanbieders.’
Omzetgarantie
Gemeenten moeten hun visie en transformatiedoelen vertalen en inbedden in contracten met lokale en regionale jeugdaanbieders. Het moet daarbij gaan om langdurige contracten. Samen met de aanbieders moet aan de verwezenlijking van de visie worden gewerkt, vindt de minister. ‘Daarvoor is onder meer nodig dat zij (aanbieders, red.) ervan op aan kunnen dat zij degene zijn die de hulp mogen gaan verlenen, zodat omzetgarantie ontstaat.’
Aanbestedingsplicht
De Jonge blijft zich in Brussel inzetten voor het schrappen van de aanbestedingsplicht in het sociaal domein. ‘Onder het huidige recht zal je die Europees moeten aanbesteden. Maar zorg en jeugdhulp is geen markt en al helemaal geen Europese markt.’
Het wordt ook een keer tijd dat Binnenlands Bestuur grond onderzoek gaat doen en gaat rapporteren over deze tegengeluiden.