Meer geld voor onderwijsroute inburgering
Met deze middelen kunnen gemeenten de onderwijsroute inkopen tegen een gemiddelde trajectprijs van 17.000 euro.
De financiering van de onderwijsroute is tot en met 2029 zeker gesteld. Dat schrijft demissionair minister Karien van Gennip (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) in een brief aan de Tweede Kamer. De onderwijsroute is een van de leertrajecten van het inburgeringsstelsel. Voor de jaren 2026 tot en met 2029 is een bedrag van 88,9 miljoen euro beschikbaar. De CDA-minister houdt, ondanks de tekortkomingen, wel vast aan de onderwijsroute binnen het private stelsel.
De Wet inburgering 2021 (Wi2021) moet ervoor zorgen dat nieuwkomers zo snel mogelijk kunnen participeren in de maatschappij. Onder meer door het leren van de Nederlandse taal en het vinden van werk. Voor een deel van de (jonge) nieuwkomers helpt een Nederlands diploma daarbij. De Wi2021 voorziet daarom in een leerroute die taalonderwijs en het volgen van vakken, zoals wis- of natuurkunde, combineert. Deze zogenoemde onderwijsroute faciliteert de overgang naar regulier onderwijs op mbo-, hbo- en wo-niveau. Gemeenten, die sinds 2022 een belangrijke rol spelen in het inburgeringsstelsel, kopen de onderwijstrajecten in voor de inburgeringsplichtigen.
Hogere trajectprijs
De financiering van de onderwijsroute is momenteel geregeld tot en met 2025. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) had vorig jaar al extra middelen vrijgemaakt. Dit omdat de route duurder bleek dan voorzien. In nauwe samenwerking met onder meer de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) ging Van Gennip op zoek naar manieren om de onderwijsroute te borgen voor een langere periode. Daaruit volgt een bedrag van 88,9 miljoen euro voor de jaren 2026 tot en met 2029.
Met deze beschikbare middelen kunnen gemeenten de onderwijsroute inkopen tegen een gemiddelde trajectprijs van 17.000 euro. Aanvankelijk ging het rijk nog uit van een gemiddelde prijs van 12.000 euro, maar op basis van adviezen van onder andere accountancyfirma EY heeft Van Gennip de prijs bijgesteld. De minister zegt hiermee zekerheid te bieden voor de duur van zes jaar.
Private stelsel
Het is een taak van gemeenten om deze onderwijstrajecten voor inburgeraars in te kopen. Bij aanbestedingen kunnen zowel publieke als private aanbieders meedingen. Dit loopt echter niet in alle regio’s soepel. Hierdoor is er ook kritiek op de manier waarop de onderwijsroute georganiseerd is. Eerder pleitte de MBO Raad voor een publieke uitvoering van deze taak. Op die manier kunnen volgens de brancheorganisatie mbo-scholen langjarig investeren in het verbeteren van de onderwijstrajecten. Ook het kabinet heeft gekeken naar mogelijkheden binnen het publiek bekostigd onderwijs.
Desondanks houdt Van Gennip, ondanks de tekortkomingen, vast aan de onderwijsroute binnen het private stelsel. De CDA-minister meent dat het stelsel momenteel gebaat is bij ‘rust en ruimte.’ Daarnaast laten onderzoeken zien dat een publiek bekostigde onderwijsroute niet leidt tot ‘significante kostenbesparingen.’ Om de knelpunten weg te nemen wil Van Gennip binnen de financiële kaders de onderwijsroute ‘toekomstbestendiger’ maken.
Evaluatie
De komende jaren gaat het ministerie van SZW evaluaties uitvoeren naar het functioneren van het inburgeringsstelsel, waaronder de onderwijsroute. Op basis daarvan wordt bekeken hoe deze leerroute vanaf 2030 wordt vormgegeven.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.